Les Moniek

Les Moniek
Opbouwend naar paragraaf 7.1 VWO 5 Gymnasium
Zuren en Basische oplossingen
1 / 47
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les Moniek
Opbouwend naar paragraaf 7.1 VWO 5 Gymnasium
Zuren en Basische oplossingen

Slide 1 - Slide

Doel
We gaan kijken hoeveel interesse je hebt in Scheikunde.

Geef zelf aan wanneer je interesse weg is.

Ik weet niet wat je startniveau is. Dus dat test ik elke keer, dat bepaald hoe snel we erdoorheen gaan. Ik begin bij absolute basis, en bouw op naar VWO 5 paragraaf 7.1 (paragraaf 1)

Slide 2 - Slide

Inhoud van de les
Bouw van een atoom en Binas 99
Ionen / samengestelde ionen en Binas 45A
Molariteit en concentratie en Binas 98
Zuren en basen
pH en pOH
Het waterevenwicht (pKw)

Slide 3 - Slide

Deel 1 voorkennis
 Bouw van Atomen

Slide 4 - Slide

Uit welke twee delen is een atoom opgebouwd?

Slide 5 - Open question

Uit welke drie elementaire deeltjes bestaat een atoom?

Slide 6 - Open question

Welk deeltje heeft geen massa?
A
Proton
B
Neutron
C
Elektron
D
Higgs Boson

Slide 7 - Quiz

Welk deeltje bepaald welke atoomsoort een atoom is?
A
Proton
B
Neutron
C
Elektron
D
Higgs Boson

Slide 8 - Quiz

Bouw Atoom
Kern met schil

In schil elektron
In kern proton en neutron

Slide 9 - Slide

Elementaire deeltjes
Deeltje
Massa
Lading
Eigenschap
Proton (p+)
1 u
+1 
Welke atoom
Neutron (n0)
1 u
0
Atoom massa
Elektron (e-)
0 u (0,00001)
-1
Elektriciteit en lading

Slide 10 - Slide

Binas 99
Atoom massa = p+ + n0

Lading = p+ - e-

Aflezen van tabel

Slide 11 - Slide

Hoeveel protonen heeft Calcium?
A
40
B
20
C
2

Slide 12 - Quiz

Noteer het aantal protonen, neutronen en elektronen van een neutrale Chloor.

Slide 13 - Open question

Wat voor soort element is Seleen? (Se)
A
Moluculaire stof
B
Metaal

Slide 14 - Quiz

Deel 2 voorkennis 
Ionen

Slide 15 - Slide

Hoeveel elektronen heeft Zwavel (S) Met lading 2-?
A
14
B
16
C
18

Slide 16 - Quiz

Hoeveel atomen magnesium Mg(2+) kunnen binden aan moleculen fosfaat (PO(3-))?
In magnesiumfosfaat? (Mg x (PO3) x)
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurd er als loodbromide (PbBr) oplost in water?
A
s
B
m
C
g
D
r

Slide 18 - Quiz

Ionen
Meer of minder elektronen
Worden in of uit de schil gegooid.

Moleculair: negatief
Metaal: positief

Zout: moleculair + metaal = lading 0
Binas 45A hoe het oplost
BINAS 66A en B voor namen

Slide 19 - Slide

Samengesteld ion
Belangrijk:
Hydroxide OH-
Nitraat NO3-
Sulfaat SO4 (2-)

In reactie:
Lading alleen in opgeloste vorm.

Slide 20 - Slide

Hoeveel elektronen heeft Chroom (Cr) met lading 6+?
A
18
B
24
C
30

Slide 21 - Quiz

Wat gebeurd er als Calciumcarbonaat (CaCO3) (krijt) Oplost in water?

A
s
B
m
C
g
D
r

Slide 22 - Quiz

Wat is de correcte formule van Aluminium (Al (3+)) sulfaat (SO4(2-))?
Zet de sulfaat bij meer dan 1 tussen haakjes.

