Die Mehrzahl (das Plural)

Die Mehrzahl (das Plural)
Neue Kontakte Seite 81
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Die Mehrzahl (das Plural)
Neue Kontakte Seite 81

Slide 1 - Slide

Mannelijk: umlaut +e
Vrouwlijk: +(e)n
Onzijdig:+e
Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op -el, -en, -er
der Ball, die Bälle
die Straße, die Straßen
das Heft,
die Hefte
-das Mädchen, die Mädche

Slide 2 - Drag question

Was ist die Mehrzahl von der Esel
A
die Esels
B
das Esel
C
die Esel
D
die Eselin

Slide 3 - Quiz

-el, -en, -er 
als mannelijke en onzijdige woorden hierop eindigen, blijven zij mestaal in het meervoud onveranderd

Slide 4 - Slide

Was ist die Mehrzahl von
das Mädchen?
A
die Mädchens
B
das Mädchen
C
die Madchen
D
die Mädchen

Slide 5 - Quiz

-el, -en, -er 
als mannelijke en onzijdige woorden hierop eindigen, blijven zij mestaal in het meervoud onveranderd

Slide 6 - Slide

Was ist die Mehrzahl von
das Handy?
A
das Handy
B
die Handys
C
die Handy
D
die Handies

Slide 7 - Quiz

-a, -i, -o, -y
bij veel woorden die hierop eindigen: +s

Slide 8 - Slide

Was ist die Mehrzahl von
das Hobby?
A
die Hobbys
B
das Hobbys
C
die Hobby
D
die Hobbies

Slide 9 - Quiz

Wat is het meervoud van:
die Freundin, das Ereignis,

Slide 10 - Open question

Wat is het meervoud van
der Wolf

Slide 11 - Open question

Wat is het meevoud van
die Banknote

Slide 12 - Open question

Wat is het meervoud van
der Schüler

Slide 13 - Open question

Frau (v)
Mann (m)
Kind (o)
Kinder (mv)
Combineer het lidwoord met het zelfst.naamwoord
der
die
die
das
ein
ein
eine
keine

Slide 14 - Drag question

mannelijk
onzijdig
vrouwelijk
meervoud
Vul het schema juist in
der / ein
das / ein
die / eine
die / meine

Slide 15 - Drag question

Wat ga je onthouden? Noem 3 voorbeelden.

Slide 16 - Open question