11. Hoofdstuk 9 Wettelijk erfrecht

1 / 13
next
Slide 1: Slide
JuridischMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Een ex-echtgenoot of ex-geregistreerd partner is geen wettelijk erfgenaam
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Een adoptiekind is een wettelijk erfgenaam van zijn adoptiefouders
A
juist
B
niet juist

Slide 5 - Quiz

Het biologische kind van een vader is altijd wettelijk erfgenaam van deze vader
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Jan overlijdt. Zijn nabestaanden zijn: beide ouders en drie zussen. De nalatenschap bedraag € 60.000. Hoeveel erft ieder?
A
Vader, moeder en de drie zussen erven ieder € 12.000
B
Vader en moeder erven ieder € 15.000, de zussen ieder € 10.000
C
Vader en moeder erven samen € 15.000, de zussen ieder € 15.000

Slide 7 - Quiz

Sarah overlijdt, haar nabestaanden zijn haar twee zussen en een halfbroer. De nalatenschap bedraagt € 25.000. Hoeveel erft ieder?
A
De zussen erven ieder € 10.000, de halfbroer erft € 5.000.
B
Ieder erft € 8.333,33
C
De zussen erven ieder € 8.750, de halfbroer € 7.500

Slide 8 - Quiz

Als er geen erfgenamen zijn in groep 1, 2, 3 of 4 wie erft er dan?
A
Vrienden en bekenden
B
de Staat

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voorbeeld verdelen nalatenschap
Ans overlijdt. Nabestaanden: haar man, drie kinderen, een adoptiefkind en haar hoogbejaarde moeder. Het gezamenlijk vermogen van Ans en haar man, die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, bedraagt € 200.000,-.
Verdeel de nalatenschap van Ans over de wettelijke erfgenamen.

Slide 13 - Slide