Slide 23 - Open question

Deel 3 Voorkennis
Molariteit en Concentratie

Slide 24 - Slide

Wat is de molaire massa van suiker? (C6H12O6)
--> 6x koolstof, 12x water, 6x zuurstof

Slide 25 - Open question

Hoeveel liter koffie kan je maken met 5 gram suiker, bij een concentratie suiker in de koffie van 0,6 g/L?
Vergeet de berekening niet ;)

Slide 26 - Open question

Bereken de hoeveelheid gram ijzerchloride dat nodig is voor 1L [FeCl2] = 4,5mol/L
Vergeet de berekening niet ;-)

Slide 27 - Open question

Molecuulmassa
BINAS 98 --> g/mol
BINAS 99
Geeft u = g/mol

Wet van behoud van massa
NIET WET VAN BEHOUD VAN MOL

Slide 28 - Slide

Concentratie
Zoveel gram in zoveel liter.

Kan ook in mol per liter.
[stof] --> mol/L
C = n x V
n = aantal mol
Eenheden spel???

Slide 29 - Slide

Wat is de moleculaire massa van alcohol? (C2H6O)
--> 2x koolstof, 6x waterstof, 1x zuurstof

Slide 30 - Open question

In 1 liter wijn = massa bij benadering 1 kg zit 12,5% alcohol.
a) Bereken de massa van de alcohol.
b) Bereken de concentratie van de alcohol.
Noteer je antwoord a en b.

Slide 31 - Open question

Net heb je berekend dat meestal in wijn geld (alcohol) = 125g/L. In een normale fles wijn zit 0,75L.
a) Bereken de massa alcohol (C2H6O) in 1 fles wijn.
b) Bereken de hoeveelheid mol alcohol in 1 fles wijn.

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Deel 1 paragraaf 7.1
Zuren en Basen

Slide 34 - Slide

Zuur / base
pH schaal 0-14

pH is aantal deeltjes H+ (zuur)
Dit wordt H3O+

pOH is aantal deeltjes OH- (base)

Slide 35 - Slide

Water is neutraal.
BINAS 49 sterkte

Slide 36 - Slide

Bij welke pH is er het meeste [OH-]?
A
3
B
6
C
9
D
12

Slide 37 - Quiz

Cola heeft pH 2,7.
Welk deeltje zal de grootste concentratie hebben?

Slide 38 - Open question

Deel 2 paragraaf 7.1
pH en pOH

Slide 39 - Slide

pH en pOH
pH = -log [H3O+] --> [H3O+] = 10^-pH
pH 1: [H3O+] = 10^-1 = 0,1 mol/L
Cola [H3O+] = 0,002 mol/L --> pH = -log 0,002 = 2,7

pOH = -log [OH-] --> [OH-] = 10^-pOH
Ammoniak [OH-] = 0,0001 mol/L --> pOH = -log 0,0001 = 3

pKw = [pH] + [pOH] = 14
Dit geeft: pH = 14-3 = 11. Dus [H3O+] = 10^-11 = 1x10^-11

Slide 40 - Slide

Bereken de concentratie [H3O+] bij
pH 2.
A
0.1 mol/L
B
0.01 mol/L
C
0.001 mol/L
D
0.0001 mol/L

Slide 41 - Quiz

Wat is de pH bij een pOH van 6?
A
6
B
8
C
14

Slide 42 - Quiz

Bereken de [OH-] bij een pH van 12.
Geef de berekening.

Slide 43 - Open question

Deel 3 paragraaf 7.1
Het waterevenwicht
Knap dat je nog volhoud, ik had niet verwacht dat je zover zou komen.

Slide 44 - Slide

Waterevenwicht
Kw = [H3O+] x [OH-]

Bij evenwicht geld:
[H3O+] = [OH-] --> pH = pOH = 7
Dit heeft gevolgen, reken altijd maar met 1 van de twee, tot 7.

Slide 45 - Slide

Bepaal bij pH 8,2 welk deeltje het meest aanwezig is, en bereken daarvan de concentratie.

Slide 46 - Open question

Slide 47 - Slide