Netwerkbeheer Deel 1 herhaal vragen

Theorietoets
Meerkeuzevragen
1 / 49
next
Slide 1: Slide
ICTMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Theorietoets
Meerkeuzevragen

Slide 1 - Slide

Een correct geconfiguurde server heeft een .......... IP.
A
Statisch
B
Dynamisch
C
DNS

Slide 2 - Quiz

Waarvoor staat DNS
A
Domain Name System
B
Dynamic Name Server
C
De Normale School
D
Domain NASA Servers

Slide 3 - Quiz

Wat doet DHCP
A
Zorgen dat gebruikers in kunnen loggen
B
IP adressen uitdelen over het netwerk
C
Dynamische Homefolders programmeren
D
Zorgen voor netwerkshares

Slide 4 - Quiz

Wat doet DNS - Domain Name System
A
Deze zorgt ervoor dat iedereen kan inloggen
B
Hiermee maak je gebruikers aan op de server
C
Deze zet namen om in IP adres en andersom
D
DNS?

Slide 5 - Quiz

Waarvoor staat RODC in de AD DS?
A
Regional Office Domain Controller
B
Read Only Domain Controller
C
Request Order Delivery Command
D
Regrets Only DataCenter

Slide 6 - Quiz

Een 'member server' is...
A
..een server die lid is van je domein
B
..een server van iemand van de directie
C
..een niet bestaande server
D
..een server van een bedrijf uit de buurt

Slide 7 - Quiz

Wat is het doel van een OU?
Organisational Unit
A
Maakt het beheer makkelijker
B
Hiermee kun je eenvoudig policies toekennen aan de juiste gebruikers
C
Hiermee creëer je overzicht voor de beheerders
D
Structuur aanbrengen in je domein/organisatie

Slide 8 - Quiz

1. Inleiding
U heeft het boek Netwerkbeheer met Windows Server 2019 Deel 1 Inrichting en beheer op een LAN bestudeerd en doorgewerkt. U kunt na afloop daarvan testen of u in voldoende mate over de aangereikte kennis en vaardigheden beschikt.

Dat testen bestaat uit twee onderdelen:
•    Een theorietoets.
•    Een praktijktoets.
Voor u heeft u de theorietoets.
Deze bestaat uit 40 meerkeuzevragen. 

Slide 9 - Slide

Vraag 1 van 40

Welke software moet er minimaal op een Windows 10 werkstation draaien als dit in een Windows Server 2019-netwerk is opgenomen
A
Het netwerkbesturingssysteem en het PC-besturingssysteem
B
Het netwerkbesturingssysteem of het PC-besturingssysteem
C
Het PC-besturingssysteem en de clientsoftware
D
Het PC-besturingssysteem of de clientsoftware

Slide 10 - Quiz

Vraag 2 van 40

Waarvan is de tekening hiernaast een weergave van?
A
Een domain op twee sites
B
Een site met daarin twee domains
C
Een forest met daarin twee trees
D
Een tree met daarin twee forests

Slide 11 - Quiz

Vraag 3 van 40
U gaat een nieuw Windows Server 2019-netwerk inrichten.
Voor het controleren van de compatibiliteit met Windows Server 2019 heeft u de volgende mogelijkheden:
- De Hardware Assembly Wizard
- De Hardware Compatibily Toolkit
- De Windows Server catalog
Welke kunt u in deze situatie gebruiken?
A
De Hardware Assembly Wizard
B
De Hardware Compatibily Toolkit
C
De Windows Server catalog
D
Geen van de hier genoemden

Slide 12 - Quiz

Vraag 4 van 40

Welke laag in het OSI-model is de enige laag die informatie direct naar zijn tegenhanger op een ander computer kan sturen?
A
De Fysieke laag
B
De Sessie laag
C
De Data Link laag
D
De applicatie laag

Slide 13 - Quiz

Vraag 5 van 40

Wat is het kenmerkende verschil tussen autoriseren en activeren op een DHCP-server?
A
Activeren slaat op een DHCP-server, autoriseren op een DHCP-scope.
B
Autoriseren slaat op een DHCP-server, activeren op een DHCP-scope.
C
Beide slaan op een DHCP-scope. Autoriseren gaat verder dan activeren.
D
Beide slaan op een DHCP-server. Activeren gaat verder dan autoriseren.

