Uitleg les 1: Hoofdstuk 1 Beroepen en Werkvelden

1 / 34
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnAssisteren in de gezondheidszorgMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

kennissen/ideeën

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Welke van de volgende eigenschappen is het meest belangrijk als tandartsassistente?
A
Dat je er verzorgd uitziet.
B
Dat je hygiënisch werkt
C
Dat je op tijd komt
D
Dat je snel werkt

Slide 24 - Quiz

Wie is het aanspreekpunt voor de specialist en de cliënten?
A
Apothekersassistente
B
Assistente consultatiebureau
C
Medische secretaresse
D
Tandartsassistente

Slide 25 - Quiz

Jij bent doktersassistente en iemand komt bij jou aan de balie. Je ziet dat deze persoon erg bang is omdat hij op ziet tegen een ingreep. Wat doe je?
A
Je stelt deze persoon gerust en probeert je in te leven
B
Je verwijst deze persoon naar de wachtkamer
C
Je zegt dat hij niet bang hoeft te zijn en stuurt hem door naar de wachtkamer
D
Je doet niets. Geruststellen is een taak van de dokter

Slide 26 - Quiz

Een tandartsassistente mag zelfstandig een gaatje vullen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Waarom verwerkt de assistent consultatiebureau de gegevens in het dossier van het kind?
A
Zodat de arts of wijkverpleegkundige de groei en ontwikkeling van het kind in de gaten kan houden
B
Zodat de huisarts kan zien hoe het met het kind gaat
C
Zodat de ouders dit kunnen zien
D
Zodat je de gegevens zelf nog eens terug kunt zoeken

Slide 28 - Quiz

Wat is een taak van een doktersassistente?
A
Afspraken inplannen cliënten
B
Cliënten doorverwijzen naar het ziekenhuis
C
Telefonische spreekuren met cliënten
D
Medicijnrecepten voorschrijven

Slide 29 - Quiz

Over welke kennis moet een tandartsassistente beschikken?
timer
0:15000
A
Anatomie van het gebit
B
Vervaardigen van kunstgebit
C
Werking van de spijsvertering
D
Mondhygiëne

Slide 30 - Quiz

Wat is beroepsgeheim
A
dat je thuis niet alles over je werk vertelt
B
Als je niet mag vertellen welk beroep je hebt

Slide 31 - Quiz

Als verpleegkundige kun je werken in:
A
een gevangenis
B
een verpleeghuis
C
een ziekenhuis
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 32 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van een apothekersassistente?
timer
0:15000
A
Medicijnen in doosjes inpakken
B
De hele bijsluiter voorlezen aan de patiënt
C
Uitleg geven over medicatie
D
Medicijnen voorschrijven

Slide 33 - Quiz

Wat doet een thuiszorg verpleegkundige?
A
Het huishouden
B
Helpen met boodschappen doen
C
Helpen met dagelijkse zorg
D
Helpen een huis te kopen

Slide 34 - Quiz