Economie Pincode 6.1 t/m 6.4 samenvatting 2.0

Welkom!
Economie 
H6: Regelt den haag dat?



Dinsdag 27 okt.
G. de Klein

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Economie 
H6: Regelt den haag dat?



Dinsdag 27 okt.
G. de Klein

Slide 1 - Slide

Planning:
Vandaag:
-H6 bespreken (blz 179 t/m 181)
-H6 begrippen (quiz)

Volgende week:
-H6 Toets

Slide 2 - Slide

Oefenen voor de toets
We behandelen vragen uit het boek in 4 blokken.
Tussendoor komen 16 quizvragen.

Wie heeft aan het eind van de les de meeste vragen goed?

Slide 3 - Slide

Waarop zit geen accijns?
A
Alcohol
B
Brandstof
C
Tabak
D
Tijdschriften

Slide 4 - Quiz


Goederen + diensten waar alle burgers gebruik van kunnen maken en geleverd worden door de overheid zijn...
A
Collectieve goederen
B
Particuliere goederen
C
Collectieve sector
D
Particuliere sector

Slide 5 - Quiz



C. Louboutin Sneakers
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector

Slide 6 - Quiz

Bespreken blz 179
vraag 11 t/m 19
timer
7:00

Slide 7 - Slide

De lagere overheden bestaan uit ...
A
Gemeenten
B
Provincies
C
Waterschappen
D
Alle drie samen vormen de lagere overheden

Slide 8 - Quiz

Welke van de onderstaande begrippen is geen overheidslaag?
A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Ambtenaren
D
Gemeente

Slide 9 - Quiz

de sociale zekerheid wordt betaald met......
A
Belastinggeld en sociale premies
B
sociale premies
C
Belastinggeld
D
Accijns

Slide 10 - Quiz

Bespreken blz 180
vraag 20 t/m 28
timer
7:00

Slide 11 - Slide

De AOW is een:
A
Volksverzekering
B
Werknemersverzekering

Slide 12 - Quiz

De WIA is een:
A
Werknemersverzekering
B
Volksverzekering
C
D

Slide 13 - Quiz

Dit ontstaat als er meer geld wordt uitgegeven dan dat er inkomsten zijn.
A
Begrotingstekort
B
Begrotingsoverschot

Slide 14 - Quiz

Maken blz 181
vraag 29 t/m 36
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Welke uitspraak over de miljoenennota en de rijksbegroting is juist?
A
De rijksbegroting licht de miljoenennota toe
B
De miljoenennota licht de rijksbegroting toe
C
De rijksbegroting en de miljoenennota zijn hetzelfde
D
De rijksbegroting en de miljoenennota hebben niks met elkaar te maken

Slide 16 - Quiz

Een ander woord voor indirecte belastingen is kostprijsverhogende belastingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een voorbeeld van directe belastingen is..
A
de BTW die je betaalt als je afrekent bij Albert Heijn
B
de belasting die door je betaalt over je loon
C
de accijns die je betaalt op een liter benzine
D
toeristenbelasting die je als toerist in een hotel betaalt

Slide 18 - Quiz

Bespreken blz 181
vraag 29 t/m 36
timer
1:00

Slide 19 - Slide

de schuld van de overheid die is ontstaan door te veel geld te lenen noemen we een:
A
overheidsschuld
B
lening
C
staatsschuld
D
premie

Slide 20 - Quiz

De staats schuld wordt door de corona-crisis.....
A
hoger
B
lager

Slide 21 - Quiz

De horeca krijgt ..... van de overheid als steun voor de corona-crisis
A
subsidie
B
accijns
C
belastingen
D
collectieve goederen

Slide 22 - Quiz

De overheid heeft een rijksbegroting gemaakt. Door de corona-crisis ontstaat er een...
A
begrotingsoverschot
B
begrotingstekort
C
begrotingsschuld
D
begrotingssubsidie

Slide 23 - Quiz

Hoeveel vragen had jij goed?
Met welk onderwerp had je nog moeite?
Besteed hier met leren dan nog wat meer aandacht aan!

Slide 24 - Slide

Volgende week proefwerk
Hoofdstuk 6

Slide 25 - Slide