BS 6 Ademhaling bij dieren

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

BS 6 Ademhaling bij dieren

Leerdoelen

- Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen. 

Eencelligen

Door middel van het celmembraan wisselen ze zuurstof en CO2 uit. 

Meercelligen

- Bestaan uit meerdere cellen, te weinig oppervlak om zuurstof en CO2 uit te wisselen met de omgeving. 

- Meerdere oplossingen in de vorm van ademhalingsorganen: tracheeën (insecten), kieuwen (bij vissen) en longen (zoogdieren en vogels). 

Insecten

- Insecten hebben tracheeën, dat zijn sterk vertakte buisjes. - Via de openingen genaamd stigma's komt lucht binnen. 

- Groot oppervlak door de vertakkingen. 

- Stigma's in achterlijf ivm pompende bewegingen.

Vissen

Water met zuurstof gaat door de kieuwholten heen en in de kieuwplaten zitten bloedvaten, waardoor zuurstof opgenomen kan worden. 

Vogels

- Andere longwerking dan bij zoogdieren en mensen. 

- Luchtzakken ipv longblaasjes. 

- Longen worden niet groter en kleiner, luchtzakken wel. 

Werking bij de longen van de vogels

Zelfstandig werken

Maken opdr. 1 t/m 9 van basisstof 6.

Leerdoelen behaald?

- Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.