Formatieve (herhaling) toets 6.1 t/m 6.4, de plantencel & fotosynthese
1 / 15
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad
Slide 2 - Drag question
Kijk naar deze bloem, welk geslacht heeft deze bloem?
A
Beide (man en vrouw)
B
man
C
vrouw
D
Geen geslacht
Slide 3 - Quiz
veel stuifmeel
kleverig stuifmeel
stempels in de bloem
bloemen hebben nectar
meeldraden buiten de bloem
bloemen geuren
Slide 4 - Drag question
Wat voor soort bestuiving is III?
A
Zelfbestuiving
B
Kruisbestuiving
C
Geen bestuiving
Slide 5 - Quiz
Hoeveel zaadbeginsels heeft deze stamper?
En hoeveel eicellen?
En hoeveel eicellen?
A
1 zaadbeginsel en 6 eicellen
B
6 zaadbeginsels en 3 eicellen
C
1 zaadbeginsel en 1 eicel
D
6 zaadbeginsels en 6 eicellen
Slide 6 - Quiz
Bij fotosynthese ....
A
nemen planten zuurstof op en geven koolstofdioxide af
B
nemen planten koolstof op en geven zuurstof af
C
Nemen planten C02 op en geven zuurstof af
D
nemen planten koolstof op en geven CO2 af
Slide 7 - Quiz
Wat is de functie van het celmembraan?
A
Beschermen van de cel
B
Maken van energie
C
Vervoeren van stoffen in de cel
D
Regelen van wat er in en uit de cel gaat
Slide 8 - Quiz
Een bloem bevat veel zaadbeginsels. In een van de zaadbeginsels zit een bevruchte eicel.
1. Heeft in deze bloem bestuiving plaatsgevonden?
2. Heeft in deze bloem bevruchting plaatsgevonden?
1. Heeft in deze bloem bestuiving plaatsgevonden?
2. Heeft in deze bloem bevruchting plaatsgevonden?
A
zowel bestuiving als bevruchting
B
alleen bestuiving
C
alleen bevruchting
D
geen bestuiving en geen bevruchting
Slide 9 - Quiz
Van bloem tot vrucht: waar begint het mee....
Er ontstaat een vrucht met zaad
Vorming stuifmeelbuis
Bevruchting
Bestuiving
Slide 10 - Drag question
Kelkbladeren
Zaadbeginsel
Bloemsteel
Slide 11 - Drag question
Van bloem tot vrucht
1. Een doperwt is een voorbeeld van een zaad
2. Een sperzieboon is een voorbeeld van een vrucht
1. Een doperwt is een voorbeeld van een zaad
2. Een sperzieboon is een voorbeeld van een vrucht
A
1 = waar
2 = waar
B
1 = waar
2 = niet waar
C
1 = niet waar
2 = waar
D
1 = niet waar
2 = niet waar
Slide 12 - Quiz
Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven?
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole
Slide 13 - Drag question
Waar vindt fotosynthese plaats?
A
In alle delen van een plant
B
Alleen in de bladeren van een plant
C
In alle groene delen van een plant.
D
In planten en groene dieren
Slide 14 - Quiz
Waarom doen planten aan fotosynthese?
A
Om zich te beschermen tegen de zon
B
Om hun eigen voedsel te produceren (glucose)
C
Om hun energie kwijt te kunnen
D
Om CO2 en water te produceren
