MC2 D1 Paragraaf 1.2

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 3
1 / 51
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



Hoofdstuk 1 Grootheden en eenheden
Paragraaf 1.2 Lengte

Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
Introductie
Par. 1.1
Par. 1.2
Par. 1.3
Par. 1.4
Par. 1.5
Par. 1.6
Par. 1.7
Par. 1.8
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Herhalen basis
Uitleg par. 1.2 Lengte
Kennis trainen
Oefenen met examenopdracht 1
Kennis checken
Oefenen met examenopdracht 2
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen
Extra
Korte herhaling van de introductie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Korte nabespreking instaptoets
Als je naar MCgaat, kan je je resultaten bekijken. Je kan de toets nog niet inzien. Dat is pas mogelijk als alle studenten van deze groep de toets hebben gemaakt.

Je maakt dit cursusjaar na ieder domein een toets of oefenexamen. Ook die worden beoordeeld en voorzien van een cijfer en persoonlijke feedback.

  

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


LET OP! Vrijstellingen en aangepast examineren
Heb je na 2022 een examen rekenen op 3F-niveau gehaald met een cijfer boven de 5,5?
Dan kan je via het examenbureau een vrijstelling aanvragen. Doe dat vóór 1 juni!

Heb je een verklaring van dyslexie, dyscalculie of adhd? Dan kan je via het examenbureau een aanpassing voor de examens aanvragen. Doe dat ook vóór 1 juni!

Slide 5 - Slide

examenbureau@maascollege.nl

Aan het werk via de korte route
  • Blijf 120 minuten ingelogd in Google Meet.
  • Maak de examenopdrachten van par. 1.2.
  • Lever de opdrachten voor de deadline in.
Voortgang
Ik beoordeel je opdrachten en voorzie die van een cijfer en persoonlijke feedback. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Aan het werk via de basisroute
Bij de basisroute herhalen we eerst een deel van de basisstof. Vandaag besteden we aandacht aan het vermenigvuldigen van (komma)getallen met 10, 100 en 1000. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


Getallen vermenigvuldigen met 10, 100 en 1000

Leerdoelen


  • Ik kan getallen vermenigvuldigen met 10, 100 en 1000.



Slide 8 - Slide

This item has no instructions


Getallen vermenigvuldigen met 10, 100 en 1000 (1)
Als je getallen vermenigvuldigt met 10, 100 en 1000 worden ze groter.

214 x 10      = 2140  (er komt 1 nul bij)
214 x 100    = 21400  (er komen 2 nullen bij)
214 x 1000  = 214000  (er komen 3 nullen bij)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions






Als je 2800 gram vermenigvuldigt met 10 wordt het...


A
28 000 gram
B
280 000 gram

Slide 10 - Quiz

Als je een getal vermenigvuldigt met 10, komt er 1 nul bij. Het getal wordt groter.

 A 2800 x 10 = 28 000








Als je 2575 kilogram vermenigvuldigt met 100 wordt het ...


A
25 750 kilogram
B
257 500 kilogram

Slide 11 - Quiz

Als je een getal vermenigvuldigt met 100, komen er 2 nullen bij. Het getal wordt groter.

B 2575 x 100 = 257 500







Als je 245 ton vermenigvuldigt met 1000 wordt het ...


A
245 000 ton
B
2 450 000 ton

Slide 12 - Quiz

Als je een getal vermenigvuldigt met 1000, komen er 3 nullen bij. Het getal wordt groter.

245 x 1000 = 245 000 ton


Kommagetallen vermenigvuldigen met 10, 100 en 1000 (2)
Als je kommagetallen vermenigvuldigt met 10, 100 en 1000 worden ze ook groter.
Dat zie je aan de plek van de komma. Die schuift verder op naar rechts.

2,145 x 10     = 21,45  (de komma schuift 1 plek naar rechts)
2,145 x 100   = 214,5  (de komma schuift 2 plekken naar rechts)
2,145 x 1000 = 2145  (de komma schuift 3 plekken naar rechts)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions






Als je 20,5 gram vermenigvuldigt met 10 wordt het ...


