Als je uitlegt waaróm je een bepaalde mening hebt of als je een mening wilt verdedigen, gebruik je een argument. Een argument herken je aan signaalwoorden als: want, omdat, namelijk en immers.
Bijvoorbeeld: Ik vind duurzaam reizen erg belangrijk (mening), want op die manier help je mee aan het verbeteren van het klimaat en bescherm je het leven op aarde (argument).