Hoofdstuk 7. Eten - Paragraaf 7.1 Gezond eten

1 / 40
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De planning voor vandaag

  • Kennismaken
  • Klas maken LessonUp
  • Overzicht van het jaar
  • Verwachtingen
  • Start maken thema Eten

Slide 2 - Slide

freemer@vechtdalcollege.nl

Slide 3 - Slide

Overzicht van het jaar
                        
Wat heb je elke les nodig? 

  • Leerwerkboek A (FLEX)
  • Schrift (lijntjes)
  • Pen, potlood, kleurpotloden, gum, liniaal
  • Rekenmachine
  • Laptop

Slide 4 - Slide

Verwachtingen
- Wat ik van jullie verwacht:
  • Spullen voor elkaar;
  • Iets vergeten? Zeg dat aan het begin van de les;
  • We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitpraten.

- Wat jullie van mij verwachten:

Slide 5 - Slide

Wat verwachten jullie van
mevrouw Reemer?

Slide 6 - Mind map

Klas koppelen LessonUp
Ga naar internet: lessonup.app
Log in met je office365 gegevens (mailadres school + bijbehorend wachtwoord)

Voer deze klassencode in: hpwno

Slide 7 - Slide

Wat weet je nog van vorig
schooljaar van biologie?

Slide 8 - Mind map

Leerdoelen:
  • Na deze les kun je:

  • Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
  • Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.
  • Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen.
  • Je kunt mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.
  • Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Slide 9 - Slide

Wat is voor jou gezond eten?

Slide 10 - Mind map

7.1 Eetgewoonten: 
  • Voedingsmiddelen: producten die je eet of drinkt.

  • Plantaardig/dierlijk.

  • Eetgewoonten bepaald door:
    - je geloof,
    - het land waar je woont of waar je vandaan komt,
    - je voorkeur. 

  • Eetgewoonten zijn aan ontwikkeling onderhevig (mode/reizen/aanbod).
     


Slide 11 - Slide

Waardoor wordt je eigen eetgewoonte bepaald?
A
Geloof of overtuiging (bijv. vegetariër zijn)
B
Land waar je woont/vandaan komt
C
Eigen voorkeur
D
Thuis (ouder(s)) die koken

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Waar komen jullie in verleiding
om ongezond te eten?

Slide 14 - Mind map

Gezonde kantine op school?
  • Naast thuis, kinderen bewust te maken van
     gezond en duurzaam voedsel.
    - betere schoolprestaties,
    - minder schooluitval,
    - gezondere leefstijl. 

  • Gezonde kantine – duwtje in de rug voor gezondere keuze.

  • Divers aanbod van voedingsmiddelen.

Slide 15 - Slide

Voedingsmiddel - voedingsstof
  • Voedingsstoffen = bruikbare bestandsdelen uit  voedingsmiddelen.

  • 6 groepen:
    - eiwitten                        - koolhydraten                    - mineralen (zouten) 
    - vetten                            - water                                    - vitaminen
     
  • Plantaardig materiaal: bevat voedingsvezel (niet verteerd). Goede stoelgang.

     LET OP: VOEDINGSVEZELS = GEEN VOEDINGSSTOF!

  • Functies (zie volgende slide).

Slide 16 - Slide

Functies voedingstoffen
  • Bouwstoffen: groei, ontwikkeling, herstel.

  • Brandstoffen: energie.

  • Beschermende stoffen: voorkomt ziekte.

  • Reservestoffen: opslag (vet/suikers).
  • Sommige voedingsstoffen hebben meerdere functies!
  • Leren blz. 9 Bron 5 moet je kennen!



Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

De planning voor vandaag

  • Herhalen deel 1 thema Eten
  • Uitleg deel 2 thema Eten
  • Klas maken LessonUp
  • Aan de slag

Slide 19 - Slide

 Sleep de voedingsstoffen naar de juiste groepen
energierijke stoffen
bouwstoffen
beschermende stoffen
suiker
vetten
vitaminen
mineralen
water
eiwitten
zetmeel

Slide 20 - Drag question

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezond leren eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 21 - Quiz

Welke voedingsstoffen zijn energierijke stoffen?
A
alle voedingsstoffen
B
koolhydraten
C
vetten
D
eiwitten

Slide 22 - Quiz

Waar zijn voedingsvezels belangrijk voor?
A
voor de smaak
B
voor het kauwen
C
voor de darmen
D
voor het slikken

Slide 23 - Quiz

welke 3 invloeden zijn voor je eetgewoonte van belang?
A
voorkeur eten, plek waar je woont, geloof
B
voorkeur eten, plek waar je woont, ouders
C
ouders, geloof, man of vrouw
D
dik of dun, geloof, plek waar je woont

Slide 24 - Quiz

Welke stoffen vallen onder bouwstoffen?
A
Vitaminen, mineralen, water
B
eiwitten, mineralen, water
C
suiker, mineralen, water
D
zetmeel, mineralen, water

Slide 25 - Quiz

Gezond of ongezond?
Wat is je favoriete tussendoortje?

