De Kunst van Zagen: Alles over Handzagen

De Kunst van Zagen: Alles over Handzagen
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Kunst van Zagen: Alles over Handzagen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten handzagen benoemen en hun juiste gebruik uitleggen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het gebruik van handzagen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Soorten Handzagen
1. Schrobzaag
2. Kapzaag
3. Beugelzaag
4. Decoupeerzaag

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Schrobzaag
Een korte zaag met fijne tanden, geschikt voor het zagen van gebogen lijnen en kleine hoeken.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Kapzaag
Een zaag met een verstevigde rug en fijne tanden, ideaal voor het zagen van rechte lijnen en het maken van versteksnedes.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Beugelzaag
Een langwerpige zaag met een smalle, vervangbare zaagblad, geschikt voor fijn en precies zaagwerk.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Decoupeerzaag
Een elektrische zaag met een smal, bewegend zaagblad, handig voor het zagen van gebogen lijnen en uitsparingen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Veiligheidstips
1. Draag altijd een veiligheidsbril.
2. Houd je handen uit de buurt van het zaagblad.
3. Zorg voor een stevige grip op het werkstuk.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Oefening
Probeer met een partner het zagen van rechte lijnen en versteksnedes met een kapzaag.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Vat samen welke zaag geschikt is voor welke klus en benadruk het belang van veiligheid tijdens het gebruik van handzagen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.