first and second conditional


Conditionals
if- zinnen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Conditionals
if- zinnen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Conditional sentences
  • Geeft een voorwaarde aan (als...dan)
  • Bestaat uit een hoofdzin en een bijzin
  • als if in het eerste deel van de zin staat --> komma gebruiken
  • als if in het tweede deel van de zin staat --> geen komma


Slide 4 - Slide

The First Conditional
  • Als iets waarschijnlijk gaat gebeuren, nu of in de toekomst
  • will + werkwoord ... if + present simple

  • If he gets the day off, we will go to London
  • We will be sad if Daniel leaves

Slide 5 - Slide

Exercise 1
Put the sentences in the first conditional

Type the whole sentence

Slide 6 - Slide

If you (go) out with your friends tonight, I (watch) the football match on TV.

Slide 7 - Open question

I (earn) a lot of money if I (get) that job.

Slide 8 - Open question

If she (hurry / not), we (miss) the bus.

Slide 9 - Open question

The Second Conditional
  • Als het niet waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst
  • if + past simple, would + werkwoord

  • If we got the day off, we would go to London.
  • We would all be sad if Daniel left

LET OP: In deze conditonal gebruik je bij 'be' altijd WERE
If I were you I would not help him

Slide 10 - Slide

Exercise 2
Put the sentences in the second conditional

Type the whole sentence

Slide 11 - Slide

if he (try) harder, he (reach) his goals.

Slide 12 - Open question

I (buy) these shoes if they (fit).

Slide 13 - Open question

it (surprise / not) me if he (know / not) the answer.

Slide 14 - Open question