español semana 1

español semana 1
HOY = VANDAAG 

aprender 50 palabras = 50 woorden leren 

masculino y femenino = mannelijk en vrouwelijk

singular y plural = enkelvoud en meervoud
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

español semana 1
HOY = VANDAAG 

aprender 50 palabras = 50 woorden leren 

masculino y femenino = mannelijk en vrouwelijk

singular y plural = enkelvoud en meervoud

Slide 1 - Slide

Lijkt op het Engels
masculine - feminine
singular - plural 
Sabes español?

Te doy una lista con 50 palabras españolas. 
Conoces o reconoces las palabras?

Después vas a ver un video con esas palabras.
Kun jij Spaans?

Ik geef je een lijst met 50 Spaanse woorden. 
Ken of herken je de woorden?


Daarna ga je een video bekijken met die woorden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Listo?
Cuántas palabras concoces?

Y ahora el video!
Para aprender más!

El título del video es: 
Primera clase de español.
Klaar?
Hoeveel woorden ken je?

En nu de video!
Om meer te leren!

De titel van de video is:
Eerste les Spaans. 

Slide 3 - Slide

Je zult heel wat woorden uit het Engels (of soms een andere taal)  herkennen. 

Slide 4 - Video

Je (her)kent nu veel woorden. 
Om de uitspraak te leren: video afspelen met ondertiteling en nazeggen. 
voordelen:
verbinding woordbeeld en klank
verbinding woord en beeld 
mannelijk lidwoord + mannelijk zelfstandig naamwoord
el aeropuerto            = de luchthaven
el concierto                = het concert
el desierto
el minuto
el monumento
el museo
el palacio
el teatro
el teléfono

vrouwelijk lidwoord + vrouwelijke zelfstandig naamwoord
la bicicleta                 = de fiets
la familia
la fiesta                        = het feest
la historia
la isla
la máquina
la música
la oficina
la paella

Slide 5 - Slide

allemaal woorden uit de video
znw die eindigen op de klinker -o zijn meestal mannelijk 
znw die eindigen op de klinker -a zijn meestal vrouwelijk 
mannelijk lidwoord + mannelijk zelfstandig naamwoord
los aeropuertos        = de luchthavens
los conciertos            = het concerten
los desiertos
los minutos
los monumentos
los museos
los palacios
los teatros
los teléfonos

vrouwelijk lidwoord + vrouwelijke zelfstandig naamwoord
las bicicletas                = de families
las familias
las fiestas                       = de feesten
las historias
las islas
las máquinas
las músicas
las oficinas
las paellas

Slide 6 - Slide

allemaal woorden uit de video
znw die eindigen op de klinker -o zijn meestal mannelijk 
znw die eindigen op de klinker -a zijn meestal vrouwelijk 
SINGULAR
el elefante 
el parque 
el pasaporte
el restaurante
el tomate 
la cantante
la fuente
la serpiente

PLURAL
los elefantes
los parques
los pasaportes
los restaurantes
los tomates
las cantantes
las fuentes
las serpientes

Slide 7 - Slide

znw die in het enkelvoud eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s. 
Je ziet dat het ook opgaat voor woorden die je nog niet kent uit de video.
cantante = zangeres
fuente = fontein
serpiente = slang


el animal 
el examen 
el hospital
el hotel
el doctor
el actor
el director

la catedral
la celebración 
la construcción 
la estación 
la información
la introducción
la televisión

Slide 8 - Slide

Wat valt op als je naar deze znw kijkt? 
Ze eindigen op een medeklinker.
Een paar nieuwe woorden: (her)ken je ze?
Vrijwel alle woorden die op -ión eindigen zijn vrouwelijk. 
Er zijn veel woorden die op -ión eindigen, en de betekenis laat zich vaak gemakkelijk raden, bijvoorbeeld presentación. 

los animales 
los examenes 
los  hospitales
los  hoteles
los doctores
los actores
los directores

las catedrales
las celebraciones 
las construcciones 
las estaciones 
las informaciones
las introducciones
las televisiones

Slide 9 - Slide

Al deze znw eindigen op een medeklinker.
reglas = regels
znw eindigt op een klinker (a,e,i,o,u), dan + s

znw eindigt op een medeklinker, dan + es

mannelijk lidwoord      el      wordt      los

vrouwelijk lidwoord      la      wordt      las 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

meervoud van
el minuto
A
los minutos
B
las minutas

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
el monumento
A
los monumentos
B
las monumentas

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
el elefante
A
los elefantes
B
las elefantes

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
el pasaporte
A
los pasaportes
B
las pasaportes

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
la serpiente
A
los serpientes
B
las serpientes

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
la oficina
A
los oficinos
B
las oficinas

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
la isla
A
los islos
B
las islas

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
el animal
A
los animales
B
las animales

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
la catedral
A
los catedrales
B
las catedrales

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
la presentación
A
los presentaciones
B
las presentaciones

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
el hotel
A
los hoteles
B
las hoteles
C
los hotelos
D
las hotelas

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
el hospital
A
los hospitalos
B
las hospitales
C
las hospitalas
D
los hospitales

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
la ciudad (= de stad)
A
los ciudades
B
las ciudades

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

meervoud van
el país (= het land)
A
los países
B
las países

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Entiendes? = Begrijp je?
No es difícil.                                  Het is niet moeilijk.

Es fácil !                                          Het is gemakkelijk !

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

woordenschat
Je (her)kent 50 Spaanse woorden. 
grammatica
Je kunt mannelijke en vrouwelijke znw herkennen.
Je kunt mannelijke en vrouwelijk lidwoorden gebruiken. 
Je kunt lidwoorden + znw in het meervoud zetten. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

opdrachten
De opdrachten staan op ItsLearning. 

Huiswerk: video kijken/luisteren en nazeggen.
Opdrachten maken en hardop oefenen. 

Boek bestellen !

Slide 27 - Slide

hardop oefenen: 
el minuto - los minutos
el tomate - los tomates 
la bicicleta - las bicicletas 
la ciudad - las ciudades
enzovoorts