This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
rekenen met eenheden
Welkom
zoek je plek op
pak je spullen
Wordt stil.
Maak opdracht 1 t/m 4 blz 22
(zs)
Slide 1 - Slide
rekenen met eenheden
Welkom
zoek je plek op
pak je spullen
Wordt stil.
Maak opdracht 11 t/m 12 blz 42
(zs)
Slide 2 - Slide
meten is weten
Welkom
zoek je plek op
pak je spullen
Wordt stil.
Maak opdracht 1 t/m 4 blz 33
(zs)
Slide 3 - Slide
Nask 2e klas
Nask 2e klas
Werken met grootheden en eenheden
Slide 4 - Slide
Welke blauwe lijn is langer?
A
de bovenste
B
de onderste
C
geen van beide
Slide 5 - Quiz
schatten is onnauwkeurig
Door te meten weet je zeker wat de maat van iets is
Slide 6 - Slide
Meten is weten
Hoe lang je bent met een meetlat. (meten)
De temperatuur buiten met een thermometer.
Het gewicht met een weegschaal. (wegen)
Slide 7 - Slide
Meten geeft je belangrijke informatie.
Als je bijvoorbeeld wilt weten hoeveel je bent gegroeid in een jaar, of het buiten warm genoeg is voor een korte broek of hoeveel gram suiker je nodig hebt voor het bakken van de koekjes.
Slide 8 - Slide
meet instrument
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Wat is een grootheid?
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.
Een voorbeeld is lengte.
Slide 11 - Slide
Noem een grootheid. (wat kun je meten?)
Slide 12 - Mind map
Wat is een eenheid?
De eenheid is de maat waarin je een grootheid meet.
De eenheid komt achter een getal te staan.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
00:28
Een grootheid is....
A
Een eigenschap van iets die je kunt meten
B
De maat waarin je iets kunt meten
C
Hoe groot iets is
Slide 15 - Quiz
00:41
Geef 3 voorbeelden van grootheden
Slide 16 - Mind map
01:13
Een eenheid is....
A
Een eigenschap van iets die je kunt meten
B
De maat waarin je iets kunt meten
C
Hoe groot iets is
Slide 17 - Quiz
01:19
Geef 3 voorbeelden van eenheden
Slide 18 - Mind map
Achter het antwoord van een bereking bij nask schrijf je altijd de.......
Slide 19 - Open question
Noem een eenheid van lengte
Slide 20 - Mind map
Noem een eenheid van tijd
Slide 21 - Mind map
Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare
Slide 22 - Drag question
Wat heb je geleerd vandaag?
Slide 23 - Open question
pak nu je plenda
Zoek De volgende les nask op:
Slide 24 - Slide
volgende les
Lz. blz 32 t/m 34 de blauwe vlakken.
mk opdracht 1 t/m 12
blz 33 t/m 35
Slide 25 - Slide
volgende les
Lees: blz. 16 t/m 18
maak: opdr 1 t/m 16
waar: blz 22 t/m 24
noteer dit in je plenda
laat je plenda open op tafel liggen
Slide 26 - Slide
Rekenen met eenheden
Welkom
zoek je plek op
pak je spullen
Wordt stil.
lees: hoe reken je een eenheid om
blz 35
(zs)
Slide 27 - Slide
Rekenen met eenheden
Welkom
zoek je plek op
pak je spullen
Wordt stil.
(bk) maak: opdr 7 en 8 (blz 47)
(kgt)maak opdr. 11 en 12 (blz 42)
voorin
Slide 28 - Slide
Rekenen met eenheden
Welkom.
zoek je plek op.
pak je spullen.
Wordt stil.
lees:
Hoe reken je een eenheid om
blz 35 (bk)
BLZ 18 (kgt)
Slide 29 - Slide
Rekenen met eenheden
je weet hoe je eenheden omrekent
Je weet hoe je meetinstrumenten afleest
Slide 30 - Slide
welke vraag helpt je om te bepalen of iets een grootheid of een eenheid is?
Slide 31 - Open question
Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare
Slide 32 - Drag question
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Video
Slide 35 - Slide
8 kg =....g
A
0,008
B
80
C
800
D
8000
Slide 36 - Quiz
40 mm=.......m
A
0,004
B
0,04
C
4
D
400
Slide 37 - Quiz
45,98 hm=......cm
A
0,04598
B
4598
C
45980
D
459800
Slide 38 - Quiz
Lees: Hoe reken je eenheden om.
blz 35
Slide 39 - Slide
Hoe lees je een meetinstrument af?
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Video
pak nu je plenda
Zoek De volgende les nask op:
Slide 42 - Slide
Lees: blz 18 en 19
maak: opdr 1 t/m 26
waar:blz 22 t/m 26
noteer dit in je plenda
laat je plenda open op tafel liggen
Lees: Hoe reken je eenheden om
blz 35
maak: opdr 13 t/m 19
waar: blz 36 t/m 37
noteer dit in je plenda
laat je plenda open op tafel liggen
Slide 43 - Slide
Huiswerk
Lees: blz 18 en 19
Lees: blz. 16 t/m 19 en blz 26 en 27
maak: opdr 1 t/m 26 (blz 22 t/m 26) en opdracht 11 t/m 14 (blz 42 en 43 )