2 ERF kruisingen

2 ERF kruisingen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2 ERF kruisingen

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen genotype en fenotype?

Slide 2 - Open question

Hoeveel genen heb je voor iedere erfelijke eigenschap?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

Belangrijke voorkennis
  • Je hebt 23 paar chromosomen (ieder chromosoom komt 2 keer voor, 1 van je moeder en 1 van je vader)
  • Op de chromosomen liggen de genen 
  • Één gen bevat de erfelijke informatie voor één eigenschap
  • Voor iedere erfelijke eigenschap heb je twee genen, 1 gen van je vader en 1 van je moeder
  • De variatie van een gen is een allel

Slide 4 - Slide

Homozygoot en heterozygoot
Voor iedere erfelijke eigenschap heb je twee genen, 1 van je vader en 1 van je moeder. De genen die je hebt gekregen voor iedere eigenschap noemen we je genotype. Je uiterlijk noemen we je fenotype.

Voorbeeld: Haarkleur
Soms heb je hetzelfde gen twee keer. Je hebt bijvoorbeeld twee keer het gen voor rood haar. Dan ben je homozygoot voor de eigenschap haarkleur

Soms heb je twee verschillende genen voor één eigenschap. Je hebt zowel het gen voor rood haar en het gen voor bruin haar. Dan ben je heterozygoot voor de eigenschap haarkleur. 


Slide 5 - Slide

Zijn de ouders in het voorbeeld heterozygoot of homozygoot?
A
Heterozygoot
B
Homozygoot

Slide 6 - Quiz

Is de jongen in het voorbeeld heterozygoot of homozygoot?
A
Heterozygoot
B
Homozygoot

Slide 7 - Quiz

Dominant en recessief
Als je twee verschillende genen hebt voor een eigenschap dan komt er vaak maar 1 gen tot uiting in je uiterlijk (fenotype). 

Het gen dat tot uiting komt noemen we dominant. Het gen dat niet tot uiting komt noemen we recessief


Slide 8 - Slide

Welk gen is dominant in het voorbeeld van de afbeelding?
A
Gen voor rood haar
B
Gen voor bruin haar

Slide 9 - Quiz

Homozygoot en heterozygoot
De ouders zijn heterozygoot, ze hebben twee verschillende genen voor haarkleur. Bruin haar is het dominante gen.
De jongen is homozygoot, hij heeft twee dezelfde genen voor haarkleur. Rood haar is het recessieve gen.


Slide 10 - Slide

Genotypen noteren
Dominant gen - hoofdletter
Recessief gen - kleine letter

AA = homozygoot dominant
Aa = heterozygoot
aa = homozygoot recessief

Slide 11 - Slide

Noteer voor elk gezinslid het genotype, gebruik de letter B en b.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Eigenschappen in het DNA
Eigenschappen die je kunt zien.
Met één van dit type gen krijg je altijd het fenotype er van.
Je hebt twee van dit type genen nodig om het fenotype te krijgen.
Wanneer je twee dezelfde genen hebt noem je dat...
Wanneer je twee verschillende genen hebt noem je dat...
Fenotype
Genotype
Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Recessief

Slide 14 - Drag question

Checkvraag
Bij cavia's is kort haar (R) dominant over lang haar (r)

-Wat is het genotype van een cavia met lang haar?
-Welke genotypes kan een cavia met kort haar hebben?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Moeder kat heeft een wittte vacht met genotype aa.
Vader kat heeft een zwarte vacht.
Ze krijgen in ieder geval 1 kitten met een witte vacht.
Vul de kruisingstabel in.

Moeder
Vader
A
A
a
a
a
Aa
Aa
aa
aa
AA

Slide 17 - Drag question

De huiswerk-vragen staan deze keer op papier.

Slide 18 - Slide