Taaldorp les 3

Contrôle de devoirs
Leg hoofdstuk 2: à l'office du tourisme open op de hoek van  je tafel
Niet af? Ga met meneer de Jong mee naar ander lokaal

Begin gelijk aan exercice B (blaadje)
Hierna schrijf je deze woorden netjes op in je boekje
Je mag Reverso gebruiken


timer
5:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Contrôle de devoirs
Leg hoofdstuk 2: à l'office du tourisme open op de hoek van  je tafel
Niet af? Ga met meneer de Jong mee naar ander lokaal

Begin gelijk aan exercice B (blaadje)
Hierna schrijf je deze woorden netjes op in je boekje
Je mag Reverso gebruiken


timer
5:00

Slide 1 - Slide

Faire du shopping dans un magasin de vêtements

Slide 2 - Slide

Les buts
Tu peux...
1. Faire du shopping dans un magasin de vêtements

Slide 3 - Slide

Qu'est-ce que on va faire?
1. Exercice de vocabulaire
2. L'adjectif
3. Dialogue
4. Wisbordjes
4. Fin du cours

Slide 4 - Slide

Vocabulaire
Ga verder met exercice B (blaadje) van 
''Faire du shopping dans un magasin de vêtements''
En schrijf hem in het net op in je boekje

Je mag Reverso gebruiken
Heb je een vraag? Steek je hand op

Klaar?
Extra oefenen: Maak Exercice C en E van Faire du shopping




timer
3:00

Slide 5 - Slide

L'adjectif (bijvoeglijk naamwoord)

1. Vorm
2. Plaats

Slide 6 - Slide

L'adjectif

Slide 7 - Slide

L'adjectif vorm
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het zelfstandig naamwoord.
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es
Le pantalon (m) vert
La robe (v) verte
Les pantalons verts
Les robes vertes

Ezelsbruggetje Simon

Slide 8 - Slide

L'adjectif plaats hoofdregel
Zelfstandig naamwoord + bijvoeglijk naamwoord

Le pantalon bleu = de blauwe broek
Le mot français = het Franse woord

Slide 9 - Slide

Uitzonderingen plaats
Er zijn uitzonderingen op de hoofdregel
Sommige bijvoeglijke naamwoorden staan net als in het Nederlands voor het zelfstandig naamwoord
Bijvoorbeeld beau.

Le pantalon gris
Le beau pantalon

Slide 10 - Slide

Dialogue F
                      Wat betekenen de onderstreepte woorden?                                                                          Woorden/zinnenlijst einde hoofstuk
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Exercice F 
Maak opdracht F voorbeelddialoog 
Schrijf jouw rol uit in het Frans: ''Toi''
Schrijf  alles netjes op in je boekje

Zoek woorden/zinnen aan het einde van het hoofdstuk
Gebruik eventueel Reverso vertalen

Klaar?
Maak Exercice C en E van Faire du shopping

timer
10:00
of

Slide 12 - Slide

Voorbeeldzinnen

1. Bonjour monsieur/madame, je cherche des vêtements pour mon anniversaire

2. Je voudrais avoir un beau pull et un pantalon vert

3. J'aime un pantalon noir et un pull vert

4. Du M

5. J'aime le pull, mais le pantalon est trop petit. Vous avez un pantalon plus grand?

6. Il est bon. Je peux changer le pull contre un pull bleu?

7. Je prends le pantalon, et je prends le pull bleu, pas le pull vert

Slide 13 - Slide

Dialogue: parler!
Je gaat nu samen met je buur dit gesprekje voeren.
Eén iemand is ''le vendeur'' en de ander is ''Toi''
Verander daarna van rol

Klaar?
Maak Exercice C en E van faire du shopping
timer
3:00

Slide 14 - Slide

Wisbordjes
Vertaal naar het frans...

1. Ik zou graag willen hebben
2. Naar rechts
3. Rechtdoor
4. Gaan

Slide 15 - Slide

Au revoir! :)
Schuif je stoel aan en leg je wisbordje weer terug

Slide 16 - Slide