Slide 14 - Quiz

Vraag 6 van 40

Welke van de onderstaande uitspraken is waar in een Windows Server 2019-domain?
A
Om een computernaam om te zetten in een IP-adres wordt UNC gebruikt.
B
Om een computernaam om te zetten in een IP-adres wordt DHCP gebruikt.
C
Om een computernaam om te zetten in een IP-adres wordt DNS gebruikt.
D
Om een computernaam om te zetten in een IP-adres wordt AD gebruikt

Slide 15 - Quiz

Vraag 7 van 40
Met Disk Management stelt u op een partitie schijfquotering in. U geeft aan elke gebruiker die deze partitie gebruikt 40 MB diskruimte. Verder zou het handig zijn als u zou kunnen opzoeken of er gebruikers zijn die hun diskquotum overschrijden.
Wat kunt u doen om het laatste te bewerkstelligen?
A
Niets. De gebruiker wordt bij het overschrijden gewaarschuwd, niet de netwerkbeheerder.
B
Niets. De netwerkbeheerder wordt bij het overschrijden gewaarschuwd, niet de gebruiker.
C
U kunt instellen dat het overschrijden van de limiet in een logfile wordt opgenomen.
D
U hoeft niets te doen. Overschrijden van de limiet wordt altijd in een logfile opgenomen.

Slide 16 - Quiz

Vraag 8 van 40

Wat houdt het activeren van een exemplaar van Windows Server 2019 in?
A
Het herstarten en inloggen met een machine local administrator password direct na de installatie.
B
Het doorgeven van uw product key aan Microsoft via een e-mail. Microsoft weet dan dat u dit exemplaar gebruikt.
C
Het laten doorlichten van uw machine door Microsoft waarmee Microsoft ook beschikt over uw privégegevens.
D
Het registreren van uw Windows Server 2019-exemplaar bij Microsoft zodat dit als een rechtmatig exemplaar geregistreerd staat.

Slide 17 - Quiz

Vraag 9 van 40

U bent netwerkbeheerder. Niels is een gewone gebruiker met een user account in AD. U wilt dat Niels zijn werkstation lid maakt van het domain.

Hoe kunt u ervoor zorgen dat Niels dit kan?

A
U kunt er tijdelijk voor zorgen dat Niels administratorrechten krijgt. Nadat de computer lid is van het domain neemt u deze rechten weer van hem af.
B
U kunt Niels uw administrator password geven. Hij logt dan in als domain Administrator en voegt zijn computer toe aan het domain. Daarna logt hij weer uit. Vervolgens moet u het administrator password veranderen.
C
U hoeft daarvoor niets te doen. In Windows Server 2019 kan standaard iedere gebruiker die in AD is opgenomen een computer lid maken van het domain.
D
Er zit niets anders op. U moet naar de computer van Niels lopen en als domain Administrator deze computer lid maken van het domain

Slide 18 - Quiz

Vraag 10 van 40

Wat kunt u over de naaststaande domain-structuur zeggen?
A
Het is een site en het beheer is centraal.
B
Het is een site en het beheer is decentraal.
C
Het is een tree en het beheer is centraal.
D
Het is een tree en het beheer is decentraal.

Slide 19 - Quiz

Vraag 11 van 40
U laat DHCP automatisch de DNS-database updaten. In DNS heeft u alleen een forward lookup zone ingesteld. Die is van het type Active Directory-Integrated Primary. Vervolgens maakt u een nieuw werkstation lid van het domain. Daarna logt u via dat nieuwe werkstation in met uw administrator account.
Welk type record is er door DHCP in de DNS-database aangemaakt ten gevolge van de bovenstaande handelingen?

A
SRV-record
B
NS-record
C
PTR-record
D
A-Record

Slide 20 - Quiz

Vraag 12 van 40

Nadat u Windows Server 2019 op een nieuwe machine in de partitie C: heeft geïnstalleerd volgens de standaardinstellingen, heeft u deze lid gemaakt van uw domain. Uw domain draait in het Domain Functional Level Windows Server 2016.

Welke van de onderstaande uitspraken is nu van toepassing op deze nieuwe server?

A
De domain Administrator heeft machine local administratorbevoegdheden.
B
Op de nieuwe server bestaat de map C:\WINDOWS\SYSVOL.
C
Op de nieuwe server is het bestand C:\WINDOWS\NTDS\NTDS.DIT opgeslagen.
D
Via het menu Tools uit de Server Manager kunt u programma's starten om AD te bewerken.

