Kunstgeschiedenis - Gotiek

Gotiek
  • 1140 - 1500
  • Ontstaan in Frankrijk.
  • Door toenemende welvaart andere maatschappij dan in Romaanse periode:  dorpen groeien uit tot stadjes met handel, gilden, geld (i.p.v. ruilhandel) en burgerij. 
  • Naast Christelijke ook profane kunst.
  • Naam afgeleid van Goten (barbaars). In eigen tijd: "opus modernum" of "opus francigenum".   
1 / 27
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Gotiek
  • 1140 - 1500
  • Ontstaan in Frankrijk.
  • Door toenemende welvaart andere maatschappij dan in Romaanse periode:  dorpen groeien uit tot stadjes met handel, gilden, geld (i.p.v. ruilhandel) en burgerij. 
  • Naast Christelijke ook profane kunst.
  • Naam afgeleid van Goten (barbaars). In eigen tijd: "opus modernum" of "opus francigenum".   

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welk kenmerk is NIET typerend voor de gotische bouwkunst?
A
Gebrandschilderde ramen
B
Bouwen in de hoogte
C
Tongewelven
D
Spitsbogen

Slide 3 - Quiz

Bouwkunst
  • Wedijver tussen steden: steeds mooiere en hogere kathedralen. 
  • Steden herkenbaar aan kerktorens, alles speelt zich in en rondom de kerk af. 
  • Verder (brandgevaarlijke) houten huizen, vaak zonder glas in vensters.  
  • Bouw van een kathedraal duurt jaren, alles is handwerk. Betaald van belastingen, aflaten en schenkingen. Als het geld op is stopt de bouw een tijdje.
  • Nederland baksteen, Frankrijk natuursteen.


Sint-Jan in Den Bosch

Slide 4 - Slide

Gotische kathedraal
  • Verticaal karakter met hoge torens.
  • Dankzij kruisribgewelven minder zware muren nodig: skeletbouw
  • Ruimte voor grote ramen, o.a. roosvensters
  • Grondplan ongewijzigd: Latijns kruis.
  • Spitsbogen (kunnen meer druk hebben dan rondbogen).  
  • Uitbundig gedecoreerd. 

Slide 5 - Slide

Stadhuis Leuven 
1439 -  1469
Dom van Milaan
1386 - 1950 (!)
Notre-Dame van Parijs
1163-1345

Slide 6 - Slide

hoog
 licht
kruisrib-gewelf
ramen met maaswerk
skeletbouw
spitsbogen
bundelpijlers

Slide 7 - Slide

Steunberen en luchtbogen met pinakels.  

Slide 8 - Slide

Glas-in-lood
  • Licht symboliseert god. 
  • Glas-in lood en brandschilderen. 
  • Goddelijk (paars) licht door overheersend   blauw en rood glas.
  • Polychroom. 
  • Roosvensters. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Romaans
Gotiek
kleine ramen
kruisribgewelf
glas-in-lood
dikke muren
tongewelf
luchtbogen
spitsbogen
rondbogen

Slide 11 - Drag question

Beeldhouwkunst
  • Steeds minder onderdeel van architectuur.
  • Losser en ruimtelijker.
  • Van symbolisch naar dramatisch.
  • Steeds meer emotie.
  • Steeds realistischer, met lichaamsdelen onder de gewaden. 
  • Plooival in kleding wordt soepeler. 

Slide 12 - Slide

Vroege Gotiek
Stijf en symbolisch
Late Gotiek
Realistisch, invloed Oudheid

Slide 13 - Slide

S-curve

Slide 14 - Slide

Vrijstaande beelden
rouwende 

steeds meer emotie

polychrome houten beelden

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Schilderkunst
  • Altaarstukken: op paneel geschilderde   Bijbelse vertellingen 
  • Van symbolisch naar meer realistisch. 
  • Ruimte-uitbeelding steeds echter (diepte      i.p.v. stapeling). 
  • Langzaam ook meer emotie. 
  • Gaandeweg vaker in eigen tijd en eigen       omgeving geplaatst. 
Vroege Gotiek: effen, gouden achtergrond met langwerpige figuren. 

Slide 17 - Slide

Omgekeerd perspectief
Verhalend moment met details en landschap steeds belangrijker.

Slide 18 - Slide

Gaandeweg meer 
 samenhang in het tafereel
en meer naturalisme.

Slide 19 - Slide

Perspectivische vertekening

Slide 20 - Slide

Gebroeders van Limburg,- "Getijdenboek", 1380-1390

Slide 21 - Slide

Laat Gotische schilderkunst
  • Door welvaart nu ook burgerlijke   opdrachtgevers. 
  • O.a. portretten in Bijbelse taferelen en     losse portretten. 
  • Symboliek
  • Realisme
  • Aandacht voor detail
  • Olieverf in plaats van tempera
  • Voor het eerst sinds Oudheid                       weer gesigneerd:                                               geen ambacht, maar kunst. 
Jan van Eyck

Slide 22 - Slide

Vlaamse primitieven
  • Groep schilders in de Zuidelijke   Nederlanden
  • 15e en begin 16e eeuw
  • o.a. Jan van Eyck en Rogier v.d. Weijden
  • Overgang tussen Gotiek en Renaissance
  • Olieverf
  • Nauwkeurige waarneming => realisme 
  • Aandacht voor achtergrond
Jan van Eyck, "Lam Gods", 1432
Eerste naakten sinds Oudheid

Slide 23 - Slide

Welke vernieuwingen zie je op dit schilderij? 
Rogier van der Weijden "Kruisafneming"
 1432-1435 

Slide 24 - Slide

Welke vernieuwingen gebruikt Rogier v.d. Weijden in zijn schilderij?

Slide 25 - Open question

Jeroen Bosch, "Tuin der Lusten", 1503 - 1515
  • Originele, eigen beeldtaal vol monsters, fantasiewezens en branden.
  • Religieuze onderwerpen en symboliek. 
  • Zou als "geniale kunstenaar" in de Renaissance passen.  

Slide 26 - Slide

Giotto di Bondone, "Verkondiging aan de heilige Anna", 1303 - 1305
  • Breekt met wetten van middeleeuwse weergave
  • Menselijker, perspectivische pogingen, plasticiteit
  • Zichtbare werkelijkheid wordt weer gegeven
  • Begin van de Renaissance

Slide 27 - Slide