paragraaf 4. Neerslag

Hoofdstuk 2. Weer en klimaat
Paragraaf 4. Neerslag
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2. Weer en klimaat
Paragraaf 4. Neerslag

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Leerdoelen
  •  Uitleg paragraaf 4
  • Maken opdrachten paragraaf 4
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Mavo:
1. Je weet hoe neerslag ontstaat.

2. Je weet hoe stijgingsneerslag en stuwingsneerslag ontstaan.

3. Je weet waarom er neerslag ontstaat bij een koufront en bij een warmtefront.


Havo/vwo:
1. Je weet hoe neerslag ontstaat.

2. Je weet hoe frontale neerslag ontstaat.

3. Je weet hoe stuwingsneerslag ontstaat.

4. Je weet hoe stijgingsneerslag ontstaat.



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Neerslag
Wolken
- De zon verwarmt het water
- Water verdampt (ook uit planten)
      - Waterdamp (water in de vorm van gas) in de lucht
- Warme lucht stijgt op en koelt af

Condensatie: Gas of damp verandert in vloeistof
-> Wolken ontstaan

Slide 5 - Slide

Hoe ontstaat neerslag?
- Zon verwarmt het land en de zee
- Water verdampt
- Waterdamp stijgt op, koelt af, condenseert
- Waterdruppels vormen samen wolken
- Waterdruppels of ijskristallen groeien aan door het botsen met waterdruppels
- Als de ijskristallen te zwaar worden: Neerslag
        - Regen, sneeuw of hagel

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Stijgingsneerslag
- Vooral rond de evenaar
- Warme lucht die heel hoog opstijgt
- Torenhoge wolken
- Zware buien

Slide 8 - Slide

Stuwingsneerslag
Neerslag die ontstaat als lucht met veel waterdamp tegen een berghelling geduwd wordt.
Loefzijde:
Hier komt de wind vandaan en valt veel neerslag.
Lijzijde:
De kant van de berg waar het droog is.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

De juiste volgorde is...
A
condenseren- verdampen- neerslag
B
verdampen - condenseren - neerslag
C
verdampen - neerslag - condenseren

Slide 11 - Quiz

Welke 3 begrippen horen bij stuwingsneerslag
A
warme vochtige lucht, condensatie, neerslag
B
koude droge lucht, condensatie, regen
C
stijgende lucht vanaf de lijzijde, neerslag, wolkbreuk
D
Wind vanaf land, weinig wolken, veel neerslag

Slide 12 - Quiz

Een gebergte kan neerslag en temperatuur tegenhouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Stuwingsneerslag is neerslag die opstijgt tegen een gebergte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

In Nederland komt de volgende neerslagvorm het meest voor
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Frontale Neerslag
D
Geen van drie.

Slide 15 - Quiz

Warmte front
Koufront

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Maken opdrachten paragraaf 4

Klaar? Werk de leerdoelen voor jezelf uit

Slide 17 - Slide