Mengsels scheiden H1

1.1 zuivere stof of mengsel
stofeigenschappen
aggregatietoestand = fase
mengsels met vloeistoffen
1 / 50
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

1.1 zuivere stof of mengsel
stofeigenschappen
aggregatietoestand = fase
mengsels met vloeistoffen

Slide 1 - Slide

stofeigenschappen?

Slide 2 - Mind map

dichtheid = massa / volume
g/cm3      

Slide 3 - Slide

rekenen met dichtheid
gevraagd, gegeven
formule
invullen, berekenen
eenheid

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

homogeen en heterogeen mengsel

homogeen = volkomen gelijkmatig gemengd op deeltjes niveau.

                                  heterogeen = (soms onzichtbare)stukjes, klontjes

Slide 6 - Slide

mengsels: 
vloeistof   +   vaste stof

water  met   suiker    =  oplossing     
water  met  krijt  =  suspensie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

mengsels
vloeistof + vloeistof

water   met   ranja  = oplossing

water   met   slaolie
water  met  slaolie en emulgator  = emulsie            

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

nog meer soorten mengsels
nevel (mist)
schuim
rook
legering (alliage)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

aan de slag met
opgave 1 tm 13
leer routes

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

stofeigenschap

kookpunt water .....oC
kookpunt alcohol   80 oC

mengsel van alcohol + water ???

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

1.2 mengsels weer scheiden
suspensies kun je scheiden door
1:      verschil in grootte van de deeltjes           
2:       verschil in dichtheid van de deeltjes   
  

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

filtreren
Scheiden op grond van verschil in grootte.
Residu



Filtraat

Slide 23 - Slide

extraheren

Het scheiden van een mengsel van 3 (of meer) stoffen.
- vloeistof met daarin 2 stoffen
- 1 stof lost wel op en de andere stof niet
- er is verschil in oplosbaarheid

Slide 24 - Slide

extract water met gele bolletjes
residu = rest, oranje bolletjes

Slide 25 - Slide

extraheren (vaak gevolgd door filtreren)
Sommige stoffen van het mengsel lossen op, andere stoffen niet.

                                                    bijvoorbeeld thee zetten, koffie zetten

                                                           Er is een verschil in oplosbaarheid.

Slide 26 - Slide

indampen
- opgeloste stoffen scheiden van het oplosmiddel.
Er is een verschil in kookpunt.

Slide 27 - Slide

vragen?
Dan zelf aan het werk

- §1.2 bestuderen
-§1.2 opgaven maken en nakijken

Slide 28 - Slide

teken opdracht practicum koffie zetten
Koffie is een mengsel van (minimaal) 2 verschillende soorten deeltjes; oplosbare deeltjes en onoplosbare deeltjes.
Daarnaast hebben we bij het practicum watermoleculen gebruikt.
Teken als in een stripverhaal wat er met de deeltjes gebeurt bij het practicum koffie zetten. Kleur de waterdeeltjes blauw, de oplosbare koffie deeltjes geel en de niet oplosbare koffie deeltjes rood
Laat eerst zien wat hoe de deeltjes zijn verdeeld in droge koffie, dan in water en daarna in het filter en de reageerbuis.




Slide 29 - Slide

adsorberen met actieve kool
adsorberen = aanhechten
Verschil in aanhechtingsvermogen

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

 papier chromatografie
Loopvloeistof,   vloeistof front,   chromatogram, startlijn

Slide 34 - Slide

papier chromoatografie
Er is een verschil in oplosbaarheid
plus een verschil inaanhechtingskracht aan het papier.
Een stof die slecht oplost komt hoog/laag?
Een stof die slecht aanhecht komt hoog/laag?

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Slide

vwo      promillage
massa of volume

1/1000 ste
0/00

deel/geheel x 1000

Slide 38 - Slide

vandaag 
rekenen

massa percentage
volume percentage
concentratie
oplosbaarheid

Slide 39 - Slide

omrekenen



massa                                                                                                        volume

mg   g    kg
ml   L
dm  m3
Is dit lastig? 
Dan oefenblad magister

Slide 40 - Slide

percentage
 =  deel / geheel x 100 %

massa  (g, kg, mg, ton)   
volume  (= inhoud)  mL, L,  m   

Slide 41 - Slide

voorbeeld
Roestvrij staal  is een legering
Een blok heeft een massa van 630 kg

Er zit 133 kg chroom in en 570 g nikkel

a:   Wat is het massa percentage chroom  in dit staal?
b:   En van nikkel (let op!)?
gevraagd
gegeven
wat is het deel/geheel?
formule
invullen
berekenen
eenheid
massa % = 
deel /geheel x 100%

Slide 42 - Slide

In een flesje parfum van 250 ml bevat 6 ml pure geurstof

                      Wat is het volume % van de geurstof in dit flesje?
gevraagd
gegeven
wat is het deel/geheel?
formule
invullen
berekenen
eenheid
volume % = deel /geheel x 100%

Slide 43 - Slide

In een flesje parfum van 250 ml bevat 82 volume % alcohol

           Hoeveel ml alcohol zit er in dit flesje?   


gevraagd
gegeven
wat is het deel/geheel?
formule
invullen
berekenen
eenheid
volume % = deel /geheel x 100%

Slide 44 - Slide

concentratie
geconcentreerd
verdund

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

verzadigde oplossing

Slide 47 - Slide

Oplosbaarheid is een stofeigenschap

Slide 48 - Slide

De temperatuur van het oplosmiddel beïvloedt de oplosbaarheid

hoge temperatuur:   vaste stoffen lossen beter op
gassen lossen slechte op
lage temperatuur:  vaste stoffen lossen slechter op
gassen lossen beter op

Slide 49 - Slide

zelf aan het werk

havo §1.4 
opgave 44 tm 53 maken en nakijken


Slide 50 - Slide