Agogiek les 3 zelfbeeld (a klas)

zelfbeeld en zelfkennis
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

zelfbeeld en zelfkennis

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
• Begrippen uit begrippenlijst kunnen toepassen;
• Zelfbeeld kunnen benoemen;
• Functies van zelfkennis kunnen benoemen

Slide 2 - Slide

14.6 functies van zelfkennis
zelfkennis is nodig om je gedrag te kunnen bijsturen.
- als je geen zelfkennis hebt dan is er kans dat je:
- anderen kwetst
-agressief reageert
- ogen van anderen erg bescheiden
- dominant in gezelfschap

Slide 3 - Slide

zelfbeeld
Zelfbeeld beeld dat je van jezelf hebt
Ideaalbeeld – wie/wat zou je willen zijn

Negatief zelfbeeld verschil groot tussen zelfbeeld en ideaalbeeld
Te positief zelfbeeld – verlammend/ongelukkig om je vaak teleurgesteld wordt.
Zijn zelfbeeld en ideaalbeeld redelijk in evenwicht dan “lekker in je vel”

Slide 4 - Slide

Zelfkennis
Gedrag en beroepshouding bijsturen;
Contacten met anderen regelen (hoe kom ik over);
Presenteren aan anderen (jezelf laten zien);
Anderen kunnen helpen

Slide 5 - Slide

15.0 Zelfreflectie
Zelfreflectie:  is het eigen ervaringen terugblikken en daarmee eigen handelen en de motieven die achter het eigen handelen zitten, onderzoeken
  • Er zijn twee vormen van zelfreflectie:
  • 1. reflecteren op je persoonlijk functioneren
  • 2. reflecteren op je beroepsmatig handelen

Slide 6 - Slide

Doelen van reflectie
doel is iets te leren over jezelf.
Door reflecteren vergroot jij het begrip en inzicht in je gedrag.

begrip- hoe je denkt over jezelf
inzicht- keuzes maken om aan bepaalde gedragsaspecten te werken

Slide 7 - Slide

Kernkwaliteitenspel
15-20 min

Slide 8 - Slide

Eindopdracht
  1. 360 graden formulier feedback voor jezelf
  2. 4 personen uit de omgeving ook een feedback-formulier over jou invullen (4 verschillende personen uit verschillende groepen) Max. 1 klasgenoot.
  3.  conclusie verslag 
  • Beschrijf hoe je de opdracht hebt aangepakt en wie de formulieren hebben ingevuld.   
  •  Je benoemt overeenkomsten en verschillen tussen jouw antwoorden en die van anderen.    
  • Je geeft weer wat je vindt van de antwoorden van anderen en benoemt hoe jij je voelt bij de gekregen feedback.    
  • Tot slot geef je aan wat deze opdracht je heeft opgeleverd. 

Slide 9 - Slide

Eindopdracht
  • Inleveren maandag 13 april 2020!!
  • Het papieren conclusieverslag wordt in een mapje samen met de originele formulieren aangeleverd. Het verslag wordt in Word gemaakt en is minimaal 1 ½ A4 lang, met lettergrootte 11 of 12.  
  •  De opmaak van de tekst is duidelijk en aantrekkelijk  
  •  De uitwerking is uniek; geen plagiaat!   
  • De tekst is geschreven in correct Nederlands.  
  •  In de voettekst van het document staat relevante informatie over de opdracht (titel document, naam van de student, klas, vak, docent) 

Slide 10 - Slide

Feedback

Slide 11 - Mind map