herhalen ogen en zenuwstelsel 14.2 t/m 14.3

herhalen ogen en zenuwstelsel 14.2 t/m 14.3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

herhalen ogen en zenuwstelsel 14.2 t/m 14.3

Slide 1 - Slide

Hoornvlies:
ooglens:
vaatvlies:
netvlies:
gele vlek:
blinde vlek:

Slide 2 - Slide

Pupilreflex


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Lens - verziend/ bijziend
 Je hebt een bolle lens/ + brillenglas nodig.
Verziend: beeld scherp áchter je netvlies.

Je kunt dichtbij niet scherp zien, je lens is niet bol genoeg/ je oog 
is te lang.

Slide 5 - Slide

Lens - verziend/ bijziend
 Je hebt een holle lens/ - brillenglas nodig.
Bijziend: beeld scherp vóór je netvlies.

Je kunt veraf niet scherp zien, je lens is niet plat genoeg/ je oog is te kort.

Slide 6 - Slide

Beeld vormen
Het beeld van de linker kant van het gezichtsveld komt rechts op het netvlies van beide ogen. 

Via de kruising (optisch chiasma) van de oogzenuwen gaat de info naar de rechter hersenhelft.


BINAS 87C4

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

BINAS
88L

overzicht van het autonome zenuwstelsel:

orthosympatisch en parasympatisch

Slide 9 - Slide

Neuronen

Slide 10 - Slide

Sensorisch neuron

Slide 11 - Slide

Schakelneuron

Slide 12 - Slide

Motorisch neuron

Slide 13 - Slide

Impuls
Zenuwcellen zijn electrisch geladen, de binnenkant is veel negatiever dan de buitenkant.

Als er een impuls ontstaat gaan er opeens veel positieve deeltjes (Na+) via natriumkanalen naar binnen en verandert de lading.

Slide 14 - Slide

Neuronen
Impuls: Elektrisch signaal door zenuw
Neurotransmitter: chemische stof die berichten tussen zenuwcellen doorgeeft


Slide 15 - Slide

Wat gebeurt er in de synaps? Tabel 88G

Slide 16 - Slide

Werkblad toetsvragen maken
Maak het werkblad in tweetallen.
Schrijf je antwoord op.
Klaar? Kijk je antwoorden na.
Wat gaat goed en wat kan beter?

Slide 17 - Slide