IPC Nederland Waterland Aardrijkskunde

1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Nederland Waterland
Aardrijkskunde

Slide 2 - Slide

Leerdoel:
3.04 Ik kan kaarten en plattegronden op verschillende schaalgrootte, met
gebruikmaking van verklarende symbolen, maken.

Slide 3 - Slide

Welke vragen kan je
bedenken als je dit plaatje
ziet?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat betekent N.A.P?
Waar wordt het voor gebruikt?
Wat heeft Amsterdam hier mee te maken?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Link

Doe opdracht
  • Schrijf voor elke provincie een plaats op en maak een lijst met 12 plaatsen.
  • Zoek op de website van AHN de hoogte van deze plaats op. 

Slide 9 - Slide

Uitleg website AHN
Plaatszoeker
Legenda

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Verwerkingsactiviteit
De volgende opdrachten maak je op de blanco kaart van Nederland.
• Kleur het deel van Nederland dat onder nul NAP ligt.
• Kleur de duinen.
• Teken de Hondsbossche en Pettemer Zeewering.
• Kleur de Afsluitdijk.
• Welke plaats ligt het laagst in Nederland? Geef deze plaats aan op de kaart.
• Wat is het hoogste punt in Nederland? Geef aan waar dit ligt, hoe hoog het daar is en hoe het heet.
• Teken de volgende polders en schrijf de namen erbij: Zuidelijk Flevoland, Oostelijk Flevoland, Noordoostpolder, Haarlemmermeer, Wieringermeer, Schermer, Wormer, Purmer en Lauwerszeepolder. De polders moeten duidelijk omlijnd worden en verschillende kleuren krijgen.
Met welke kleuren en symbolen gaan jullie werken? Je moet ervoor zorgen dat de kaartopmaak goed verzorgd is. Een windroos, legenda en titel mogen natuurlijk niet ontbreken.

Verwerkingsactiviteit
De volgende opdrachten maak je op de blanco kaart van Nederland.

  • Kleur het deel van Nederland dat onder nul NAP ligt met een lichte kleur.
  • Kleur de duinen. 
  • Kleur de Deltawerken.
  • Kleur de Afsluitdijk. 
  • Welke plaats ligt het laagst in Nederland? Geef deze plaats aan op de kaart. 
  • Wat is het hoogste punt in Nederland? Geef aan waar dit ligt, hoe hoog het daar is en hoe het heet. 
  • Teken de volgende polders en schrijf de namen erbij: Zuidelijk Flevoland, Oostelijk Flevoland, Noordoostpolder, Haarlemmermeer, Beemster, Schermer, Wieringermeer, Lauwersmeer. De polders moeten duidelijk omlijnd worden en verschillende kleuren krijgen. 

Met welke kleuren en symbolen gaan jullie werken? Je moet ervoor zorgen dat de kaartopmaak goed verzorgd is. Een windroos, legenda en titel mogen natuurlijk niet ontbreken.

Klaar? Voeg de 12 plaatsen van jullie lijst toe aan de kaart.

Slide 12 - Slide

Wat heb je geleerd deze les over het maken van kaarten?

Slide 13 - Open question