week 26 en week 27 2 MAVO Lezen Herhaling H3 tekstverbanden en signaalwoorden

Dames en heren, nu een les Nederlands  voor 2 weken, week 26 en week 27!
Wij gaan Lezen H3 Herhalen.
Werk aandachtig en neem alles goed door.
Succes!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Dames en heren, nu een les Nederlands  voor 2 weken, week 26 en week 27!
Wij gaan Lezen H3 Herhalen.
Werk aandachtig en neem alles goed door.
Succes!

Slide 1 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Slide

DOEL


- je kunt met behulp van signaalwoorden 

opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden

in een tekst herkennen en begrijpen

verbanden en signaalwoorden

Slide 3 - Slide

Noem twee signaalwoorden bij een opsommend verband.

Slide 4 - Open question

Noem twee signaalwoorden bij een tegenstellend verband

Slide 5 - Open question

Waarom gebruiken schrijvers signaalwoorden in teksten?
A
Om leesstrategieën aan te geven.
B
Omdat dat prettiger schrijft.
C
Om overgangen tussen alinea's aan te geven.
D
Om verbanden aan te geven in de tekst, zodat de lezer deze beter begrijpt.

Slide 6 - Quiz



Voorbeeld: Je zorgt ten eerste dat je je spullen bij je hebt. Ten tweede zorg je dat je je huiswerk in orde hebt en als laatste zorg je dat je tijdens de les oplet. 


Opsommend verband
Een van deze verbanden noem je een opsommend verband. Bij dit verband worden er bepaalde zaken opgesomd met signaalwoorden zoals: en, ook, bovendien, niet alleen, verder, ten eerste, ten tweede, daarnaast, ten slotte etc.

Slide 7 - Slide




Voorbeeld: 
In tegenstelling tot de docenten hebben de leerlingen altijd een leesboek bij zich.

Tegenstellend verband
In de tekst wordt het tegenovergestelde genoemd. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

signaalwoorden voor een tegenstelling:
A
zoals
B
allereerst
C
maar
D
daarentegen

Slide 10 - Quiz

In dit antwoord staat een opsomming. Hoe herken je de opsomming?

Slide 11 - Open question

Mijn etui zit bomvol met schoolspullen: pennen, potloden, stiften, een geo-driehoek, gummen en een passer.
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Volgorde van tijd

Slide 12 - Quiz

Maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant, aan de andere kant, tegenover, ...
Signaalwoorden horen bij:

A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband

Slide 13 - Quiz

Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.

A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
opsommend verband
D
Toelichtend verband

Slide 14 - Quiz

TEKSTVERBANDEN

In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen.

Die samenhang heet VERBAND IN EEN TEKST.

Door te letten op tekstverbanden begrijp je een tekst beter.


Slide 15 - Slide

SIGNAALWOORDEN

Signaalwoorden verbinden woorden, zinnen, en alinea's.

Ze geven aan op welke manier woorden, zinnen en alinea's met elkaar samenhangen.

Slide 16 - Slide

Maken blz.65 opdracht 1

Slide 17 - Open question

Maken blz. 66 opdracht 2

Slide 18 - Open question

Maken blz. 66 opdracht 3

Slide 19 - Open question

Maken blz.67 opdracht 4

Slide 20 - Open question

Maken blz. 68 opdracht 5

Slide 21 - Open question

GELEERD?

- je kunt signaalwoorden in teksten herkennen

- je kunt opsommende, tegenstellende en voorbeeld verbanden in teksten herkennen









    



Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide