H2 Landschapszones herhaling

Herhaling
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Voorbereiden op de toets (H1 par 4 en 5 en H2 Par 1 t/m 3 en 5 (incl de basisboeknummers! )

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Tropische zone

Slide 4 - Slide

Aride (droge) zone

Slide 5 - Slide

Gematigde zone

Slide 6 - Slide

Polaire zone

Slide 7 - Slide

Opdracht landschapszones
Lees de teksten bij de verschillende landschapszones

B96 t/m B99
en B101 t/m B104

schrijf voor elke landschapszone 
3 kenmerken op.






Slide 8 - Slide

Voorbeeld
Landschapszone: Tropisch Regenwoud
- Temperatuur: Warm, hele jaar door > 18°C 
- Neerslag: Veel neerslag, minimaal 2000 mm/jaar
- Vegetatie: Heterogeen bos, Bomen en struiken in meerdere etages, veel biodiversiteit
- Mensen: Kleine boeren, maar er wordt ook gekapt voor grote veehouderijen

Slide 9 - Slide

Opdracht landschapszones
Lees de teksten bij de verschillende landschapszones

B96 t/m B99
en B101 t/m B104

schrijf voor elke landschapszone 
3 kenmerken op.






timer
10:00

Slide 10 - Slide

Check je kennis!
Kun jij antwoord geven op de vragen?

Slide 11 - Slide

De toendra ligt op
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 12 - Quiz

Wat moet weg? Tropisch Regenwoud
A
Altijd warm
B
Etages
C
Droge tijd april tot juli
D
Ontbossing

Slide 13 - Quiz

Op welke breedtegraad ligt het poolgebied?
A
0 breedtegraad
B
35-40 breedtegraad
C
75+ breedtegraad
D
50 breedtegraad

Slide 14 - Quiz

Wat is "de toendra"?
A
Naaldbos in poolstreek
B
Loofbos in poolstreek
C
Boomloos gebied in poolstreek
D
Taiga in poolstreek

Slide 15 - Quiz

Wat moet weg? Savanne
A
Droge tijd
B
Grasland met groepen bomen en struiken
C
Groot wild (Leeuwen, olifanten etc.)
D
Nomaden

Slide 16 - Quiz

Waarom is De bevolking op
Groenland ongelijk verspreid?

Slide 17 - Open question

Sleep de juiste temperatuur naar het juiste gebied
Altijd onder nul graden
Zomers boven nul graden

Slide 18 - Drag question

Wat moet weg? Steppe
A
Extensieve veeteelt
B
Gras met diepe wortels, geen bomen
C
Weinig neerslag
D
Oase

Slide 19 - Quiz

De toendra ligt op
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 20 - Quiz

Waarom is het zo koud op Groenland?

Slide 21 - Open question

Het is nooit boven 10°C op Groenland omdat:
A
Er geen bomen groeien
B
De invalshoek van de zon heel schuin is
C
De zon loodrecht staat boven Groenland
D
De Inuit het graag koud hebben

Slide 22 - Quiz

Wat moet weg? Woestijn
A
(bijna) geen neerslag
B
(bijna) geen begroeiing
C
Groot verschil in temperatuur dag-nacht
D
Bestaat geheel uit zand

Slide 23 - Quiz

Savanne
Steppe
Woestijn
> 2000 mm /jaar
7 mnd droog
2 mnd droog
Natte zomer, droge winter
Hoge biodiversiteit

Slide 24 - Drag question

In de zomer is de bodem van toendra altijd drassig door:
A
Sneeuw
B
De taiga
C
De boomgrens
D
De permafrost

Slide 25 - Quiz

De toendragebieden op aarde worden bedreigd door
A
Teveel toeristen die rommel achterlaten
B
Uitsterven van wal-vissen en zeehonden
C
Opwarming van de aarde
D
Teveel sneeuwval

Slide 26 - Quiz

Welke soorten ijs vind je niet op het land?
A
Drijfijs
B
Zee-ijs
C
Landijs
D
Eeuwige sneeuw

Slide 27 - Quiz

Wat voor soort ijs
zie je op de foto?
A
Landijs
B
Zee-ijs
C
Drijfijs
D
Eeuwige sneeuw

Slide 28 - Quiz

Hoe noemen we het als de bodem permanent bevroren is?
A
Eeuwige sneeuw
B
Bodem-ijs
C
Toendra
D
Permafrost

Slide 29 - Quiz

Hoe dik is een laag landijs in Groenland?
A
30 meter
B
3000 meter
C
3 meter
D
1500 meter

Slide 30 - Quiz