Weet wat je eet

Spruitjes groeien...
A
in een zak in de supermarkt
B
aan een stam van een plant
C
aan een hoge struik
D
onder de grond
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
BiologieBasisschoolGroep 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Spruitjes groeien...
A
in een zak in de supermarkt
B
aan een stam van een plant
C
aan een hoge struik
D
onder de grond

Slide 1 - Quiz

Appels worden geoogst...
A
in januari
B
als ze rood zijn
C
in september
D
in mei

Slide 2 - Quiz

In de schijf van 5 staat geen...
A
bruine boterham met 30+kaas
B
eierkoek en roomboter
C
magere yoghurt met vers fruit

Slide 3 - Quiz

Dit is een groente...
A
aubergine
B
courgette
C
komkommer

Slide 4 - Quiz

Een goede vleesvervanger is...
A
een paashaas van chocolade
B
een gevulde champignon
C
een handje ongezouten nootjes

Slide 5 - Quiz

Wat is de reden dat je moet eten?

Slide 6 - Mind map

Om te weten of je gezond eet kan je gebruik maken van:
A
schijf van 5
B
boterhammen
C
vitamines
D
schrijf van 10

Slide 7 - Quiz

Het is belangrijk dat je iedere dag iets eet met
A
zout
B
suiker
C
vitamines
D
botjes

Slide 8 - Quiz

de voedingsstof 'eiwitten' zitten in
A
pasta
B
vlees
C
frieten
D
olie

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar?
Je lichaam heeft hulpstoffen zoals vitamine C nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Waar of niet waar?
Je lichaam heeft geen gezonde vetten nodig.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat is gezonde voeding?

Slide 12 - Mind map

Wat is ongezonde voeding?

Slide 13 - Mind map

Wat is de gezonde keuze?
A
yoghurt
B
chocoladevla
C
ijs

Slide 14 - Quiz

Wat is de gezonde keuze?
A
koekje
B
chips
C
appel
D
calippo

Slide 15 - Quiz

Wat is de gezonde keuze
A
frikadel
B
kip
C
hamburger
D
speklap

Slide 16 - Quiz

Wat zijn graagproducten? Sleep ze in de rode balk.
brood
maggie
ei
Tekst
pasta
vleeswaren
rijst
crackers
melk

Slide 17 - Drag question

Pasta met gehaktsaus en sla, zit hier alles van de schijf van 5 in?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Rijst met kip, zitten hier alle onderdelen van de schijf van 5?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz