Klinisch redeneren

Klinisch redeneren
1 / 19
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Klinisch redeneren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelstellingen
Na afloop van de les heb jij je kennis opgefrist van klinisch redeneren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Welke uitspraak omschrijft klinisch redeneren het beste?
A
Met diverse disciplines een diagnose stellen door te overleggen.
B
Vaardigheid om eigen competenties te koppelen aan medische kennis.
C
Vaardigheid om eigen observaties te koppelen aan medische kennis.
D
In staat zijn om na te denken over complicaties bij een ziektebeeld.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is klinisch redeneren?
A
Methode om informatie te ordenen
B
Methode om informatie te verzamelen voor verpleegplan.
C
Methode om gezondheidstoestand te observeren
D
Methode om een zorgsituatie te analyseren en acties in te zetten

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van klinisch redeneren
A
onderbouwd tot een beslissing komen welke zorg voor een zorgvrager nodig is
B
de zorgvrager observeren en uitslagen doorgeven aan de arts
C
de vitale functies van de zorgvrager controleren voor de juiste zorg
D
bij niet-pluis gevoel de arts raadplegen, zodat zorgvrager de juist zorg krijgt

Slide 6 - Quiz

antwoord:
A
Oplossen en problemen voorkomen is het doel van klinisch redeneren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Uit hoeveel stappen bestaat het Klinisch redeneren?
A
4
B
7
C
8
D
6

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Stap 1 Klinisch redeneren
A
Klinische probleemstelling
B
Aanvullend onderzoek
C
Oriëntatie op de situatie
D
Verloop

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De 3e stap van klinisch redeneren is?
A
Nabeschouwing
B
Oriëntatie op de situatie
C
Aanvullend onderzoek
D
Klinisch beleid

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke stap van het klinisch redeneren zou je de EWS score kunnen gebruiken?
A
Stap 1. Oriënteren op de situatie
B
Stap 2; probleemstelling
C
Stap 3: aanvullend onderzoek
D
stap 4: beleid

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat houdt klinisch redeneren in?

A
Vaardigheid om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan medische kennis
B
Cyclisch proces van gegevensverzameling en analyse
C
Verpleegkundigen kunnen onderbouwen welke verpleegkundige interventies en vervolgstappen ze moeten nemen.
D
Zowel antwoord A, B, en C zijn juist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe pas jij klinisch redeneren toe tijdens je opleiding tot verpleegkundige?
Ik pas het nog niet toe
Af en toe, zodra ik overleg heb met mijn werkbegeleider
Dagelijks, het is een onderdeel van mijn dagprogramma
Het lukt mij nog niet, ik vind het heel moeilijk

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

casus

Mevrouw Jansen is 84 jaar en woont in een verpleeghuis. Zij wordt normaal gesproken als helder en zelfstandig beschreven. Sinds vanochtend valt op dat zij verward is en haar kamer niet goed herkent. Daarnaast heeft zij koorts (38,5 °C) en klaagt zij over pijn bij het plassen. De zorgmedewerker merkt dat mevrouw vaker dan normaal naar het toilet gaat, maar kleine beetjes plast.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke vervolg stappen ga je ondernemen?
A
Niets, ik wacht nog even af, mw vertoont nu geen symptomen
B
Ik ga urine opvangen om een UWI uit te sluiten.
C
DOS observatie inzetten
D
Arts inschakelen.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

casus
De heer De Vries is 79 jaar en heeft diabetes mellitus type 2. Hij woont zelfstandig met thuiszorg. De afgelopen twee dagen is hij zieker dan normaal, eet hij slecht en voelt zich erg moe. Bij controle door de verpleegkundige blijkt zijn bloedsuiker 18,9 mmol/L te zijn (normaal rond de 7–9 mmol/L). Daarnaast heeft hij een rood, warm en pijnlijk onderbeen met lichte zwelling. Hij geeft aan zich rillerig te voelen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welke symptomen zijn van belang bij klinisch redeneren?
A
Verhoogde bloedsuiker
B
Rood, warm en pijnlijk onderbeen
C
Rillerig en algehele malaise
D
Slecht eten

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de meest waarschijnlijk verklaring voor hr zijn klachten?
A
De verhoogde bloedsuiker wordt veroorzaakt door verminderde voedselinname; de roodheid van het onderbeen past bij een allergische huidreactie.
B
De roodheid en zwelling van het onderbeen wijzen op veneuze insufficiëntie; de hoge bloedsuiker is een chronische ontregeling van diabetes.
C
De infectie aan het onderbeen veroorzaakt stress in het lichaam, waardoor de bloedsuiker ontregeld raakt bij diabetes mellitus.
D
De rillerigheid en vermoeidheid zijn leeftijdsgebonden verschijnselen; de verhoogde bloedsuiker staat los van de huidafwijking.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions