3.3 Hoe is het werk geregeld?

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf: 3.2 blz. 82 (huiswerk controle)
  • Ik heb alleen de spullen op tafel die ik deze les nodig ben: Boek, etui en rekenmachine
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op 
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik bemoei me niet met een ander
  • Ik doe wat er gevraagd wordt van de docent
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf: 3.2 blz. 82 (huiswerk controle)
  • Ik heb alleen de spullen op tafel die ik deze les nodig ben: Boek, etui en rekenmachine
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op 
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik bemoei me niet met een ander
  • Ik doe wat er gevraagd wordt van de docent
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen

Slide 1 - Slide

3.3 Hoe is het werk geregeld?
H1 Economie is meer dan geld

Slide 2 - Slide

Wat weten we nog/al?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 3.2
  • Je kunt het verschil tussen een vaste baan en tijdelijke baan uitleggen.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een deeltijdbaan en voltijdbaan.
  • Je kunt gegevens uit een cirkeldiagram aflezen en een cirkeldiagram tekenen.
  • Je kunt de drie productiesectoren noemen en er voorbeelden bij geven.
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsverdeling is en het nut ervan noemen.

Slide 4 - Slide

Begrippen paragraaf 3.2 
  • Arbeidsverdeling
  • Deeltijdbaan
  • Productiesectoren
  • Tijdelijke baan
  • Vaste baan
  • Voltijdbaan 

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 3.3
  • Je kunt uitleggen hoe in de wet het minimumloon is geregeld.
  • Je kunt twee wetten noemen die werknemers beschermen.
  • Je kunt uitleggen hoe technologische ontwikkelingen het werk beïnvloeden.
  • Je kunt uitleggen waarom scholing nodig is. 

Slide 6 - Slide

Minimumloon
  • Als je werkt heb je recht op het wettelijk minimumloon
  • Dat is het brutoloon dat een werknemer van 21 jaar en ouder minstens per uur moet verdienen
  • Ben je jonger dan geldt het minimumjeugdloon.
  • Dat is een percentage van het minimumloon. Hoe jonger, hoe lager het minimumjeugdloon.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wetten en regels
  • Om werknemers te beschermen zijn er 2 wetten opgesteld.
  • In de Arbeidstijdenwet staan regels voor werk- en rusttijden. Voor jongeren gelden speciale regels.
  • In de Arbowet (arbo= arbeidsomstandigheden) staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Technologische ontwikkelingen
Veel producten hebben we te danken aan nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen.
Je noemt dit technologische ontwikkelingen.
Werk verandert door technologische ontwikkelingen.
Robots verzamelen goederen en computers doen ook veel.
Door technologische ontwikkelingen kan er werkloosheid ontstaan, maar er kunnen juist ook banen door ontstaan.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Werk en opleiding
  • Veel scholieren hebben een bijbaantje. Meestal doen ze ongeschoold werk. Dit is werk waarvoor je geen beroepsopleiding nodig hebt. Zoals een krantenwijk
  • Voor veel banen heb je scholing nodig. Dan doe je een beroepsopleiding of cursus waarin je leert voor een baan.
  • Voorbeelden van geschoold werk zijn: leraar, automonteur of kapper.
  • Ook als je een baan hebt, vol je vaak cursussen. Door bijscholing blijf je op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in jouw beroep.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Begrippen paragraaf 3.3
  • Arbeidstijdenwet
  • Arbowet
  • Minimumloon
  • Scholing
  • Technologische ontwikkelingen

Slide 15 - Slide

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen hoe in de wet het minimumloon is geregeld.
  • Je kunt twee wetten noemen die werknemers beschermen.
  • Je kunt uitleggen hoe technologische ontwikkelingen het werk beïnvloeden.
  • Je kunt uitleggen waarom scholing nodig is. 

Slide 16 - Slide

Aan het werk!
Klassikaal gemaakte opdrachten: 2, 10, 13 en 16
Nog te maken opdrachten 3.3: 1, 3, 6, 8, 9 12 en 15 (omcirkelen)

Opdrachten laten controleren bij de docent, bij goedkeuring nakijken.
Nagekeken werk laten controleren bij de docent, bij goedkeuring:
  • Maken plusopdrachten Hoofdstuk 3
  • Bezig met een ander vak
  • Lezen


 

timer
25:00

Slide 17 - Slide