Slide 26 - Mind map

Wanneer eten?
Met drie maaltijden op een dag (ontbijt, lunch en avondeten) krijg je genoeg voedingsstoffen. 


Ontbijten is belangrijk! Zo heb je voldoende energie om te presteren.


Als je veel zoete en vette tussendoortjes eet, krijg je te weinig bouwstoffen en beschermende stoffen binnen.

Slide 27 - Slide

Wat maakt voedsel gezond?
  • Gezonde voeding: Gevarieerd en veilig (vers) voedsel.
     (En beweeg, eet met regelmaat, eet niet te veel, weinig vet en suiker, veel groente en fruit! )

  • Schijf van 5. Uit elk vak iets eten per dag. Leren blz. 10  bron 7 moet je kennen! 

  • Tussendoortjes - gezonde of ongezonde keuze?
  • Check het etiket!  

  • In balans: - ADH - overgewicht - ondergewicht - eetstoornis

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Voedselbederf tegengaan:
  • Vermeerdering schimmels en bacteriën tegenaan.
      (d.m.v. sporen of deling).
  • Voedselvergiftiging (bijv. door salmonella).
  • Voedsel conserveren d.m.v.:
    - verhitten
      (pasteuriseren = 72-80 graden of steriliseren = 120 graden) 
    - koelen/invriezen
    - additieven toevoegen (zout/zoet/zuur) evt. speciaal conserveermiddel.
    - vacuüm of gas verpakken.
    - drogen (bijv. rozijnen)

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Het 'biologische momentje' van de dag:
  • Voor Andre Kuipers werd in 2012 een menu samengesteld door de bekende Franse sterren kok Alain Ducasse.
  • Strenge eisen:
    - verpakkingsmateriaal en de substantie.
    - niks rondzweven in de cabine (gevaar voor vaartuig en astronauten).
  • Smaak: voedsel eerst bewerkt, dan verpakt.
    - vriesdrogen, voorkoken of dehydreren (dan is al het water verwijderd). Later warm water toevoegen om het te eten.
  • Astronauten moeten minstens 2000 calorieën per dag eten. Door de verminderde inspanning hebben zij extra veel calcium en vitamine D nodig om gezond te blijven. Door het gemis van zwaartekracht nemen hun spieren af en worden hun botten namelijk brozer.

Slide 32 - Slide

Terugblik leerdoelen
  • Kun je nu:...

  • de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
  • zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
  • met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonde voeding geven.
  • uitleggen wat een gezond gewicht is en welke keuzen daaraan kunnen bijdragen.
  • mogelijke oorzaken en gevolgen van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven.
  • manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Slide 33 - Slide

Aan het werk
Hoofdstuk 7. Eten
Paragraaf 7.1 Gezond eten
Maken opdracht 1 t/m 20

BEN JE KLAAR?
Klaar? Leren 7.1 Gezond eten
- www.biologiepagina.nl
- Quizlet maken/oefenen
- Samenvatting maken
timer
10:00

Slide 34 - Slide

 Sleep de voedingsstoffen naar de juiste groepen
energierijke stoffen
bouwstoffen
beschermende stoffen
suiker
vetten
vitaminen
mineralen
water
eiwitten
zetmeel

Slide 35 - Drag question

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezond leren eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 36 - Quiz

Welke voedingsstoffen zijn energierijke stoffen?
A
alle voedingsstoffen
B
koolhydraten
C
vetten
D
eiwitten

Slide 37 - Quiz

Waar zijn voedingsvezels belangrijk voor?
A
voor de smaak
B
voor het kauwen
C
voor de darmen
D
voor het slikken

Slide 38 - Quiz

welke 3 invloeden zijn voor je eetgewoonte van belang?
A
voorkeur eten, plek waar je woont, geloof
B
voorkeur eten, plek waar je woont, ouders
C
ouders, geloof, man of vrouw
D
dik of dun, geloof, plek waar je woont

Slide 39 - Quiz

Welke stoffen vallen onder bouwstoffen?
A
Vitaminen, mineralen, water
B
eiwitten, mineralen, water
C
suiker, mineralen, water
D
zetmeel, mineralen, water

Slide 40 - Quiz