A
205 gram
B
2050 gram

Slide 14 - Quiz

Als je een kommagetal vermenigvuldigt met 10, schuift de komma 1 plek naar rechts. 

A. 20,5 x 10 = 205 gram







Als je 2,635 kilogram vermenigvuldigt met 100 wordt het ...


A
26,35 kilogram
B
263,5 kilogram

Slide 15 - Quiz

Als je een kommagetal vermenigvuldigt met 100, schuift de komma 2 plekken naar rechts. 

A. 2,635 x 100 = 263,5 kilogram







Als je 145,55 ton vermenigvuldigt met 1000 wordt het ...


A
14555 ton
B
145550 ton

Slide 16 - Quiz

Als je een kommagetal vermenigvuldigt met 1000, schuift de komma 3 plekken naar rechts. Kan je niet verder naar rechts? Dan komt er een nul bij

A. 145,55 x 1000 = 145550 kilogram


timer
5:00
Pauze

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


Paragraaf 1.2 Lengte

Leerdoelen


  • Ik kan rekenen met lengtematen.



Slide 18 - Slide

This item has no instructions


Paragraaf 1.2 Lengte

Bij de grootheid lengte meet je met de volgende eenheden:






Als je lengtematen omrekent, maak je sprongen van 10. De getallen worden per sprong 10 keer groter of kleiner. Reken je om van meter naar centimeter? Dan maak je twee sprongen van 10. Dus 20 meter is 20 x 10 x 10 = 2000 centimeter.  

Slide 19 - Slide

This item has no instructions


Op weg naar examenopdracht 2

 Leerdoel Je kan deze examenopdracht zelfstandig en foutloos maken. 


Slide 20 - Slide

This item has no instructions


Basisopdracht 1
  1. Van mm naar dm wordt het getal 2 sprongen van 10 groter/kleiner.
  2. Van m naar mm wordt het getal ... sprongen van 10 groter/kleiner.
  3. Van mm naar dm wordt het getal ... sprongen van 10 groter/kleiner.
  4. Van km naar m wordt het getal ... sprongen van 10 groter/kleiner.
  5. Van dm naar km wordt het getal ... sprongen groter/kleiner.

Slide 21 - Slide

  1. 2 sprongen van 10 kleiner
  2. 3 sprongen van 10 groter
  3. 2 sprongen van 10 kleiner
  4. 3 sprongen van 10 groter
  5. 4 sprongen van 10 kleiner


Basisopdracht 2
Mo gaat bungeejumpen in Amerika. Daar rekenen ze
met andere eenheden van lengte dan in Nederland,
zoals de inch, de foot, de yard en de mile. Een foot 
is 0,3048 meter. 

Hoeveel meter is 350 feet?
Feet?
Feet is het meervoud van foot.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions






Een foot is 0,3048 meter. Hoeveel meter is 350 feet?
A
106,68 meter
B
121,8 meter

Slide 23 - Quiz

C 350 x 0,3048 = 106,68 meter

Basisopdracht 3
Mo gaat bungeejumpen in Amerika. Daar rekenen ze
met andere eenheden van lengte dan in Nederland,
zoals de inch, de foot, de yard en de mile. Een foot 
is 0,3048 meter. 

Bereken hoeveel centimeter 350 feet is.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions





Een foot is 0,3048 meter. Bereken hoeveel centimeter 350 feet is.

Slide 25 - Open question

Reken om van ft naar m
350 x 0,3048 = 106,68

Reken om van m naar cm
106,69 x 10 x 10 = 10 668 cm
timer
5:00
Pauze

Slide 26 - Slide

This item has no instructions


Paragraaf 1.3 Oefenen met de lesstof
  • Blijf ingelogd in Google Meet.
  • Maak opdracht 1 en 2 van par. 1.2.

