• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

16. Practicar para el examen de español

Madrid
1 / 47
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Madrid

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy?

  •  ¡Repaso importante!

  • ¡A practicar!

  • ¿Preguntas?
Madrid

Slide 2 - Slide

¡IMPORTANTE!
¿Qué hora es? Son las ocho y media.  
¿A qué hora tenemos clase de español? A las ocho y media 

Por la tarde hago los deberes a las cuatro.
Hago los deberes a las cuatro de la tarde. 

De ik-vorm van hacer = hago

Bij de nosotros en vosotros-vorm vindt er nooit een klinkerwisseling plaats. 

me/te/se/nos/os/se gebruik je alleen bij wederkerende werkwoorden.




diferencia importante
Son las = het is 
A las = om 
wanneer je na het aanduiden van de tijd een dagdeel noemt verandert por in de.
!
!
!
!
!
wederkerende werkwoorden eindigen altijd op se (levantarse, ducharse, llamarse etc.)
Er zijn meerdere soorten klinkerwisselingen (e>ie, e>i, o>ue etc. zorg dat je deze werkwoorden herkent)
¡IMPORTANTE!

Slide 3 - Slide

  • De klok is vrouwelijk: 
la hora, media, una

  • Rechts: Y 
  • Links: MENOS

  • cuarto = kwart
  • cuatro = vier

  • Son las / a las = meervoud
  • Es la / a la = enkelvoud 


Slide 4 - Slide

¿Qué hora es?
1. 
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10. 
11.
12. 

Slide 5 - Slide

¿Qué hora es?
1.  Son las tres y veinte
2. Son las ocho y diez 
3. Son las seis menos veinte
4. Es la una y cuarto
5. Son las doce (en punto)
6. Son las once menos diez
7. Son las dos y cinco
8. Es la una menos veinticinco
9. Son las siete menos cuarto
10. Son las cinco y media
11. Son las nueve (en punto)
12.  Son las ocho menos cinco

Slide 6 - Slide

Vervoegen

Slide 7 - Slide

despertarse, tú

Slide 8 - Open question

querer, ellos

Slide 9 - Open question

hacer, yo

Slide 10 - Open question

ir, nosotros

Slide 11 - Open question

salir, yo

Slide 12 - Open question

venir, ustedes

Slide 13 - Open question

venir, vosotros

Slide 14 - Open question

levantarse, él

Slide 15 - Open question

preferir, usted

Slide 16 - Open question

jugar, yo

Slide 17 - Open question

vestirse, yo

Slide 18 - Open question

ducharse, ella

Slide 19 - Open question

reír, tú

Slide 20 - Open question

probar, él

Slide 21 - Open question

¿Qué día es hoy?
(antwoord in een hele zin)

Slide 22 - Open question

¿Qué día es mañana?
(antwoord in een hele zin)

Slide 23 - Open question

Schrijf de kloktijden voluit
por ejemplo (voorbeeld):
21:05
Son las nueve y cinco

Slide 24 - Slide

04:25

Slide 25 - Open question

15:30

Slide 26 - Open question

18:40

Slide 27 - Open question

13:15

Slide 28 - Open question

10:45

Slide 29 - Open question

09:22

Slide 30 - Open question

15:35

Slide 31 - Open question

12:50

Slide 32 - Open question

Vertaal de zinnen
 naar het Spaans
Start een zin met een hoofdletter en eindig met een punt.

Slide 33 - Slide

Op donderdag voetbal ik.

Slide 34 - Open question

Op maandag sport ik.

Slide 35 - Open question

Iedere dinsdag maak ik het bed op.

Slide 36 - Open question

Iedere vrijdag gaat hij uit met vrienden.

Slide 37 - Open question

Op zondag spreekt zij af met Ana.

Slide 38 - Open question

Om 21:30 ga ik naar bed.
(schrijf kloktijden voluit)

Slide 39 - Open question

Om 07:10 wordt hij wakker.

Slide 40 - Open question

Om 07:25 sta jij op.

Slide 41 - Open question

Om 19:55 ga ik douchen.

Slide 42 - Open question

Ik maak het huiswerk om 15:45.

Slide 43 - Open question

Kies:
Oefen met de onregelmatige werkwoorden
Oefen met de woordenschat
Stel tijdens de les vragen over onderwerpen die je nog lastig vindt.
op school: steek je hand op ik kom langs.
online: stel je vraag via de (privé) chat.
Op de volgende dia vind je een
manier die je hierbij kan helpen.

Slide 44 - Slide

Oefen extra met de
onregelmatige werkwoorden
1. Ga naar de website van verbuga. (klik op verbuga)
2. Vul bij tijden 'presente' in.
3. Kies uit onderstaande werkwoorden: 



Onregelmatige werkwoorden
hacer
salir
venir
ir
wederkerende
werkwoorden
vestirse
acostarse
ducharse
levantarse

Slide 45 - Slide

Oefen met de woordenschat



  • Begin met je hand op de Nederlandse vertaling en leer de woordjes van Spaans naar Nederlands.
  • Leer steeds kleine groepjes woorden, bijvoorbeeld 10 stuks.
  • Als je de woorden kent wissel je om. Nu leg je je hand op de Spaanse vertaling. Oefen een paar keer.
  • Als ze goed in je hoofd zitten SCHRIJF je de woorden op. Check ook of je ze goed geschreven  hebt.
  • Leer elke dag 10 minuten. Dat is beter dan 1 keer een uur.
  • Schrijf de woorden die je moeilijk kunt onthouden op een blaadje en hang die op een plek waar je ze vaak ziet.
  • Maak flipcards. Op de ene kant schrijf je het Spaanse woord, op de andere kant de Nederlandse vertaling.
  • Laat je overhoren.
  • Gebruik Quizlet.
  • Maak mindmaps waarin je de woorden groepeert per categorie. 
leertips:

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

More lessons like this

V3 - 15e les - 26 de octubre de 2020

October 2021 - Lesson with 23 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

IR - getallen - klok - bijvoeglijk naamwoord

March 2022 - Lesson with 44 slides
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

week 2 klok + werkwoorden

January 2022 - Lesson with 19 slides
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

LA RUTINA DIARIA - 3H

April 2024 - Lesson with 19 slides

11: la hora

January 2025 - Lesson with 25 slides
SpaansMBOStudiejaar 1

22-10-10-E2-klokkijken

October 2022 - Lesson with 19 slides
SpaansMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

leccion 1 la hora

December 2020 - Lesson with 27 slides
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Klok kijken herhaling!

June 2024 - Lesson with 20 slides
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings