Komma's en dubbele punten

Komma's en dubbele punten
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Komma's en dubbele punten

Slide 1 - Slide

Komma's en dubbele punten
In deze les leren we:
- Waar in de zin je een komma moet zetten.

- Wanneer je in een zin gebruik maakt van een dubbele punt.

Slide 2 - Slide

Komma's 
De komma is het leesteken dat aangeeft dat je even moet pauzeren tijdens het lezen van een zin. 
Je hoort de komma als je een zin langzaam uitspreekt.

Slide 3 - Slide

Komma's 
Gisteren was het heerlijk weer om te zwemmen maar het water was nog wel koud.


Slide 4 - Slide

Komma's 
Gisteren was het heerlijk weer om te zwemmen maar het water was nog wel koud.

Gisteren was het heerlijk weer om te zwemmen, maar het water was nog wel koud.

Slide 5 - Slide

Komma's 
Je gebruikt een komma:
- Tussen twee persoonsvormen
- Bij een opsomming
- Voor een voegwoord (omdat, doordat, wanneer, zoals, maar, want en dus)

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
- Jeremy Sjaakie en Khalid werken in een supermarkt.

Slide 7 - Slide

Voorbeelden
- Jeremy, Sjaakie en Khalid werken in een supermarkt.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
- Jeremy, Sjaakie en Khalid werken in een supermarkt.

Bij een opsomming

Slide 9 - Slide

Voorbeelden
- Na de grote pauze komen we niet terug in dit lokaal want dan zijn we vrij.

Slide 10 - Slide

Voorbeelden
- Na de grote pauze komen we niet terug in dit lokaal, want dan zijn we vrij.


Slide 11 - Slide

Voorbeelden
- Na de grote pauze komen we niet terug in dit lokaal, want dan zijn we vrij.


Voor een voegwoord
(omdat, doordat, wanneer, zoals, maar, want en dus)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wisbordjes
voorbeeld:
We zijn vorig jaar naar Amsterdam Londen en Antwerpen gegaan.

Slide 14 - Slide

voorbeeld:

We zijn vorig jaar naar Amsterdam, Londen en Antwerpen gegaan.

Schrijf op: Amsterdam, Londen
Bonuspunt: Opsomming

Slide 15 - Slide

Wisbordjes: spelregels
1. Lees de zin op het digibord.
2. Overleg met je teamgenoot.
3. Schrijf het antwoord op.
4. Bordje met antwoord naar beneden op tafel.
5. Bordje omhoog op mijn teken.

Slide 16 - Slide

Wisbordjes
Omdat ze last van haar voet heeft kan ze niet de hele dag in de keuken staan.
timer
0:30

Slide 17 - Slide

Wisbordjes
Omdat ze last van haar voet heeft, kan ze niet de hele dag in de keuken staan.

heeft, kan
persoonsvorm

Slide 18 - Slide

Wisbordjes
Het menu van vandaag bestaat uit: een broodje gezond mini pizza en lasagne. 
timer
0:30

Slide 19 - Slide

Wisbordjes
Het menu van vandaag bestaat uit: een broodje gezond, mini pizza en lasagne. 

gezond, mini
Opsomming

Slide 20 - Slide

Wisbordjes
Vandaag blijven we binnen in de pauze want het regent.
timer
0:30

Slide 21 - Slide

Wisbordjes
Vandaag blijven we binnen in de pauze, want het regent.

pauze, want
voegwoord

Slide 22 - Slide

Wisbordjes
Voor schoolreisje kon je kiezen uit: Walibi Flevo Adventure of de Efteling.
timer
0:30

Slide 23 - Slide

Wisbordjes
Voor schoolreisje kon je kiezen uit: Walibi Flevo, Adventure of de Efteling.

Flevo, Adventure
opsomming

Slide 24 - Slide

Wisbordjes
Als om 12.30 de bel gaat mogen we naar huis.
timer
0:30

Slide 25 - Slide

Wisbordjes
Als om 12.30 de bel gaat, mogen we naar huis.


gaat, mogen
persoonsvorm

Slide 26 - Slide

Wisbordjes
Ik zit in de les maar ik wil liever thuis zijn.
timer
0:30

Slide 27 - Slide

Wisbordjes
Ik zit in de les, maar ik wil liever thuis zijn.


les, maar
voegwoord

Slide 28 - Slide

Wisbordjes
De uitslag

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Werkblad
Maak opdracht 1,2 en 3

timer
15:00
Klaar? Maak 4 en 5

Slide 31 - Slide

Opdracht 1

Slide 32 - Slide

Opdracht 2

Slide 33 - Slide

Opdracht 3

Slide 34 - Slide

Werkblad
Maak opdracht 4

timer
7:00
Klaar? maak 5

Slide 35 - Slide

Opdracht 4

Slide 36 - Slide

Dubbele punt
De dubbele punt (:) geeft aan dat je even moet pauzeren tijdens het lezen. 

Je plaatst een dubbele punt: 
- voor een opsomming.
- als je uitleg geeft bij iets wat je eerder in de zin
hebt gezegd.

Slide 37 - Slide

Dubbele punt
Er ging veel mis we kregen een klapband we waren de weg kwijt en de bus kwam te laat.

Slide 38 - Slide

Dubbele punt
Er ging veel mis we kregen een klapband we waren de weg kwijt en de bus kwam te laat.

Er ging veel mis: we kregen een klapband, we waren de weg kwijt, en de bus kwam te laat.


Slide 39 - Slide

Werkblad
Maak opdracht 5

timer
7:00

Slide 40 - Slide

Opdracht 5

Slide 41 - Slide

Komma's en dubbele punten
In deze les hebben we geleerd:
- Waar in de zin je een komma moet zetten.

- Wanneer je in een zin gebruik maakt van een dubbele punt.

Slide 42 - Slide