We spreken de opdrachten straks na.
timer
10:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions


Oefenopdracht 1**
Tijdens een reis door Amerika gaat Mo bungeejumpen.
De afstand van zijn val wordt berekend in feet (1 foot =
0,3048 meter).

Bereken hoeveel meter Mo per seconde valt.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions



Een foot is 0,3048 meter.

Bereken hoeveel meter Mo per seconde valt

Slide 29 - Open question

Mo valt 350 feet in 5 seconden.

Reken om van ft naar m
350 x 0,3048 = 106,68 m 

Mo valt dus 106,68 meter in 5 seconden.

Bereken het aantal m in 1 seconde
106,68 : 5 = 21,336 m/sec


Oefenopdracht 2*** 
Een foot is 0,3048 meter.

Bereken hoeveel kilometer Mo per seconde valt.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions



Een foot is 0,3048 meter.

Bereken hoeveel kilometer Mo per seconde valt.

Slide 31 - Open question

Mo valt 350 ft in 5 sec.

Reken om van ft naar m
350 x 0,3048 = 106,68 m

Reken om van m naar km
106,68 : 10 : 10 : 10 = 0,10668

Mo valt dus 0,10668 km in 5 seconden.

Bereken het aantal km in 1 seconde
0,10668 : 5 = 0,021336 m/sec


Heb je je leerdoelen gehaald?

Leerdoelen

  • Ik kan rekenen met lengtematen.


Volgende week

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

timer
5:00
Pauze

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Docent: Katya van Zaalen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions





Stel je voor, je loopt op straat en je ziet ineens een
briefje van 50 euro op de grond liggen. Wat doe je?
A
Je pakt het op.
B
Je laat het liggen.

Slide 35 - Quiz

Er zullen maar heel weinig mensen zijn die een briefje van 50 euro op straat laten liggen: het geld ligt namelijk letterlijk voor het oprapen.

Datzelfde is het geval bij het examen rekenen: ook daar liggen de punten vaak voor het oprapen. Je moet natuurlijk wel weten waar die punten liggen. En dát leer je van mij tijdens de online lessen.

Inhoud
  1. Leerdoelen van de introductie
  2. Belangrijke informatie vak rekenen
  3. Belangrijke informatie examen
  4. Aanwezigheid en activiteit
  5. Regels tijdens de lessen
  6. Verplichte instaptoets






Slide 36 - Slide

This item has no instructions


1. Leerdoelen van deze introductie
  • Je weet met welk examen het vak rekenen wordt afgesloten.
  • Je weet wat je moet doen om het (her)examen rekenen te halen.
  • Je kunt de richtlijnen benoemen die belangrijk zijn voor het examen.
  • Je weet wat jouw basisniveau is en waar je nog mee moet oefenen.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions


2. Belangrijke informatie vak rekenen
De generieke vakken Engels en Nederlands bestaan uit de onderdelen lezen, luisteren, schrijven en spreken. Je maakt bij ieder onderdeel een apart examen. Het generieke vak rekenen heeft geen onderdelen, maar vijf domeinen. Je kennis van die domeinen wordt in  week 30 getoetst in één instellingsexamen. Je bereidt je voor op dat examen door het maken van wekelijkse online opdrachten, drie toetsen en twee oefenexamens.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions


Domeinen vak rekenen
Domeinen
Blok
Niveau
1.
Grootheden en eenheden
Herhalen van de basisvaardigheden
1
BBL en BOL niveau 3 en 4
2.
Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
2
BBL en BOL niveau 3 en 4
3.
Verhoudingen herkennen en gebruiken
2
BBL en BOL niveau 3 en 4
4.
Procenten gebruiken
3
BBL en BOL niveau 3 en 4
5.
Omgaan met kwantitatieve informatie
3
BBL en BOL niveau 3 en 4

Slide 39 - Slide

This item has no instructions


Lesmateriaal
Tijdens de online lessen oefenen we met de materialen van MC2, de rekenmethode van het Maas College. Registreer je nu via de link in de chat met je Google-school-account (leerlingnummer@maascollege.nl). Je wachtwoord is MCleerlingnummer#.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions


3. Belangrijke informatie examen
Tijdens het instellingsexamen worden je kennis en vaardigheden van de vijf domeinen van het vak rekenen getoetst. Het examen wordt aan het eind van blok 3 op de vaste leslocatie afgenomen. Je hebt twee uur de tijd om ongeveer 25 opdrachten te maken. Daarbij gebruik je een online rekenblad, rekenmachine en rekenkaart.


