leesvaardig blok 3 en 4 kriskras opdrachten

Welkom!
 
Pak alvast je pen,  boek en schrift zodat we snel kunnen beginnen.


TOETSWEEK CLAROREAD? Geef het even door.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
 
Pak alvast je pen,  boek en schrift zodat we snel kunnen beginnen.


TOETSWEEK CLAROREAD? Geef het even door.

Slide 1 - Slide

Vandaag:
Oefenen toetsstof aan aan de hand van verschillende opdrachten. Wie het eerst de antwoorden (goed) heeft!
HOE?
Je krijgt een aantal opdrachten te zien op het bord.
In zacht overleg zoeken jullie de juiste antwoorden.
Heb je alle antwoorden gevonden en denk je dat ze goed zijn?
Geef twee klappen met je handen: beloning!

Slide 2 - Slide

Opdracht 1
Blz. 139, tekst 5.
a) Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
b) Wat is de kernzin van alinea 4?
c) Waar verwijzen de volgende woorden naar?
-ze (reg. 26)
-dat (reg 29)
-die (reg 31)

Slide 3 - Slide

Opdracht 2
Blz. 146, tekst 9

a) Welke tekstverbanden kom je tegen? (uitspraak.....................)

b) Aan welke signaalwoorden kun je dat zien?

Slide 4 - Slide

Opdracht 3
Blz. 187, tekst 4

a) Welke manier van inleiden wordt gebruikt?
b) Op welke wijze wordt de tekst afgesloten?
c) Wat is de kernzin van alinea 2?
d) Wat het het schrijfdoel van deze tekst?

Slide 5 - Slide

Opdracht 4
Blz. 189, tekst 5
 a) Welke manier van inleiden wordt er gebruikt?
b) Wat is het schrijfdoel van deze tekst?
vwo-leerlingen:
c) Welke verbindingsmanier wordt gebruikt tussen alinea 1 en 2
d) Welke verbindingsmanier wordt gebruikt tussen alinea 3 en 4

Slide 6 - Slide

Opdracht 5
Vwo:

a) Welke manieren om alinea's aan elkaar te verbinden ken je?

b) Welke tekstverbanden ken je? Uitspraak...........

Slide 7 - Slide

Opdracht 6
Blz. 192, tekst 7
a) Welke manier van inleiden wordt hier gebruikt?
b) Hoe zijn de alinea's met elkaar verbonden? (vwo)
    - alinea 2 en 3
    - alinea 3 en 4
    - alinea 4 en 5
c) Licht je antwoord toe.

Slide 8 - Slide

Opdracht 7
Blz. 194, tekst 8
a) Laatste zin van alinea 2: welk verband zie je?
b) Waar zie je dat aan?
vwo:
a) Op welke manier wordt alinea 1 aan alinea 2 verbonden?
b) Op welke manier zijn alinea 2 en 3 aan elkaar verbonden?
c) Leg beide antwoorden uit.

Slide 9 - Slide

Wat zijn de vier manieren om een tekst in te leiden?

Slide 10 - Open question

Op welke manieren kan een schrijver de tekst afsluiten?

Slide 11 - Open question

Wat is een kernzin?

Slide 12 - Open question

Wat is het onderwerp van een tekst?

Slide 13 - Open question

Wat wordt bedoeld met de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 14 - Open question

Welke schrijfdoelen ken je?

Slide 15 - Open question

Wat is het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken in een tekst?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Link