ww spelling periode 4 klas 1

• Nederlands
• Middelbare school

In de oorlog (ontploffen vt) een bom naast ons huis.

In de oorlog zijn veel bommen (ontploffen)

Mijn vader (maaien) iedere week het gazon.

Vorige week (schieten) drie gemaskerde mannen op elkaar.

Mijn broertje (beheersen) de werkwoordspelling nog niet zo goed.

(antwoorden) nou eens op mijn vraag!

Mijn broer heeft de vraag (beantwoorden)

Hij (antwoorden vt) veel te laat.

De mensen (vluchten vt) uit het brandende gebouw.

Mijn moeder (breien) een trui voor mij.

Mijn broer (misdragen vt) zich tijdens de bruiloft van onze tante.

Mijn broer heeft zich (misdragen) tijdens de bruiloft van mijn tante.

(houden) jij van sperziebonen?

Heeft deze uitleg jou (helpen)

In mijn tuin (groeien) veel onkruid.