De “huis” symboliseert een maatschappij die vrouwen onderdrukt.
De enige uitwegen zijn waanzin (María Josefa) of de dood (Adela).
Bernarda’s slotwoorden benadrukken het belang van de schijn boven de waarheid:
“Mijn dochter is als maagd gestorven. Hebben jullie me gehoord? Stilte, stilte, ik zei: stilte!”