Unit 2 Work and Leisure Page 17-18

Unit 2 Page 17
Present Simple


Luister naar de uitleg over de present simple.
Vul daarna telkens het juiste woord in de zin in op de volgende slides.

Oh.. en houd je boek er steeds naast..!!!
kijk bijvoorbeeld op blz 146
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Unit 2 Page 17
Present Simple


Luister naar de uitleg over de present simple.
Vul daarna telkens het juiste woord in de zin in op de volgende slides.

Oh.. en houd je boek er steeds naast..!!!
kijk bijvoorbeeld op blz 146

Slide 1 - Slide

Welk woord uit de box past op de stippen in de zin?

Darren Throops ..... up at 6 a.m.

Slide 2 - Open question

At about 6.30, he ..... breakfast for his two daughters.

Slide 3 - Open question

Then he ..... his e-mails in his home office.

Slide 4 - Open question

He ..... to work.

Slide 5 - Open question

At lunch time he ..... a salad at his desk.

Slide 6 - Open question

At work, he ..... a lot of time in meetings and on conference calls.

Slide 7 - Open question

He .... his office day at about 5 p.m.

Slide 8 - Open question

He ..... on business a lot, so he ..... to spend all his free time with his family.
(let op 2 woorden!)

Slide 9 - Open question

Unit 2 Page 18
Wanneer gebruik je to in een zin als je iets doet of gaat doen. Luister zorgvuldig naar de uitleg en en ga daarna aan de slag met het toepassen van wat je geleerd hebt.






Oh.. en houd je boek er steeds naast..!!!

Slide 10 - Slide

Unit 2 Page 18
Leer de woorden in de box (volgende slides) te gebruiken door steeds de juiste te kiezen:

Good luck!


Oh.. en houd je boek er steeds naast..!!!

Slide 11 - Slide

1. .......... playing golf.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 12 - Quiz

2. .......... TV.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 13 - Quiz

3. .......... restaurants.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 14 - Quiz

4. .......... music (on my ipod).
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 15 - Quiz

5. .......... tennis.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 16 - Quiz

6. .......... the cinema.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 17 - Quiz

7. .......... football.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 18 - Quiz

8. .......... the gym.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 19 - Quiz

9. .......... concerts.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 20 - Quiz

10. .......... the guitar.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 21 - Quiz

11. .......... DVDs.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 22 - Quiz

12. .......... computer games.
A
going to
B
listening to
C
playing
D
watching

Slide 23 - Quiz

Wat vond je van deze les?
A
mwah.. kan beter
B
alleen omdat het moet
C
ging eigenlijk best
D
ja helemaal top

Slide 24 - Quiz

Hoe moet de volgende les
er uit zien? Zeg het maar...

Slide 25 - Open question