Woordenschat

Amicaal
Aandenken
Bezoek
Bonje
Domineren
Gunstig
Knus
Nauwgezet
Oprecht
Roddelen
Vriendschappelijk

Souvenir

Visite

Ruzie

Overheersen
Voordelig
Gezellig
Precies
Eerlijk
Kwaadspreken
1 / 22
next
Slide 1: Drag question
Nederlands

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Amicaal
Aandenken
Bezoek
Bonje
Domineren
Gunstig
Knus
Nauwgezet
Oprecht
Roddelen
Vriendschappelijk

Souvenir

Visite

Ruzie

Overheersen
Voordelig
Gezellig
Precies
Eerlijk
Kwaadspreken

Slide 1 - Drag question

Wat is een synoniem voor recent?
A
Binnenkort
B
Onlangs
C
Voorheen
D
Heden

Slide 2 - Quiz

Wat betekent fysiek?
A
Lichamelijk
B
Vriendschappelijk
C
Natuurkundig
D
Visie

Slide 3 - Quiz

Wat betekent effect?
A
Gevolg
B
Efficiëntie
C
Aandeel
D
Ruzie

Slide 4 - Quiz

Wat betekent verwantschap?
A
Band
B
Familielid
C
Kelder
D
Verslag

Slide 5 - Quiz

Wat betekent verzot?
A
Gek
B
Vreemd
C
Dol
D
Blij

Slide 6 - Quiz

Ruïneren
A
Elkaar opnieuw zien
B
Oud pand bezoeken
C
Overheersen
D
Vernielen

Slide 7 - Quiz

Souterrain
A
Zolder
B
Begane grond
C
Kelderverdieping
D
Tussenverdieping

Slide 8 - Quiz

Zich bekommeren om
A
Zich bemoeien met
B
Goed zorgen voor
C
Kwaadspreken
D
Iets nadoen

Slide 9 - Quiz

Wat betekent lokale?
A
Plaatselijke
B
Tijdelijke
C
Plek waar les wordt gegeven
D
Voormalige

Slide 10 - Quiz

Wat betekent kant noch wal?
A
De haven is in zicht
B
Van het kastje naar de muur
C
Onzin
D
Bijzonder

Slide 11 - Quiz

Wat betekent van haver tot gort?
A
Door en door
B
In orde
C
Volkomen eerlijk
D
Zonder ruzie

Slide 12 - Quiz

Schots en scheef
A
Rommelig
B
Schuine weg
C
IJsplaat in de zee
D
Berglandschap

Slide 13 - Quiz

Pracht en praal
A
Een optocht
B
Wat aan versiering, luxe en moois wordt getoond
C
Bont en blauw
D
Hopeloze ellende

Slide 14 - Quiz

Nooit ofte nimmer
A
Mogelijk in de toekomst
B
In dit tijdperk
C
Op geen enkel tijdstip
D
Heel lang geleden

Slide 15 - Quiz

Wat betekent bont en blauw?
A
Vol blauwe en geel-blauwe vlekken
B
Iets zeer kleurrijks
C
Een open wond
D
Wat aan versiering, luxe en moois wordt getoond

Slide 16 - Quiz

Voor galg en rad opgroeien
A
Opgroeien op de kermis
B
Opgroeien tot een misdadiger
C
Opgroeien in een drukke stad
D
Opgroeien buiten je familie

Slide 17 - Quiz

Wat betekent in kannen en kruiken?
A
Onzin
B
In Tilburg
C
Rommelig
D
In orde

Slide 18 - Quiz

Wat betekent in vuur en vlam?
A
Kwaad zijn
B
Hevig verliefd
C
Vlam vatten
D
Ruzie hebben

Slide 19 - Quiz

Wat betekent naar eer en geweten?
A
Volkomen eerlijk
B
In orde
C
Hopeloze ellende
D
Precies

Slide 20 - Quiz

Wat betekent pais en vree?
A
Zonder ruzie
B
Volkomen eerlijk
C
Door en door
D
Vrede

Slide 21 - Quiz


A

Slide 22 - Quiz