Thema 3: B4: Uitscheiding


het glucosegehalte in het bloed schommelt een beetje. In welk bloedvat is deze schommeling het
grootst?
A
leverader
B
leverslagader
C
poortader
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson


het glucosegehalte in het bloed schommelt een beetje. In welk bloedvat is deze schommeling het
grootst?
A
leverader
B
leverslagader
C
poortader

Slide 1 - Quiz

De darmen zijn geen onderdeel van het uitscheidingsstelsel. Toch wordt er een stof via de darmen uitgescheiden. Welke?
A
hemoglobine
B
bilirubine
C
ureum
D
aminozuren

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de belangrijke onderdelen van
een nier?

Slide 3 - Mind map

Welk orgaan is geen uitscheidingsorgaan
A
Longen
B
Nieren
C
Maag
D
Huid

Slide 4 - Quiz

Je nieren halen afvalstoffen uit het bloed. Welke?
A
Oude rode bloedcellen
B
koolstofdioxide
C
giftige stoffen
D
water

Slide 5 - Quiz

Hoe krijgen de nieren zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 6 - Quiz

Hoeveel urine ontstaat er per dag in je nieren?
A
5 liter
B
1.5 liter
C
2.5 liter
D
3 liter

Slide 7 - Quiz

Wat is de functie van onderdeel 6?
A
Voert urine af naar de urineblaas
B
Urine wordt hier tijdelijk opgeslagen
C
Voert urine af uit het lichaam
D
Al het bovenstaande

Slide 8 - Quiz

wat is de functie van het nierbekken?
A
Filteren van bloed
B
Filteren van urine
C
Verzamelen van urine

Slide 9 - Quiz

Hoeveel urine ontstaat er per dag in je nieren?
A
5 liter
B
1.5 liter
C
2.5 liter
D
3 liter

Slide 10 - Quiz

Je nieren halen afvalstoffen uit het bloed. Welke?
A
Oude rode bloedcellen
B
koolstofdioxide
C
giftige stoffen
D
water

Slide 11 - Quiz

wat is de functie van het nierbekken?
A
Filteren van bloed
B
Filteren van urine
C
Verzamelen van urine

Slide 12 - Quiz

Hoeveel urine ontstaat er per dag in je nieren?
A
5 liter
B
1.5 liter
C
2.5 liter
D
3 liter

Slide 13 - Quiz

Beschrijf de begrippen filtratie en resorptie en geef aan waar het proces plaats vindt

Slide 14 - Open question