Ethiek en morele reflectie

Ethiek en morele reflectie 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ethiek en morele reflectie 

Slide 1 - Slide

‘Wat is in dit geval het goede om te doen?’
 Zorgprofessionals komen deze vraag dagelijks in hun werk tegen. Soms gaat het om ‘kleine’ beslissingen, soms om besluiten die veel impact hebben of waarmee zorgprofessionals erg in hun maag zitten – en wat ze vaak letterlijk zo voelen. 

Slide 2 - Slide

Enkele morele dilemma’s die je als zorgprofessional kunt tegenkomen:
• Help ik eerst mevrouw A, die boos wordt als ze niet vroeg geholpen wordt, of meneer B, die dat ook graag wil, maar nooit kritiek geeft?
• Mag ik de moeder van deze cliënt inlichten over haar gezondheid?
• Ik ben het niet er niet mee eens dat bij deze cliënt een behandeling wordt gestopt. 
Wat moet ik doen?

Slide 3 - Slide

Ethische vragen
Bij een vraag als ‘wat is in dit geval het goede om te doen’ of ‘wat is in dit geval goede zorg’, kun je spreken van een ethische vraag. 

Ethiek is het zorgvuldig nadenken over wat goed of fout handelen is. Bij ‘ethiek’ denken veel mensen aan kwesties rondom leven en dood. Dat klopt ook, maar ethiek is juist ook te zien in heel veel andere dingen, alledaags of minder alledaags. Wat is goed handelen en waarom is dat zo? 

Van een moreel dilemma is sprake als je een besluit moet nemen waarbij het niet zonder meer duidelijk is wat het goede (of het minst slechte) is om te doen.

Slide 4 - Slide

Juridische vragen

Het is goed om onderscheid te maken tussen morele vragen en juridische vragen
Die laatste gaan over wat volgens de wet, regelgeving of volgens beleid het juiste is om te doen. Meestal zijn die afspraken wel een afspiegeling van wat we ook goed vinden. Maar soms is dat niet zo, of vraagt een situatie om na te denken of je in dit geval de regel wel moet volgen.

Slide 5 - Slide

Praktische vragen

Daarnaast is er een onderscheid tussen morele en praktische vragen. 
Morele vragen beginnen vaak met de woorden ‘mag ik…’, ‘moet ik…’ of ‘is het goed om…’ 
Praktische vragen gaan over wat het beste werkt of wat het handigst is om te doen. Die vragen beginnen vaak met ‘hoe moet ik…’.

Slide 6 - Slide

Verantwoordelijkheid van de zorgprofessional
Juist in de zorg treden morele vragen op de voorgrond, vanwege de verantwoordelijkheid die professionals hebben ten opzichte van degenen voor wie zij zorg dragen. Vaak hebben morele dilemma’s daarmee te maken. Zorgvragers zijn immers in bepaalde mate afhankelijk van de zorgprofessionals, omdat ze ziek zijn of een beperking hebben, maar ook doordat zij daarmee van alles aan de professional toevertrouwen. De zorgprofessional komt dus heel dichtbij in iemands leven, op lichamelijk en emotioneel gebied, en wat betreft familierelaties. 

Slide 7 - Slide

Goede zorg – voor iedereen anders
De vraag wat goede zorg is, is niet gemakkelijk te beantwoorden. De ene situatie is de andere niet. En wat voor de een goede zorg is, is voor een ander nog geen goede zorg. Bijvoorbeeld: een dementerende cliënt die in een verpleeghuis woont, vraagt wanneer ze weer naar huis mag. Wat is dan het goede om te doen? Allerlei factoren spelen dan mee: de mate van dementie van deze mevrouw, of ze er al lang woont, wat voor haar belangrijk is, of ze angstig of rustig is enzovoort. Door te stellen dat goede zorg in elke situatie iets anders kan zijn, zou je onverschillig kunnen worden. ‘Het is toch voor iedereen anders.’ Om te begrijpen wat voor iemand belangrijk is of wat iemand onder goede zorg verstaat, helpt het om dit in termen van waarden te bespreken.

Slide 8 - Slide

Waarden en normen

Waarden zijn abstracte begrippen, het zijn dingen die je nastrevenswaardig en belangrijk vindt zoals vertrouwen, zorgvuldigheid, privacy, rijkdom, liefde. 
Normen zijn wetten, afspraken of gedragsregels waarin waarden concreet tot uitdrukking komen. 
Zoals de geheimhoudingsplicht (norm), daar ligt bijvoorbeeld vertrouwen en privacy (waarden) aan ten grondslag. 
Waarden en normen zijn dus met elkaar verbonden.

Slide 9 - Slide

Samen werken aan goede zorg
Bij het achterhalen van de waarden die jou of een ander drijven, helpt het om te vragen: waarom is dat voor mij belangrijk? 
Dan komt uiteindelijk een waarde aan het licht. Vaak delen mensen waarden, en soms brengen ze die op een andere manier tot uiting. Het kan ook zijn dat mensen verschillende dingen belangrijk vinden, wat ze ook laten zien in hun handelen. Het achterhalen van waarden helpt om een ander beter te begrijpen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

• Wat roept de video bij je op?

• Wat wil de video zeggen over wat goede zorg is?

• Wat vind jij zelf goede zorg?

