This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Redactiesommen
Dit ga je in deze les doen:
1. Lees het verhaaltjes goed door.
2. Welke cijfers heb ik nodig om de som te maken.
3. Wat voor een soort som is het? x + - :
4. Schijf de som op.
5. Reken de som uit
6. Vul het antwoord in.
Slide 3 - Slide
5 kinderen hebben samen een briefje van 50 euro. Ze kopen er alle 5 een kaartje van voor het zwembad. Ze hebben precies genoeg. Hoe duur was ieder kaartje? ______ euro
Slide 4 - Open question
De groentekraam op de markt leverde vandaag 7021 euro winst op. De notenkraam ernaast leverde een winst op van 6996 euro. Hoeveel euro leverde deze minder op dan de groetekraam? _____euro
Slide 5 - Open question
Erhan verzamelt kaarten in een album. In het album passen 250 kaarten. Hij heeft er al 172. Hoeveel kan hij nog sparen tot zijn album vol is? ______ euro
Slide 6 - Open question
Een cd kost €12.50. Fons betaalt met 15 euro. Hoeveel krijgt hij terug?
A
2 euro en 5 cent
B
2 euro en 50 cent
C
5 euro en 2 cent
D
5 euro en 20 cent
Slide 7 - Quiz
Jasmijn koopt een tablet van 680 euro. Zij krijgt 250 euro korting. Hoeveel moet ze betalen? ___euro
Slide 8 - Open question
Luuc heeft 480 gram suiker. Hij gebruikt 155 gram voor het maken van een appeltaart. Hoeveel gram houdt hij over? _____gram
Slide 9 - Open question
"Als we nog 2 stoelen verkopen hebben we deze week 300 stoelen verkocht", zegt de marktverkoper. Hoeveel stoelen zijn er tot nu toe verkocht?______stoelen
Slide 10 - Open question
3 kilo aardbeien kost 15 euro. Hoeveel moet moeder betalen voor 4 kilo? ____ euro
Slide 11 - Open question
Deshanté doet vakantiewerk en verdient iedere dag 15 euro. Hoeveel dagen moet zij werken om een fiets van 150 euro te kunnen kopen?
A
100 dagen
B
20 dagen
C
15 dagen
D
10 dagen
Slide 12 - Quiz
Yalissia komt om half 8 uit bed. Om kwart voor 9 moet ze klaar zijn om naar school te gaan.
Hoeveel MINUTEN heeft ze om zich klaar te maken?
A
B
C
D
Slide 13 - Quiz
Gwythanshelly, Jesus en Orlando verdelen samen 90 snoepjes. Hoeveel krijgt ieder? _____ snoepjes
Slide 14 - Open question
Op een spaarkaart passen 25 zegels. Annemarie heeft 356 zegels. Hoeveel spaarkaarten kan zij vol maken.
Slide 15 - Open question
Over precies 168 dagen is Keanu jarig heeft hij uitgerekend. Precies 3 weken later wil hij weer weten hoeveel dagen het nog duurt. Hoeveel dagen duurt het dan nog ? _____dagen
Slide 16 - Open question
Axel koopt een stereoset van 420 euro. Daarbij koopt hij nog eens geluidsboxen van 133 euro. Hoeveel euro moet hij betalen? _____ euro
Slide 17 - Open question
De moeder van Jinthe koopt voor haar verjaardag 4 cadeautjes van 9 euro en drie cadeautjes van 7 euro. Hoeveel moet ze betalen? ______ euro