This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
LES 3
LES 4
LES 5
Hoe lijken de Grieken op elkaar?
Hoe verschillen de Grieken van elkaar?
politiek
sociaal
economisch
cultureel
Van gesloten naar open landbouwsamenleving.
Taal, godsdienst, bouwkunst en beeldhouwkunst.
standensamenleving
Slide 1 - Drag question
Referentiekader : in welke tijd situeren we deze les : Hoe bestuurden de Atheners hun polis?
A
prehistorie
B
oude nabije oosten
C
klassieke oudheid
D
middeleeuwen
Slide 2 - Quiz
Referentiekader : in welke ruimte situeren we deze les?
A
Griekse Schiereiland
B
Eilanden in de Egeïsche Zee
C
Ionië of Klein-Azië
D
Romeinse Rijk
Slide 3 - Quiz
Referentiekader : welk domein past bij deze les?
A
politiek territoriaal
B
politiek bestuurlijk
C
economisch
D
sociaal
Slide 4 - Quiz
Kijk goed naar deze afbeelding. Wat is de taak van het parlement?
Slide 5 - Slide
Wat is de taak van het parlement?
A
Ministers kiezen
B
Wetten maken
C
Wetten uitvoeren
D
Recht spreken
Slide 6 - Quiz
Wie zorgt er in België voor dat wetten uitgevoerd worden?
A
de koning
B
de regering
C
de eerste minister
D
het parlement
Slide 7 - Quiz
Plaats een foto van de toekomstige koning(in) van België.
timer
1:00
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Video
Ondertussen in het Oude Griekenland...
Slide 10 - Slide
Wat hebben de Griekse en Belgische koningen met elkaar gemeen?
A
erfelijk
B
alle macht
Slide 11 - Quiz
Hoe verschillen de Griekse en Belgische koningen van elkaar?
A
erfelijk
B
alle macht
Slide 12 - Quiz
WB. p. 72
Vul je werkboek aan.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Welke bestuursvorm staat er in je boek na de monarchie op de tijdlijn?
timer
0:30
Slide 15 - Open question
Bij een aristocratie is een kleine groep aan de macht. De elite. Op basis waarvan zijn zij aan de macht?
A
Ze hebben veel geld.
B
Ze hebben veel grond.
C
Ze zijn erg slim.
D
Ze zijn heel sterk.
Slide 16 - Quiz
WB. p. 72
Vul je werkboek aan.
Slide 17 - Slide
Deze bestuursvorm (aristocratie) is...
A
eerlijk
B
oneerlijk
Slide 18 - Quiz
Welke economische activiteit wordt steeds belangrijker na de Griekse migraties?
A
handel
B
landbouw
Slide 19 - Quiz
Veel handelaars in Athene (vaak migranten) worden meer en meer ontevreden. Waarom?
A
Ze zijn rijk en hebben politieke rechten.
B
Ze zijn rijk, maar hebben geen politieke rechten.
C
Ze zijn arm en hebben politieke rechten.
D
Ze zijn arm, maar hebben geen politieke rechten.
Slide 20 - Quiz
Solon doet hier iets aan!
Tot grote vrede van wie tot nu toe niet mocht deelnemen aan de politiek, voert de Atheense bestuurder Solon enkele vernieuwingen door. Hij schaft onder andere de schuldslavernij af. Daarnaast worden de Atheense burgers ingedeeld volgens hun bezit in vier klassen met verschillende rechten. Zo kan het gewone volk deelnemen aan de Volksvergadering en krijgen ze toegang tot een rechtbank.
Slide 21 - Slide
Na deze vernieuwingen wordt Athene bestuurd op basis van ...
A
grondbezit
B
afstamming
C
rijkdom
Slide 22 - Quiz
Wie kreeg door Solon MINDER macht?
A
grondadel
B
geldadel
Slide 23 - Quiz
Het gewone volk kreeg ook meer macht. Welke functie kregen ze NIET?
A
afschaffing schuldslavernij
B
wetten maken
C
volksrechtbank
D
volksvergadering
Slide 24 - Quiz
Wie was niet zo blij met deze nieuwe bestuursvorm?
A
grondadel
B
geldadel
C
gewone volk
Slide 25 - Quiz
WB. p. 73
Vul je werkboek aan.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Welke naam past niet bij deze nieuwe bestuursvorm?