5H Economie par. 14.2

Soorten monopolies

- Wettelijk ( bijv. octrooi, patent, copyright )

- Natuurlijk ( bijv. benodigde mega investering )

1 / 19

Slide 1: Slide

EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Soorten monopolies

- Wettelijk ( bijv. octrooi, patent, copyright )

- Natuurlijk ( bijv. benodigde mega investering )

Slide 1 - Slide

Monopolie

Welke prijsafzetlijn vind je het

beste passen bij een

monopolie?

Slide 2 - Slide

Monopolist

Hoe hoger de prijs,

hoe lager de afzet

Bereken de TO

Wat valt je op?

Slide 3 - Slide

Monopolist

Hoe groot is de MO als de monopolist de productie uitbreidt van 2 naar 3?

Slide 4 - Slide

Monopolie ( TO = p x q )

Bij uitbreiding van de productie neemt de MO niet toe met de huidige marktprijs

TOoud = 6 x 2 = 12, TOnieuw 5 x 3 = 15

Slide 5 - Slide

Monopolie

Bij vvm p = GO = MO

want de marktprijs geldt voor iedere aanbieder

Bij monopolie p = GO ≠ MO

want monopolist is prijszetter

Slide 6 - Slide

Monopolist

Hoe groot is de MO als de monopolist de productie uitbreidt van 4 naar 5?

Slide 7 - Slide

Monopolie ( TO = p x q )

De MO kan dus zelfs negatief zijn bij uitbreiding productie

TOoud = 4 x 4 = 16, TOnieuw = 3 x 5 = 15

Slide 8 - Slide

Monopolisten: prijszetters

Producenten die op een marktvorm van onvolkomen concurrentie aanbieden, zijn prijszetters. D.w.z. dat ze zelf hun prijs kunnen bepalen. Ze moeten hierbij wel rekening houden met het feit dat wanneer ze de prijs verhogen, de vraag daalt.

De prijsafzetlijn wordt dan gegeven door de vraaglijn.

Slide 9 - Slide

MO-lijn bij prijszetters

De MO-lijn verloopt ook dalend; als de producent meer wil verkopen, moet de prijs omlaag.

Omdat voor elk product dat de monopolist dan aanbiedt de prijs omlaag gaat, daalt de MO-lijn sneller dan de GO-lijn.

Precies 2x zo snel. De MO-lijn snijdt de q-as dus precies op de helft waar de p=GO-lijn de q-as snijdt

Slide 10 - Slide

De maximale omzet wordt bereikt in het punt waar MO=0

Slide 11 - Slide

Maximale omzet

De omzet is maximaal wanneer MO = 0.

Als MO namelijk positief is, zal TO toenemen als de afzet stijgt.

Op een gegeven moment neemt TO echter af als de afzet stijgt, omdat vraag inelastisch wordt: de procentuele

stijging van de vraag (afzet) is kleiner dan de procentuele daling van de prijs.

Slide 12 - Slide

Maximale winst

Breakevenpoint

Maximale omzet

GO = GTK

MO = 0

MO = MK

Slide 13 - Drag question

Maximale winst in grafiek

De winst van een prijszetter

bepaal je op dezelfde manier

als van een hoeveelheids-

aanpasser:

Stap 1: bepaal q waarbij er

maximale winst is: MO=MK.

Stap 2: bij die q: (GO - GTK) x q

Slide 14 - Slide

Maximale winst in grafiek

De winst van een prijszetter

bepaal je op dezelfde manier

als van een hoeveelheids-

aanpasser:

Stap1: bepaal q waarbij er

maximale winst is: MO=MK.

Stap2: bij die q: (GO - GTK) x q

Slide 15 - Slide

Grafiek blz 73
Welke hoeveelheid biedt de producent aan als hij streeft naar maximale winst?

8,5

Slide 16 - Quiz

Grafiek blz 73
Welke prijs komt tot stand als de producent streeft naar maximale winst?

110

130

Slide 17 - Quiz

Schoolexamen

Groepsopdracht examenopgave

Zo veel mogelijk 4-tallen, dus 5 4-tallen en 1 3-tal

1e groep woensdag 6 oktober

Slide 18 - Slide

Hw.

Huiswerkopgave 9 en 10

Slide 19 - Slide