Rekenvraag I
Hoeveel minuten heb je per opdracht?

Slide 41 - Slide

120 : 25 = 4,8 minuten

Slaag- en zakregeling generieke vakken
"Om te slagen voor het examen worden de vakken rekenen, Engels en Nederlands met een voldoende afgerond als er voor maximaal één vak minimaal een (afgeronde) 5, en voor de twee andere vakken een 6 of hoger is behaald."



Slide 42 - Slide

This item has no instructions


4. Aanwezigheid en activiteit
Bij de start van de les moet je aanwezig zijn. Je aanwezigheid wordt bijgehouden aan de hand van de tijden waarop je bent ingelogd in Google Meet. Er wordt ook van je verwacht dat je actief meedoet met de lessen en dat je iedere week oefent in MC2. Je aanwezigheid, activiteit én resultaten worden in Yuno bijgehouden. Die komen onder andere ter sprake bij de SLB-gesprekken.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions


5. Regels lessen en absentie
  • Je bent tenminste 80% van de verplichte lestijd aangemeld in Google Meet.
  • Je maakt iedere les minimaal vier online opdrachten in MC2.
  • Je maakt minimaal twee toetsen en twee oefenexamens.


Rekenvraag II
Wat is 80% van 2,5 uur?

Slide 44 - Slide

0,5 uur = 30 minuten
1 uur = 60 minuten
2 uur = 120 minuten

120 + 30 = 150 minuten

150 : 100 x 80 = 120 minuten
of 150 x 0,8 = 120 minuten


Beoordeling per blok
Aanwezigheid                                                       Resultaten



Activiteit






9 - 10 lessen = goed
5 - 8 lessen = voldoende
< 5 lessen = onvoldoende
alle opdrachten = goed
4 - 8 opdrachten* = voldoende
< 4 opdrachten = onvoldoende
cijfer hoger dan 8,4 = zeer goed
cijfer tussen 7 en 8,4 = goed
cijfer tussen 5 en 6,9 = voldoende
cijfer lager dan 5 = onvoldoende

Slide 45 - Slide

This item has no instructions


Ben je ziek?
Stuur je vakdocent dan vóór de les een mail en vermeld daarin duidelijk je naam en groep.

Slide 46 - Slide

Mailadres vermelden in de chat.



Heb je een vraag of opmerking tot nu toe?

Slide 47 - Open question

This item has no instructions


6. Instaptoets
Je gaat nu een verplichte instaptoets maken. Registreer je via de link in de chat met je Google-schoolaccount (leerlingnummer@maascollege.nl). Je wachtwoord is Mcleerlingnummer#.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions


Waarom moet je een instaptoets maken?
Het is bij de start van deze cursus belangrijk dat je een realistisch beeld hebt van hoe goed je de basiskennis van het vak rekenen beheerst. Die komt aan bod in de instaptoets. Beheers je de basis van het vak rekenen goed genoeg? Dan word je voor blok 1
ingedeeld in de korte leerroute. 

Slide 49 - Slide

This item has no instructions


Hoe maak je de instaptoets?
De instaptoets staat nu voor je klaar. Je hebt de rest van deze les de tijd om alle opdrachten van de toets af te ronden en die in te leveren. Doe je dat? Dan word je op aanwezig gezet. Doe je dat niet? Dan word je op afwezig gezet. Daarnaast word je voor de eerste tien
lessen automatisch ingedeeld bij de basisroute. 

Slide 50 - Slide

This item has no instructions




Heb je een vraag of opmerking?

Slide 51 - Open question

This item has no instructions