Minor A2 Unidad 1 parte I CG2_do 29 april

tentamen A1 gehaald? Felicidades 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
SpaansHBOStudiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

tentamen A1 gehaald? Felicidades 

Slide 1 - Slide

¿Qué tal el primer período?
Nog bedankt voor het invullen van de feedback op het tentamen Con Gusto A1!!
We gaan proberen de donderdagen iets luchtiger te maken

Op de volgende slide staat een link naar een paar korte enquêtes met het verzoek aan jullie die nu in te vullen.
Gracias de antemano :)

Slide 2 - Slide

Encuesta Período 1 Con gusto A1 – Tilburg

graag eerst deze algemene vragen over de minor A1



nu vragen we je om feedback op jouw drie docenten van de minor A1: zie volgende slide! Gracias




Slide 3 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  • Presentielijst 
  • herhaling stof maandag en woensdag -> los pasados
  • Vamos a practicar mucho con el Pretérito Indefindo
  • Unidad 1 Con Gusto A2, parte I
Pregunta: el jueves 10 de junio - se puede hacer la clase de 9 a 12.40??????

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

El Indefinido 
CG 1 TB p.127 en CG2 TB p.118 
 

De Indefinido geeft handelingen en gebeurtenissen aan die zich afspelen in een periode die de spreker als afgesloten beschouwt (ayer, la semana pasada, en 1989). 
El viernes pasado Paco fue al cine - Afgelopen vrijdag ging Paco naar de bioscoop.
Llegamos a España en 2002. - We kwamen in 2002 aan in Spanje.
De Indefinido wordt ook gebruikt om afgesloten gebeurtenissen te beoordelen. La fiesta fue fenomenal.

Slide 7 - Slide

CG2 unidad 1 - parte I 
Unidad 1 TB nr. 1 t/m 6
- pretérito indefinido                   
 vormen (herh. U.11 CG1) gestart in vorige lessen 
- voorkeuren en moeilijkheden aangeven en benadrukken
- voorwerpen beschrijven           
- karaktereigenschappen          
- in welke mate iets gebeurt aangeven

Slide 8 - Slide

Con Gusto 1 TB p.101 - herhaling 

De (presente) perfecto = de v.t.t. 
-> ik heb gegeten, ik ben geweest
De pretérito indefinido = de o.v.t. -> ik at, jij ging 
- De indefinido gebruik je bij een afgesloten 
handeling (= iets dat je doet), gebeurtenis  op een bepaald moment / periode in het verleden.
- ook bij opeenvolgende handelingen in het verleden gebruik je de indefinido.

Slide 9 - Slide

Marcadores del indefinido

Slide 10 - Slide

marcadores de tiempo
ayer, anoche,
la semana pasada, el mes pasado, las vacaciones pasadas
En 1989, en 2005, en mayo, el jueves
ese día, esa noche, 
¿Conocéis su traducción?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

automatiseren
korte termijn geheugen en lange termijn geheugen

waar wil je het 'plaatsen'?
lange termijn, niet steeds opnieuw leren, dan goed 'investeren' en minstens 7 handelingen verrichten
Wat kun je doen?

Slide 13 - Slide

Wat kun je allemaal voor handelingen doen om woordjes, uitgangen werkwoorden, rijtjes te onthouden?

Slide 14 - Open question

Vul de juiste vorm in:
En 1999___________(viajar, yo) a Italia.
La semana pasada____________(escribir, él) una carta.
Anoche___________(comer, nosotros) una pizza.
En agosto_______________(llegar, ellos) a España. 
viajé
escribió
comimos
llegaron

Slide 15 - Slide

Unidad 1 - ejercicio 1 TB p.9

Slide 16 - Slide

TB p. 10 Mi maleta del español
Nr. 2a: números
lees de tekst en vul het schema in bij 2a

Nr. 4a Mis preferencias
voor jezelf invullen -> welke leeractiviteit
(bij leren van het Spaans) heeft je voorkeur?
timer
1:30

Slide 17 - Slide

Nr. 4b TB p.11 - Voorkeuren en moeilijkheden

- Gustar: leuk vinden                                  me gusta/ me gustan

- Costar (ue): moeite kosten                   me cuesta/ me cuestan

- Aburrir: vervelen                                        me aburre/ me aburren

- Parecer: lijken                                              me parece/ me parecen
Denk nu aan het leren van de Spaanse taal , zie volgende slide

Slide 18 - Slide

Maak 5 zinnen met de volgende werkwoorden:
1. Me gusta/me gustan

2. Me aburre/me aburren

3. Me cuesta/ me cuestan

4. Me parece fácil

5. Me parece difícil

timer
5:00

Slide 19 - Slide

¿Recuerdas? Nr. 4a TB p. 11
Me gusta...
A mí también. / A mí no.

