5.2 en 5.3


Welk proces is in de afbeelding schematisch weergegeven? 
A
Assimilatie (kost energie)
B
Assimilatie (levert energie op)
C
Dissimilatie (kost energie)
D
Dissimilatie (levert energie op)
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Welk proces is in de afbeelding schematisch weergegeven? 
A
Assimilatie (kost energie)
B
Assimilatie (levert energie op)
C
Dissimilatie (kost energie)
D
Dissimilatie (levert energie op)

Slide 1 - Quiz

Verbranding (aerobe dissimilatie van glucose)
Glucose (C6H12O6)
6 CO2
 6 H2O
38 ATP
6 O2

Slide 2 - Drag question

Wat is aan het begin van het sprinten vooral de beperkende factor voor de verbranding?
A
Glucose
B
Zuurstof
C
Glycogeen
D
ATP

Slide 3 - Quiz

Het wereldrecord op de 100m sprint is 9.58 sec. (gelopen door Usain Bolt). Uit welke voorraad van energiebronnen haalt hij de meeste energie tijdens deze prestatie?
A
ATP
B
ATP + CP
C
CP
D
Glucose

Slide 4 - Quiz

Het wereldrecord op de marathon is 2u01m39s. (gelopen door Eliud Kipchoge). Uit welke voorraad van energiebronnen haalt hij de meeste energie tijdens deze prestatie?
A
ATP
B
ATP + CP
C
CP
D
Glucose

Slide 5 - Quiz

Wat zou Usain Bolt vooral veel moeten eten voor een optimale voorbereiding van zijn spieren?
A
Koolhydraten
B
eiwitten
C
vetten
D
mineralen

Slide 6 - Quiz

Wat zou Eliud Kipchoge vooral veel moeten eten voor een optimale voorbereiding van zijn spieren?
A
Koolhydraten
B
eiwitten
C
vetten
D
mineralen

Slide 7 - Quiz

De meest aanwezig groep voedingsstoffen in plantaardig voedsel zijn meestal?
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
Vetten
D
vitaminen

Slide 8 - Quiz

Hierdoor dient plantaardig voedsel vooral als...
A
brandstof
B
bouwstof
C
reservestof
D
spoorelement

Slide 9 - Quiz

De meest aanwezig groep voedingsstoffen in dierlijk voedsel zijn meestal?
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
Vetten
D
vitaminen

Slide 10 - Quiz

Hierdoor dient dierlijk voedsel vooral als...
A
brandstof
B
bouwstof
C
reservestof
D
spoorelement

Slide 11 - Quiz

Dierlijke cellen hebben geen celwand. Hierdoor zal dierlijke voedingen helemaal geen koolhydraten bevatten
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Welk van de volgende aminozuren is essentieel (en dus vereist in de voeding?)
A
Glycine
B
Cysteïne
C
Methionine
D
Proline

Slide 13 - Quiz