Slide 21 - Quiz

Vraag 13 van 40

Om de servers in uw Windows Server 2019-netwerk tegen elektriciteitsperikelen te beschermen, besluit u de nodige UPS’n aan te schaffen. Daarbij moet u een keuze maken uit twee types: een Standby UPS of een Online UPS.

Welke van de onderstaande uitspraken is waar?

A
Bij een Online UPS wordt de server gevoed door de normale netspanning. Spanningsfluctuaties en ruis worden door de Online UPS verwijderd.
B
Bij een Online UPS wordt de server gevoed via de UPS. Spanningsfluctuaties en ruis worden door een Online UPS verwijderd.
C
Bij een Standby UPS wordt de server gevoed door de normale netspanning. Spanningsfluctuaties en ruis worden door een Standby UPS verwijderd.
D
Bij een Standby UPS wordt de server gevoed via de UPS. Spanningsfluctuaties en ruis worden door een Standby UPS verwijderd.

Slide 22 - Quiz

Vraag 14 van 40

Om een fouttolerante DNS-service te waarborgen, heeft u minstens twee servers nodig waarop de DNS-service draait.
In uw Windows Server 2019-netwerk heeft u DNS automatisch laten installeren tijdens de AD-installatie van uw eerste DC. In uw netwerk draaien drie gelijkwaardige DC’s. Alle zones die u daarna nog op uw eerste DC heeft geïnstalleerd zijn van het type Active Directory-Integrated Primary.
Wat moet u eventueel verder nog doen om zeker te zijn van een fouttolerante DNS-service?
A
Niets
B
U moet op een andere Domain Controller DNS installeren. Vervolgens moet u de AD replicatie zo instellen, dat ook de DNS-zones in het replicatieproces wordt meegenomen.
C
U moet op een member server DNS installeren. Vervolgens moet u daarop een primaire zone aanmaken. Tenslotte moet u de zone transfers regelen van deze machine met de DC waarop u AD als eerste heeft geïnstalleerd.
D
U moet op een member server DNS installeren. Vervolgens moet u daarop een secundaire zone aanmaken. Tenslotte moet u de zone transfers regelen van deze machine met de DC waarop u AD als eerste heeft geïnstalleerd.

Slide 23 - Quiz

Vraag 15 van 40

U beheert het nevenstaand Windows Server 2019-netwerk.

Van welk van de onderstaande apparaten moet u een reserve-exemplaar op voorraad hebben, als u de basisfunctionaliteit van het netwerk altijd wilt kunnen garanderen?
A
DC
B
PDA
C
Internetrouter
D
Switch

Slide 24 - Quiz

Vraag 16 van 40

U bent netwerkbeheerder bij een bedrijf. Op een ochtend wordt u gebeld door verschillende medewerkers van de afdeling Inkoop. Geen enkele medewerker van die afdeling kan op de PC’s van die afdeling een netwerkverbinding tot stand brengen. U denkt dat er sprake is van een hardware-probleem.

Wat gaat u als eerste controleren?
A
De inlogserver waarop alle medewerkers van het bedrijf zich aanmelden bij het netwerk.
B
De gehele bekabeling van de PC’s op de afdeling Inkoop van het bedrijf.
C
De router die het gehele netwerk van het bedrijf met het internet verbindt.
D
De switch die de PC’s van de afdeling Inkoop met elkaar en het netwerk verbindt.

Slide 25 - Quiz

Vraag 17 van 40

In het verleden heeft u altijd een goed werkende verbinding met uw netwerk gehad. Bij het inloggen vanochtend krijgt u echter een foutmelding. Er is geen verbinding met de DC mogelijk. U bekijkt de IPv4-instellingen van uw machine en ziet dat deze IPv4-adres 169.254.1.188 gebruikt.

Wat weet u nu zeker?
A
De Default gateway is uitgevallen
B
De DNS-server is uitgevallen.
C
De DHCP-server is uitgevallen.
D
De DC is uitgevallen.

Slide 26 - Quiz

Vraag 18 van 40

Op uw kantoornetwerk heeft u 300 Windows 10 Pro-werkstations geconfigureerd met TCP/IP. Door veelvuldige broadcasts loopt de performance van het netwerk geregeld onaanvaardbaar veel terug.

