H4 HV1 par 1-2: oefentoets natuurrampen in Japan

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

OEFENTOETS

havo/vwo 1 H4 par 1-2: Natuurrampen in Japan

Dit is een oefentoets met alleen meerkeuzevragen. Het kan dus zijn dat je deze toets makkelijker ervaart dan de 'echte' repetitie. Zorg dat je altijd goed voorbereid bent op de repetitie, ongeacht het cijfer voor deze toets.

Succes!

Leerdoelen paragraaf 1

Je weet:

1. wat de Ring van Vuur is.

2. welke natuurrampen regelmatig voorkomen in Japan.

3. waardoor aardbevingen en vulkanen voorkomen in Japan.

Leerdoelen paragraaf 2

Je weet:

1. hoe een tsunami ontstaat.

2. waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt.

3. wat de gevolgen zijn van een tsunami.

4. welke hulp nodig is na een tsunami.

Het landschap van Japan heeft veel reliëf.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is geen natuurramp die in Japan kan voorkomen?

1. Aardbeving
2. Vulkaanuitbarsting
3. Tsunami
4. Hongersnood

Wat zie je niet op de afbeelding?

1. Schollen
2. Vulkanen
3. Ring of fire
4. Breuklijnen

Welke van deze twee soorten aardplaten is het zwaarst?

1. Oceanische plaat
2. Continentale plaat

Gesmolten gesteente onder de aardkorst noem je:

1. Lava
2. Magma

Bewegend gesteente in de aardkorst noemen we:

1. Lava
2. De buitenkern
3. Breuken
4. Convectiestromen

Hoe noem je de plaatbeweging die hiernaast te zien is?

1. Convergent
2. Divergent
3. Transform

Een diepe kloof onder in de zee, noemen we:

1. subductie
2. engogene krachten
3. een trog
4. een zeebeving

Hoe noem je de plaatbeweging die hiernaast te zien is?

1. Convergent
2. Divergent
3. Transform

Hoe noem je de plaatbeweging die hiernaast te zien is?

1. Convergent
2. Divergent
3. Transform

Welke beweging van aardplaten vinden we op plekken waar subductie is?

1. Transforme beweging
2. Divergente beweging
3. Convergente beweging

Bij welk cijfer is het gesteente het langst geleden ontstaan?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Een tsunami kan voorkomen worden door het plaatsen van een waarschuwingssysteem.

1. Juist
2. Onjuist

Een aardbeving die een tsunami veroorzaakt heeft altijd een hypocentrum dat in zee ligt.

1. Juist
2. Onjuist

Een aardbeving begint ergens diep in de aardkorst. Het punt aan het aardoppervlak daar loodrecht boven heet het epicentrum

1. Juis
2. Onjuist

De kracht van een aardbeving meet je met:

1. de schaal van beaufort
2. een weegschaal
3. een fruitschaal
4. de schaal van richter

Als je op de schaal van richter van 1 naar 2 gaat is de aardbeving:

1. 1x zo sterk
2. 10x zo sterk
3. 100x zo sterk
4. 1000x zo sterk

Wetenschappers die aardbevingen bestuderen heten:

1. Geologen
2. Geografen
3. Seismologen
4. Tsunamilogen

Aardbevingen lichter dan 2 op de schaal van richter.

1. Kun je goed voelen
2. kun je niet voelen
3. zijn alles verwoestend
4. komen altijd na een zware aardbeving

In Nederland komen aardbevingen voor, maar deze zijn meestal niet zo zwaar.

1. juist
2. onjuist