Slide 12 - Slide

Opdracht 
Je denk mee over een ethisch dilemma bij de zelfmanagement van een zorgvrager

 

Je leest in je vakblad dat je als verpleegkundige naast een zorgplicht ook een gezondheidsplicht hebt. En er meer aandacht zijn voor preventie. Je moet met elkaar werken aan het voorkómen van gezondheidsklachten, staat er.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Op de afdeling waar je werkt, probeer je de zorgvrager invloed te geven op de keuzes die moeten worden gemaakt. De zorgvrager zelf merkt immers wat de gevolgen daarvan zijn in het dagelijks leven. Samen met je collega's besteed je al veel aandacht aan het aanmoedigen van leefstijlveranderingen (zoals een aangepast dieet en voldoende beweging) die de gezondheid van de zorgvrager kunnen verbeteren. Maar soms maken zorgvragers keuzes waar je niet achter staat en die je niet goed begrijpt. Bijvoorbeeld als iemand blijft roken na een hersenbloeding.
Mevrouw de Boer heeft al twee keer een hersenbloeding gehad en ze heeft diabetes. Het lukt haar maar niet om de koek en gebakjes te laten staan. Ze weegt veel te veel en bij elk onderzoek is het suikergehalte in haar bloed veel te hoog. Je hebt er moeite mee dat mevrouw door het eten van koek en gebakjes niet meewerkt aan haar herstel.








Slide 13 - Slide

Aan de slag! 
Dilemma 1: Mag een dochter haar moeder met dementie vastbinden voor een knipbeurt?
Dilemma 2: Kun je beslissen over een ander bij dementie en autorijden?
Dilemma 3: Mag je afwijken van het protocol om aan de wens van de cliënt te voldoen?
Dilemma 4: Wat doe je als een cliënt intimiteit zoekt bij een andere cliënt?
Dilemma 5: Wat doe je als een robot het maatje wordt van je cliënt?
Dilemma 6: Wat doet leefstijlmonitoring met de privacy van de cliënt?

Slide 14 - Slide

Ethische dilemma’s of lastige keuzes ontstaan zodra je in je werk als zorgverlener niet meteen weet wat goed is om te doen.

Waar ligt de grens, hoe schat je in wat goed is om te doen en hoe kun je jouw keuze verantwoorden? 

Deze handvatten helpen je bij het maken van een gewogen keuze --> 
https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/thema/welbevinden-levensvragen/5-handvatten-ethiek-privacy.pdf

Slide 15 - Slide

• Wat is een goede balans tussen het geven van autonomie (vrijheid, eigen regie) aan cliënten en het beschermen van deze kwetsbare mensen door vrijheidsbeperking op te leggen om risico's te voorkomen?
• Hoe moet je omgaan met wensen van naasten die vanuit goede zorg en professioneel inzicht niet in het belang zijn van een dementerende cliënt?
• Mag je als zorgprofessional afwijken van protocollen en standaarden als het in het belang van de cliënt is?
• Hoe ga je om met je beroepsgeheim en de privacy van een cliënt bij de samenwerking met hulpverleners met verschillende beroepsachtergronden?

Slide 16 - Slide

• Wie bepaalt hoe de zorg ingevuld wordt? Heeft iedereen een gelijke stem?
• In hoeverre bepaalt de ontvanger van de zorg wat er moet gebeuren?
• In hoeverre bepalen familieleden of vrienden wat er moet gebeuren?
• In hoeverre bepalen (eventuele) betrokken zorgverleners en artsen wat er moet gebeuren?
• In hoeverre bepalen instanties wat er moet gebeuren?

• In hoeverre ben je het eens met de manier waarop de zorg wordt geboden?
•Voel je de ruimte om te kunnen doen wat je wilt doen? Welke ruimte heb je nodig? • Zijn er dingen die je graag zou willen doen, maar niet kunt doen?
• Laat je aan de anderen weten of je iets (liever) niet of juist wel wilt doen?
• Kan het zijn dat je iemand anders belemmert door wat jij (niet) doet?

Slide 17 - Slide

Soms maken we keuzes voor anderen of denken we voor anderen:
• Weet je hoe iedereen denkt over de zorgsituatie en de mantelzorg daarbij? Weet je hoe het voor de ander(en) is? Praten jullie daar weleens over met elkaar?
• Besluit je weleens iets zonder te vragen wat de anderen daarvan vinden?
• Merk je weleens dat anderen iets hebben besloten zonder jou daarbij te betrekken? Hoe vond je dat?




• Laat je richtlijnen vanuit de zorgorganisatie weleens los, zodat de zorgontvanger en mantelzorger zelf kunnen kiezen wat zij willen?
• Bespreek je dit dan met de mantelzorger(s) en de zorgontvanger? Laat je ook weten hoe je dat vindt?

Slide 18 - Slide

• Heb je er begrip voor als een mantelzorger bepaalde zorghandelingen niet wil uitvoeren? Hoe ga je daarmee om?
• Vertrouw je de deskundigheid en ervaring van de mantelzorger(s) en benut je die ook?
• Heb je oog voor de persoonlijke relatie tussen mantelzorger en zijn naaste?
• Hoe ga je om met de verschillende emoties waar mantelzorgers mee te maken krijgen?
• Hoe ga je om met een mantelzorger die bang is om hulp te vragen aan mensen in zijn of haar omgeving?
• Hoe ga je om met mantelzorgers die krampachtig hun taken blijven uitvoeren, ten koste van zichzelf?
• Als je vindt dat de zorg door de mantelzorgsituatie niet meer goed, verantwoord en veilig is, laat je dit dan aan de familie weten?

Slide 19 - Slide