Welk apparaat installeert u om dit probleem te verhelpen?
A
Een hub
B
Een switch
C
Een repeater
D
Een router

Slide 27 - Quiz

Vraag 19 van 40
U probeert een gedeelde map op de PC van uw collega in een ander gebouw via het Windows Server 2019-netwerk te benaderen. In het verleden heeft u daar nooit problemen mee gehad. Nu krijgt u een foutmelding. De share is niet te benaderen. Om het probleem op te lossen voert u achtereenvolgens het volgende uit:
1. U pingt naar een Loopback address. Dit lukt.
2. U pingt het IP-adres van uw Default gateway. Dit lukt ook.
3. U pingt het IP-adres van de PC van uw collega in het andere gebouw. Dit lukt ook.
4. U pingt de FQDN van de PC van uw collega in het andere gebouw. Dit lukt niet.

Wat weet u nu zeker?

A
De Default gateway is uitgevallen.
B
De DHCP-server is uitgevallen.
C
De DNS-server is uitgevallen.
D
Een van de DC’s is uitgevallen.

Slide 28 - Quiz

Vraag 20 van 40

U komt op maandagochtend op uw werk en krijgt een foutmelding als u via uw Windows 10 Pro-PC inlogt op het domain. De DC kan niet gevonden worden. De DC is in bedrijf. Een collega kan vanaf een andere PC wel inloggen. U vermoedt dat er iets niet in orde is met uw IP-adres.

Wat kunt u het beste gaan doen om dit probleem op te lossen?

A
U kunt op de DC de Server Manager opnieuw starten. Wellicht is uw probleem daarmee opgelost
B
U kunt de DHCP-server opnieuw starten. Wellicht is uw probleem daarmee opgelost.
C
U kunt de DNS-server opnieuw starten. Wellicht is uw probleem daarmee opgelost.
D
U kunt inloggen op de PC met een lokaal account. U kunt vervolgens met ipconfig.exe zien wat er mis is en actie ondernemen.

Slide 29 - Quiz

Vraag 21 van 40

Werkstation PFWS26 is lid van het AD-domain PoliForma.nl. In het AD-domain PoliForma.nl heeft u de server PFSV1 als DC en DNS-server geconfigureerd. Vanaf uw beheerderswerkstation wilt u werkstation PFWS26 pingen. Het IP-adres van werkstation PFWS26 is u niet bekend.

Hoe pingt u in dit geval werkstation PFWS26?

A
Ping PFWS26.PoliForma.nl
B
Ping PFWS26.PFSV1.Poliforma.nl
C
Ping \\PFWS26\PFSV1\PoliForma.nl
D
Ping \\PFWS26\PoliForma.nl

Slide 30 - Quiz

Vraag 22 van 40

Wat is het verschil tussen een server role en een role service?

A
Dat is hetzelfde.
B
Een server role kan bestaan uit verschillende role services.
C
Een role service kan bestaan uit verschillende server roles.
D
Die begrippen hebben niets met elkaar van doen.

Slide 31 - Quiz

Vraag 23 van 40

Met behulp van de tool Disk Management heeft u op de harde schijf van een server een nieuw logisch station aangemaakt in de al bestaande extended partitie. Vervolgens hebt u dit logisch station NTFS-geformatteerd waarbij u de compressie heeft ingeschakeld. Na het formatteren sluit u Disk Management en opent u de File Explorer. Daarin ziet u het nieuwe volume echter niet.

Wat moet u doen?
A
U moet de server opnieuw starten om de nieuwe instellingen van kracht te laten worden.
B
U moet het nieuwe volume via Disk Management alsnog een driveletter toekennen.
C
U moet het nieuwe volume via Disk Management alsnog een volumenaam geven.
D
U moet het venster van de File Explorer verversen met F5.

Slide 32 - Quiz

Vraag 24 van 40
In uw Windows Server 2019-netwerk gaat u het toekennen van IPv4-adressen door een DHCP-server laten verzorgen. Nadat u de DHCP-service heeft geconfigureerd en in bedrijf heeft gesteld, blijken er problemen te ontstaan met de netwerkcommunicatie. Daarop herstelt u een fout in de DHCP-configuratie. Enkele werkstations hebben echter inmiddels al een IP-adres ontvangen van de niet goed functionerende DHCP-service.

