Planète Collège, cours 4 06 02 2023 1C

Bonjour HV1C
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour HV1C

Slide 1 - Slide

devoirs pour aujourd'hui 
 bloc B n-f f-n (schrijvend leren)   kloktijden (zie aantekeningen schrift opdracht 12 A - page 108
 les jours de la semaine )dagen van de week - opzeggen en schrijven page 132
faire exercices: 10 B, 11, 12 B = af!!!






Slide 2 - Slide

Programme pour le 6 février

  • révision contrôle
  • révision devoirs
  • Correction exercices
  • l heure 2 ième partie
  • fais ton propre emploi du temps


Slide 3 - Slide

de les, de taal, de jongere

Slide 4 - Open question

beginnen, naar huis gaan, streng

Slide 5 - Open question

ik ga, geweldig, dragen

Slide 6 - Open question

dinsdag, vrijdag, zondag, woensdag

Slide 7 - Open question

Bloc B
exercices

10B, 10C, 11, 12B

Slide 8 - Slide

Welk woord hoort er NIET bij?
A
le matin
B
la langue
C
l'après-midi
D
la semaine

Slide 9 - Quiz

Vind de juiste combinaties
eten
dragen
een hekel hebben aan
houden van
liever hebben
praten
préférer
manger
parler
aimer
porter
détester

Slide 10 - Drag question

Traduis: Je vais à la maison

Slide 11 - Open question

Le cours _________ à neuf heures.(beginnen=commencer)
A
commencent
B
commences
C
commencer
D
commence

Slide 12 - Quiz

L'heure

deuxième partie

Slide 13 - Slide

Grammaire bloc D  p. 112

Slide 14 - Slide

avoir = hebben
vb.   ik heb = j'ai
werkwoorden op -ER
vb. habiter= wonen      jij woont = tu habites

Slide 15 - Slide

Ik
Jij
Hij
Zij (👩🏼)
Wij / Men
Wij
Jullie / U
Zij (👩🏼👩🏼)
Zij (👨🏽👨🏽)
Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles

Slide 16 - Drag question

Fais attention!
avoir = hebben       jij hebt= tu as
être = zijn                  jij bent= tu es


avoir= hebben       zij hebben = ils / elles ont
être= zijn                  zij zijn          = ils / elles sont

Slide 17 - Slide

être = zijn
Je suis Tara = Ik ben Tara

Ik ben                    = je suis
jij bent                  = tu es
men is/we zijn   = on est

wij zijn                  = nous sommes
u / jullie zijn       = vous êtes
zij zijn                   = ils /elles sont


Slide 18 - Slide

être
=
 zijn




il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 19 - Drag question

Faites votre emploi du temps.

Gebruik o.a. p.130


*mentorles=
vie de classe

Slide 20 - Slide

devoirs
Pour ......
apprendre: vocabulaire A +B + verbe être = zijn = bloc D
faire ex: 

Slide 21 - Slide