Instructie

Instructieve teksten
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Instructieve teksten

Slide 1 - Slide

Welke tekst is waarschijnlijk GEEN instructie?
A
Recept voor stroopwafelmuffins
B
12-stappenplan afkicken van drugs
C
Review van doe-het-zelfwinkel
D
Gebruiksaanwijzing kettingzaag

Slide 2 - Quiz

Wat is het doel van een instructieve tekst?
A
Jou iets laten beleven.
B
Jou iets laten uitvoeren.
C
Jou aan het denken zetten.
D
Jou ergens toe overhalen.

Slide 3 - Quiz

Bij een instructieve tekst legt de schrijver uit hoe je iets moet doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Een instructie is altijd een stappenplan, per punt onder elkaar opgeschreven.
A
Ja
B
Kan, hoeft niet.
C
Nee

Slide 5 - Quiz

Hoe schrijf je in een instructie de verschillende stappen op?
A
Puntsgewijs onder elkaar.
B
In een lopende tekst met signaalwoorden als 'ten eerste',...
C
In een rijtje en genummerd.
D
Met opsommingstekens als A, B, C, D etc.

Slide 6 - Quiz

Wat is de meest gebruikte werkwoordsvorm voor een instructie?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
D
Gebiedende wijs

Slide 7 - Quiz

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Je breekt twee eieren boven de beslagkom.
B
Breek twee eieren boven de beslagkom.
C
Twee eieren brekend boven de beslagkom.
D
Je hebt twee eieren gebroken boven de beslagkom.

Slide 8 - Quiz

Schrijf hier zelf een zin waarbij je de gebiedende wijs gebruikt.

Slide 9 - Open question

Meer informatie?
Taalblokken 3F Bouwsteen 1: Theorie tekstsoorten

Slide 10 - Slide