Met welk commando zorgt u er nu voor dat de werkstations hun DHCP-informatie verversen?
A
Ipconfig /all
B
Ipconfig /release
C
Ipconfig /renew
D
Ipconfig /setclassid

Slide 33 - Quiz

Vraag 25 van 40
Medewerker Doortje gebruikt een mapping naar de share Inkoop op server MemServ1 die member server is in het domain InterPlastics.nl. De mapping is gekoppeld aan driveletter P: en is ingesteld via het UNC-pad \\MemServ1.Interplastics.nl\Inkoop.
Op een gegeven moment belt Doortje u op met de mededeling dat zij de mapping niet kan gebruiken. Na enig onderzoek blijkt de DNS-server uit te zijn gevallen. Voordat u gaat bekijken waarom dit is gebeurd, wilt u Doortje vooruit helpen.
Hoe kunt u dat doen?
A
U laat Doortje een nieuwe mapping maken door haar het commando Net use Q: \\MemServ1\Inkoop te laten uitvoeren. In plaats van driveletter P: moet Doortje tijdelijk driveletter Q: gebruiken.
B
U laat Doortje een nieuwe mapping maken door haar het commando Net use Q: \\Inkoop\MemServ1 te laten uitvoeren. In plaats van driveletter P: moet Doortje tijdelijk driveletter Q: gebruiken.
C
U laat Doortje een nieuwe mapping maken door haar het commando Net use Q: \\Interplatics.nl\MemServ1\Inkoop te laten uitvoeren. In plaats van driveletter P: moet Doortje tijdelijk driveletter Q: gebruiken.
D
U laat Doortje een nieuwe mapping maken door haar het commando Net use Q: \\MemServ1\Interplastics.nl\Inkoop te laten uitvoeren. In plaats van driveletter P: moet Doortje tijdelijk driveletter Q: gebruiken.

Slide 34 - Quiz

Vraag 27 van 40

Een netwerkbeheerder wordt constant gestoord door collega's die hun password vergeten zijn.

Hierdoor komt deze netwerkbeheerder niet meer toe aan andere taken.

A
De netwerkbeheerder kan de gebruikers opdracht geven hun password aan tenminste een collega te geven. Bij vergeten kan dan de collega geraadpleegd worden.
B
De netwerkbeheerder kan een e-mail aan alle gebruikers sturen met de instructie om het password op een papiertje in een bureaulade te bewaren.
C
De netwerkbeheerder kan voor alle gebruikers Password never expires instellen. Het vergeten van passwords is het gevolg van het periodiek moeten wijzigen van passwords.
D
De netwerkbeheerder kan zorgen dat iemand anders passwords kan resetten. Dan is het zijn probleem niet meer.

Slide 35 - Quiz

Vraag 28 van 40

Tot wanneer blijven de print jobs in de print spooler bewaard als u voor de betreffende printer Keep printed documents niet heeft afgevinkt?


A
Totdat de beheerder de printer spooler leeg maakt.
B
Totdat de machine opnieuw wordt opgestart.
C
Totdat de machine wordt afgesloten.
D
Totdat de print job is afgedrukt.

Slide 36 - Quiz

Vraag 29 van 40

De printer HP4100N is een printer die als netwerkprinter op de werkstations van de gebruikers is geïnstalleerd. De printer staat gepauzeerd. Achtereenvolgens worden door verschillende gebruikers de documenten DOC1, DOC2 en DOC3 afgedrukt naar de printer HP4100N.

Hoe kunt u er als domain Administrator voor zorgen dat DOC3 na het opheffen van de printerpauze als eerste wordt afgedrukt?
A
Door de documenten DOC1 en DOC2 te pauzeren.
B
Door de documenten DOC1 en DOC2 uit de wachtrij te verwijderen.
C
Door DOC3 vooraan in de wachtrij te plaatsen in de afdrukmonitor van de printer.
D
Door op de Print server op het tabblad Advanced van het eigenschappenvenster van de printer de Priority in te stellen.

Slide 37 - Quiz

Vraag 30 van 40

U heeft zojuist een nieuwe printer geïnstalleerd. Als u een testpagina naar de printer stuurt, geeft deze aan dat de afdrukeenheid geen papier heeft. U controleert dat en constateert dat de papierlade van de afdrukeenheid wel degelijk gevuld is.

Wat is waarschijnlijk het probleem?
A
De print server heeft onvoldoende schijfruimte om de print job te spoolen.
B
U heeft de printer op een onjuiste poort geconfigureerd.
C
U heeft een onjuiste printer driver geïnstalleerd.
D
U heeft het afdrukken van testpagina's uitgeschakeld.

