2.4 Slaven op de plantages

Programma

  • Voorkennis
  • Excuus slavernij verleden?
  • Lessonup: uitleg/Video's
  • Aan de slag
  • Terugblik
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programma

  • Voorkennis
  • Excuus slavernij verleden?
  • Lessonup: uitleg/Video's
  • Aan de slag
  • Terugblik

Slide 1 - Slide

Voorkennis: 
Lees de vragen en geef antwoord.
Noteer de antwoorden op een lege pagina in je werkboek, of op je laptop.
Na 8 minuten bespreken
1. Wat is slavernij eigenlijk?
2. Wat is de driehoekshandel?
3. Waarom werden met name zwarte mensen tot slaaf gemaakt.
4. Vind jij dat we excuus aanbieden voor ons slavernijverleden? Leg je antwoord uit.

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Kenmerkende aspect

 De Europese overheersing, slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme

Slide 3 - Slide

Hoofdvraag
Moeten wij ons schuldig voelen voor het slavernijverleden?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

"Wij moeten ons schuldig voelen voor het slavernij verleden"
Eens
Oneens

Slide 6 - Poll

Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je hoe het leven van de slaven was op de plantages en waarom er verzet kwam tegen de slavernij.

Slide 7 - Slide

Op de plantage
  • Hard werken!
  • Suiker, koffie, cacao, tabak en katoen: koloniën in Amerika
  • Basja's
  • Huisslaven, veldslaven en ambachtsslaven

Slide 8 - Slide

Slavenopstanden
  • Weinig slavenopstanden 
  • Boni oorlogen (1730-1793)
  • Redi Musu (Roodmutsen)

Slide 9 - Slide

De slaven kwamen niet vaak in opstand. Wat is daar geen reden voor.
A
Ze konden niet lezen en schrijven
B
Ze hadden geen vuurwapens
C
Er was veel ruzie tussen de slavenhouders
D
De cultuur tussen de slaven verschilde ook heel erg

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Voorstanders van de afschaffing van slavernij.
A
kolonialisten
B
slavenhandelaren
C
abolitionisten
D
plantagehouders

Slide 12 - Quiz

Abolitionisme betekent:
A
Slavernij
B
Gelijkheid
C
Mensenrechten
D
Afschaffing slavernij

Slide 13 - Quiz

Abolitionisme
  • Verlichte ideeën 
  • Abolitionisten 
  • 1833 Engeland
  • 1863 Nederland

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Leerboek: lezen 2.4
Werkboek: bladzijde 58 t/m 62. Maken: Alle opdrachten

- Markeren belangrijk gebeurtenissen, zinnen, jaartallen en personen
- Doelenlijst (studiewijzer)

Slide 15 - Slide

Lees de tekst in de afbeelding
hiernaast. Welke gevolgen op korte en lange termijn beschrijft Bartelink.

Slide 16 - Open question

Sleep de letters naar de juiste plaats.
   A   akker
   B  oerwoud
   C  rivier
   D  kanaaltje of sloot
   E  huis van de plantagehouder
   F slavenhutten
   G  bijgebouwen
A
B
C
D
E
F
G

Slide 17 - Drag question

Waarom kwam er verzet tegen de slavernij?

Slide 18 - Open question

Einde en meer materiaal

Slide 19 - Slide

Oorzaken en gevolgen slavenhandel
  • Directe oorzaak: 
  • Vraag naar arbeiders op de plantage

  • Indirecte oorzaak: 
  • Vraag naar plantageproducten


Slide 20 - Slide

Oorzaken en gevolgen slavenhandel
  • Gevolg korte termijn: 
  • Dankzij slavenhandel werd er op de plantages meer geproduceerd

  • Gevolg lange termijn: 
  • Veel Surinamers wonen nu in Nederland

Slide 21 - Slide

Herhaling

Slide 22 - Slide

Programma

  • Herhaling alle paragrafen
  • Oefenen/leren/samenvatten
  • Doelenlijst.
  • Hoe leren voor GS en SV
  • Terugblik

Slide 23 - Slide

Voorstanders van de afschaffing van slavernij.
A
kolonialisten
B
slavenhandelaren
C
abolitionisten
D
plantagehouders

Slide 24 - Quiz

Waarom kwam er verzet tegen de slavernij?

Slide 25 - Open question

De slaven kwamen niet vaak in opstand. Wat is daar geen reden voor.
A
Ze konden niet lezen en schrijven
B
Ze hadden geen vuurwapens
C
Er was veel ruzie tussen de slavenhouders
D
De cultuur tussen de slaven verschilde ook heel erg

Slide 26 - Quiz

De Franse Revolutie was in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795

Slide 27 - Quiz

Eerste Stand
Tweede Stand
Derde Stand
Boeren en Burgers
Adel
Geestelijken

Slide 28 - Drag question

Wat was hoofdoorzaak van de Franse revolutie?
A
Ongelijkheid tussen de standen
B
De Fransen waren jaloers op de welvaart van de Republiek
C
De adel wilde Lodewijk XVI weg hebben
D
De geestelijkheid wilde dat de koning belasting ging betalen

Slide 29 - Quiz

De tekenaar geeft commentaar op de Franse standensamenleving. Bespreek wat hij wil zeggen met zijn tekening. Gebruik in je antwoord de bron.

Slide 30 - Open question

Wat hoort NIET bij Napoleon's beleid?
A
Adel en geestelijken krijgen voorrechten niet terug
B
Scheiding der machten (regering van meerderen)
C
Een grondwet waar iedereen gelijk is
D
Standensamenleving blijft afgeschaft

Slide 31 - Quiz

Waarom is de guillotine symbool voor de Franse Revolutie?

Slide 32 - Open question

Wie was wanneer aan de macht in Nederland?
1795 - 1798
1806 - 1810
1810 - 1813
1813 - 1840
Napoleon Bonaparte
Lodewijk Napoleon
Nationale vergadering
Willem I

Slide 33 - Drag question

Geef een verschil tussen absolute macht & de macht van onze koning vandaag

Slide 34 - Open question

Aan de slag
  • Samenvatten. Drie mogelijkheden.
  • Belangrijke zinnen gemarkeerd.
  • Samenvatting af? Check of je alles van de doelenlijst in je samenvatting hebt. 
  • Klaar? Verder oefenen. Denk aan elkaar overhoren of woordkaartjes maken. (eigen manier)

Slide 35 - Slide

Wat ga je doen?
Zelfstandig samenvatten
Samenvatten met stappenplan
Samenvatten met docent en stappenplan

Slide 36 - Poll

Aan de slag
  • Samenvatten. Drie mogelijkheden.
  • Belangrijke zinnen gemarkeerd.
  • Samenvatting af? Check of je alles van de doelenlijst in je samenvatting hebt. 
  • Klaar? Verder oefenen. Denk aan elkaar overhoren of woordkaartjes maken. (eigen manier)

Slide 37 - Slide