TX - Pop Art & Soft Sculptures

1 / 18
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze online les bevat informatie en vragen over:
- Pop Art
- Soft Sculptures
- Vliesofix 
Welkom!
Zorg ervoor dat je deze les helemaal afrondt en alle vragen zo goed mogelijk probeert te beantwoorden.
Het resultaat telt mee in jouw beoordeling!

Slide 2 - Slide

  • Afkorting van Popular Art
    (Engels voor populaire kunst).
  • Rond 1960 in Amerika en Engeland ontstaan. 
  • Uitgangspunt: het alledaagse leven 
  • Reactie op het Abstract Expressionisme
 

Pop-Art
Denk aan reclame- en televisiebeelden, gebruiksartikelen, strips, pin-ups en popmuziek.
Kunstenaars gebruikten beelden uit de populaire cultuur.

Slide 3 - Slide

Sleep de teksten en afbeeldingen naar de juiste kant
Wat hoort waar?
Pop-Art
Geen Pop-Art
Warhol
Rembrandt
Abstract Expressionisme
Jaren '60
18e eeuw

Slide 4 - Drag question

  • Geïnspireerd op alledaagse dingen
  • Van textiel gemaakt
  • Vervreemding
 

Soft Sculptures
Hij past vervreemding toe door: 
uitvergroting -
materiaal -
kleurgebruik -
Claes Oldenburg; bekende kunstenaar die soft sculptures maakt.

Slide 5 - Slide

Een bijzondere auto in een museum

Slide 6 - Slide

Waarom is hier sprake van vervreemding?

Slide 7 - Open question

Wat is kenmerkend voor een
soft sculpture?
A
de kleur
B
het formaat
C
het materiaal
D
de vorm

Slide 8 - Quiz

Het antwoord zit in de naam verstopt:
soft sculpture
Een soft sculpture wordt van zachte materialen gemaakt, veelal textiel.

Slide 9 - Slide

Wat heb je nodig om een
soft sculpture te maken?

Slide 10 - Mind map

Soft Sculpture maken
3 fases
Appliqueren
Patroon tekenen
Afwerking
Techniek waarbij uitgeknipte vormen op een ondergrond worden bevestigd door middel van naaien of plakken. 
Je kunt natuurlijk niet zomaar in het wilde weg gaan knippen en naaien. 
In deze fase bedenk je hoe groot de soft sculpture moet worden, maak je een patroon en zoek je de juiste stoffen uit.
Het patroon gebruik je om alles op de juiste maat uit te knippen. 
In deze fase zorg je er voor dat het logo op de stof komt en zet je alles in elkaar.

Slide 11 - Slide

Teken het logo in spiegelbeeld op de gladde kant van de Vliesofix.   

Als het logo uit meerdere kleuren bestaat teken je deze delen apart van elkaar.
 
Plak het getekende logo op de juiste kleuren stof door te strijken.

Knip de vast gestreken tekeningen
daarna pas uit.

Verwijder het papier van de stof.
Plak het resultaat op de
juiste plek op je stof.
Appliqueren
met behulp van Vliesofix

Slide 12 - Slide

Op welke kant van de Vliesofix teken je de applicatie (het logo)?
A
Op de gladde kant
B
Op de ruwe kant

Slide 13 - Quiz

Hoe teken je het logo op de Vliesofix?
A
Het logo zonder aanpassingen, op de gladde kant
B
Het logo zonder aanpassingen, op de ruwe kant
C
Het logo in spiegelbeeld, op de gladde kant
D
Het logo in spiegelbeeld, op de ruwe kant

Slide 14 - Quiz

Patronen tekenen
Als je iets wilt maken, kun je niet zomaar in het wilde weg gaan knippen. 
Je moet nadenken over hoe groot jouw voorwerp wordt en hoeveel stof je daar voor nodig hebt. 
Dat teken je vervolgens uit op patroonpapier. Dat is zeker belangrijk bij ingewikkelde vormen.
Hierna volgen een paar voorbeelden van patronen.
Weet jij welk patroon bij welk product hoort?

Slide 15 - Slide

Welk patroon hoort bij welk product?
Sleep onderstaande patronen naar het bijpassende product.

Slide 16 - Drag question

Afwerking
Je strijkt het logo op zijn plek. Je kunt het extra vastzetten met de naaimachine.
Als je alle voorbereidingen hebt getroffen, is het tijd om alles in elkaar te zetten.
Speld de stofdelen binnenste buiten op elkaar. Zet vast met de naaimachine.
Je draait de stof terug.
Vul de soft sculpture met vulling en naai dicht, indien nodig met de hand. 

Slide 17 - Slide

Sleep naar de goede kant en zet in de juiste volgorde
Patroon tekenen
Afwerking
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Bereken hoe groot de soft sculpture wordt.
Teken de maten op het patroonpapier plus 1 cm langs de rand..
Knip het patroonpapier uit en speld het patroon vast op de juiste kleur stof.
Knip de stof netjes uit langs het patroonpapier met een stofschaar.
Haal de spelden uit de stof.
Strijk het logo op de juiste plek op de uitgeknipte stof en naai vast.
Naai de stof binnenstebuiten aan elkaar.
Draai de stof terug.
Vul de soft sculpture met vulling.
Naai dicht, indien nodig met de hand.

Slide 18 - Drag question