Slide 38 - Quiz

Vraag 31 van 40

U heeft zojuist TCP/IP op uw PC geconfigureerd met IPv4-adres 195.192.16.44 en subnetmasker 255.255.255.0. Om te controleren of de TCP/IP installatie correct is verlopen, doet u het volgende:
a. U pingt eerst naar 127.15.73.104.
b. Daarna pingt u naar 195.192.16.44.

Welke van de onderstaande beweringen is waar?
A
Pingen naar 127.15.73.104 zal een foutmelding opleveren. Het loopback address is altijd 127.0.0.1. Als pingen naar 195.192.16.44 succesvol verloopt is de TCP/IP-installatie correct verlopen.
B
Als pingen naar 127.15.73.104 succesvol is, is de TCP/IP-installatie correct verlopen. Pingen naar IPv4-adres 195.192.16.44 zal een foutmelding opleveren omdat pingen naar het eigen IPv4-adres niet is toegestaan.
C
Pingen naar 127.15.73.104 zal een foutmelding opleveren. Het loopback address is altijd 127.0.0.1. Pingen naar 195.192.16.44 levert een foutmelding omdat pingen naar het eigen IPv4-adres niet is toegestaan. U kunt zo niet controleren of de TCP/IP-installatie correct is verlopen.
D
Als pingen naar 127.15.73.104 succesvol is, zal pingen naar 195.192.16.44 dat ook zijn. In beide gevallen pingt u naar de eigen machine. Als dit lukt is de TCP/IP-installatie correct verlopen.

Slide 39 - Quiz

Vraag 32 van 40
antwoordblad volgende slide
In een van uw Windows Server 2019-servers heeft u twee NIC's geplaatst.  De NIC die u voor de verbinding van deze server met het internet gebruikt heeft u INTConnectie genoemd. Deze NIC heeft u statisch geconfigureerd met de volgende IPv4-adressen:
IPv4-adres:    10.0.0.51
Subnetmasker:    255.0.0.0
Default gateway:    10.0.0.1    
DNS-server:    10.0.0.1
De NIC die u gebruikt voor de verbinding met het LAN heeft u LANConnectie genoemd. Deze NIC heeft u statisch geconfigureerd met de volgende IPv4-adressen:
IPv4-adres:    192.168.155.111
Subnetmasker:    255.255.255.0
DNS-server:    127.0.0.1
Vervolgens heeft u de server als NAT-router geconfigureerd en daarbij aangegeven dat de NIC INTConnectie de NIC is die deze server met het internet verbindt. Daarmee fungeert deze server als proxyserver. De werkstations in uw LAN krijgen hun IP-instellingen via een Windows Server 2019 DHCP-server. U wilt de werkstations via de proxyserver met het internet verbinden.

Slide 40 - Slide

De vraag staat in het vorige slide.

Wat moet u op de DHCP-server nu nog instellen?
A
In de Server Options stelt u het IPv4-adres 10.0.0.51 in als het IPv4-adres van de default gateway.
B
In de Scope Options stelt u het IPv4-adres 10.0.0.51 in als het IPv4-adres van de default gateway.
C
In de Server Options stelt u het IPv4-adres 192.168.155.111 in als het IPv4-adres van de default gateway.
D
In de Scope Options stelt u het IPv4-adres 192.168.155.111 in als het IPv4-adres van de default gateway.

Slide 41 - Quiz

Vraag 33 van 40

Waarom is het handig om de WDS (Windows Deployment Services) in te zetten bij het uitrollen van werkstation voor uw netwerk?

A
Door de WDS slim in te zetten bij het inrichten van werkstations voor uw netwerk hoeft u daaraan geen tijd meer te besteden.
B
Door de WDS slim in te zetten bij het inrichten van werkstations voor uw netwerk hoeft er op die werkstations geen lokaal Administrator-account meer te bestaan.
C
Door de WDS slim in te zetten bij het inrichten van werkstations voor uw netwerk hoeft u minder software te installeren op die werkstations.
D
Door de WDS slim in te zetten bij het inrichten van werkstations voor uw netwerk heeft u op die werkstations geen lokaal gebruikersaccount meer nodig.