No me gusta...
A mí tampoco. / A mí sí.

Slide 20 - Slide

Met "lo que" (dat wat) kan iets benadrukt worden:
¿Qué es lo que más te gusta del idioma español?

Lo que (más)  me gusta es estudiar los verbos 

Lo que  (más) me gusta son los tiempos en pasado 

"Lo que" gebruik je altijd met een werkwoord!!

Slide 21 - Slide

Lo + bijvoeglijk naamwoord - zie 1.1 TB p.112
"Lo" wordt gebruikt  om bijvoeglijk nw of andere woordsoorten zelfstandig te gebruiken.   
Bijvoorbeeld:
Lo mejor de la clase es la gramática ;-)           het beste                    Lo más interesante de Sevilla es...         het meest interessante   Lo menos aburrido de la clase es la pausa        het minst saaie
Zie ook nr. 3 + 4 WB, p. 6 (werkblok)

Slide 22 - Slide

Cuenta lo que haces normalmente el Día del Rey y lo que hiciste el martes pasado (zie ook CG 1 WB nr.15 p.110)
Normalmente                    El martes pasado
                                 



                         

Slide 23 - Slide

Type nu hier 1 zin, waarin je vertelt wat je op Koningsdag, afgelopen dinsdag, hebt gedaan.

Slide 24 - Open question

trabajar en grupos - 45 min
indien nog niet gedaan, dan eerst:
-CG deel 1 (!): WB oef, 15,17,18,19

en daarna werken aan
CG2 WB:
3,4,7
niet af? No worries -no hay problema

Slide 25 - Slide

Nr. 5 TB p. 11 - Describir objetos
¿Cómo es?          

           ¿De qué  material es?
       
¿Para qué sirve?


.
es de papel/de plástico/ de madera
es grande/pequeño/ bonito.....
Sirve para escribir/cocinar/cortar.....
nr. 5 WB p.6

Slide 26 - Slide

Nr. 6ab TB p.12 - Karaktereigenschappen 
Mannelijke bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op 
-or hebben een vrouwelijke vorm op -ora
werkwoord = SER
trabajador - trabajadora (ijverig)
sois unos chicos/unas chicas trabajadores/trabajadoras
hablador - habladora

Slide 27 - Slide

Nr. 6ab TB p.12 - in welke mate? 
SOY    +       demasiado    +  impaciente (bijv. naamwoord).
                      muy
                      bastante
                      un poco

         Yo creo que soy bastante paciente, pero no soy sistemático-/a
1
2
3

Slide 28 - Slide

ahora tú..

Slide 29 - Slide

Beschrijf jezelf aan de hand van twee karakter eigenschappen en zeg ook in welke mate ze van toepassing zijn.

Slide 30 - Open question

¿Qué hizo el señor Armonía ayer?
Zet onderstaande vervoegde werkwoorden in de Indefinido


apaga el despertador, se levanta, se lava la cara, barre, (pone la lavadora), 
(se viste), sale de casa, coge el tren,  llega  al trabajo, toca  su instrumento,   sale del trabajo, vuelve  a casa, (se desviste), cena, apaga  la luz, se acuesta  


Slide 31 - Slide

Solución
  1. apagó el despertador 
  2. se levantó  
  3. se lavó la cara
  4. barrió
  5. puso la lavadora 
  6. se vistió (i)  
  7. salió de casa
  8. cogió el tren

 
 9. llegó  al trabajo  
10. tocó  su instrumento
11.  salió del trabajo  
12. volvió a casa 
13. (se desvistió (i) )
14. cenó
15. apagó  la luz 
16. se acostó (ue) 

Slide 32 - Slide

trabajar en grupos - start deberes

- oef. 1 t/m 8 WB p. 5+6 CG2
afmaken, kijk goed naar 7
- oef. 5ab+6 afmaken TB p. 11-12
- bestudeer voca h1, pag.147
- kijk de video op de volgende      slide 


Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

felices vacaciones

Slide 35 - Slide