Slide 42 - Quiz

Vraag 34 van 40

U kunt in de WDS instellen dat bij het starten van een nieuw werkstation via een PXE-boot op F12 gedrukt moet worden.

Waarom is het handig dit in te stellen?
A
Door dit in te stellen, houdt u controle over de PXE-boot en kunt u ingeven welke DHCP-server benaderd moet worden.
B
Door dit in te stellen, houdt u controle over de PXE-boot en kunt u ingeven welke DNS-server benaderd moet worden.
C
Door dit in te stellen kunt u kiezen om het werkstation door te laten starten via de PXE-boot of vanaf bijvoorbeeld de eigen harde schijf.
D
Door dit in te stellen kunt u kiezen of u het werkstation door laat starten of dat u de DHCP-service op de DHCP-server wilt laten herstarten.

Slide 43 - Quiz

Vraag 35 van 40

U heeft de WDS geïntegreerd in AD in gebruik. U wilt de installatie van een nieuw werkstation met Windows 10 Pro zonder prestaging uitvoeren. Daarvoor heeft u de benodigde boot- en install images in de WDS geïnstalleerd. Als u de installatie ter hand neemt, moet u zich legitimeren.

Waarom moet u uzelf eigenlijk legitimeren?
A
Omdat er na het installatieproces een computer-account wordt aangemaakt in AD en dat mag niet zomaar.
B
Omdat er na het proces een Administrator-account wordt aangemaakt op het werkstation en dat mag niet zomaar.
C
Omdat er na het installatieproces een computer-account wordt aangemaakt op het werkstation en dat mag niet zomaar.
D
Omdat er na het installatieproces een Administrator-account wordt aangemaakt in AD en dat mag niet zomaar.

Slide 44 - Quiz

Vraag 36 van 40

Nadat u in de WDS een capture image heeft gemaakt voor een nieuw modelwerkstation start u het modelwerkstation via een PXE-boot en drukt u op F12.

Waaruit kunt u vervolgens op het modelwerkstation kiezen?

A
U heeft niets te kiezen; het maken van de install image gaat automatisch van start
B
U kunt alleen kiezen voor de standaard boot image boot.wim
C
U kunt alleen kiezen voor de gemaakte capture image
D
U kunt kiezen uit de standaard boot image boot.wim en de gemaakte capture image

Slide 45 - Quiz

Vraag 37 van 40

Op een harde schijf in een van uw servers heeft u de onderstaande mappenstructuur ter beschikking. Drie van de mappen (Map 1, Map 4 en Map 6) heeft u gedeeld om deze aan gebruikers ter beschikking te stellen.

Welke share of shares zijn nu op Map 13 van invloed?
A
Geen enkele
B
Alleen Shared folder C
C
Shared folder B en Shared folder C
D
Shared folder A, Shared folder B en Shared Folder C

Slide 46 - Quiz

Vraag 38 van 40

Een Windows 10-werkstation is standaard lid gemaakt van een domain.

Wie heeft er nu machine local administrator bevoegdheden op dat werkstation?

A
Alleen de machine local Administrator.
B
Alleen de machine local Administrator en degene die Windows 10 op de machine heeft geïnstalleerd.
C
Alleen de machine local Administrator en de domain Administrator.
D
De machine local Administrator, degene die Windows 10 op de machine heeft geïnstalleerd en de domain Administrator.

Slide 47 - Quiz

Vraag 39 van 40

Voor de opslag van onder andere images gebruikt de WDS een share op een map op een van de serverschijven.

Wat is standaard de share name van die share?

A
WDSBOOT
B
WDSINSTALL
C
REMINST
D
Dat hangt af van of u een boot- dan wel een install image maakt.

Slide 48 - Quiz

Vraag 40 van 40

Wat is het grote nadeel van een tegenwoordige hub?

A
Er is geen nadeel. Een hub maakt het mogelijk om grotere afstanden te overbruggen zonder de maximale kabellengte te overschrijden.
B
Een hub laat alle verkeer door. Tegenwoordig wil men virussen en hackers tegen kunnen houden.
C
Een hub is niet te gebruiken in een netwerk waarin switches en routers staan opgesteld omdat hubs alleen maar op de fysieke laag van het OSI-model werken.
D
Een hub versterkt het signaal zodat grotere afstanden overbrugd kunnen worden. Een hub versterkt echter ook optredende ruis en ander storingsverkeer.

Slide 49 - Quiz