H3 Taaldorp Camping les 1 & les 2

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
Ga rustig zittenPak je taaldorp boekje en log in op Lessonup!
1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
Ga rustig zittenPak je taaldorp boekje en log in op Lessonup!

Slide 1 - Slide

Doelen- en toetsoverzicht periode 2
2. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen (NF/FN) 
3. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN) 
4. Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen 
5. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre 
6. Ik kan een lijdend voorwerp in een Franse zin vervangen door le, la, l' of les (persoonlijk voornaamwoord) 



2. SO 'le camping' (taaldorpboekje)


3.  GL3ABEF; 3CG
4. GL3BF/ LB extra
5. GL3D/ LB extra
6. GL3H/ LB extra


REPETITIE doel 3 t/m6 (+SO huiswerkcheck)

Slide 2 - Slide

Au camping: 
bekijk het filmpje en beantwoord de vragen

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

'J'ai une réservation
pour 3 nuits'
Wat verwacht je dat
de vrouw gaat vragen?

Slide 5 - Mind map

Wat betekent
'Pouvez vous m'épeler, s, il vous plaît?

Slide 6 - Mind map

Wat kost 'un emplacement pour une personne'?

Slide 7 - Open question

Wat betektent:
Je vais vous montrer où vous pouvez vous installer?
A
Lust jij je walvis rauw of gepeld?
B
Zal ik u uw plek laten zien?
C
Hoeveel vierkanten passen er in een cirkel?
D
Ken jij de tante van de binnenvaartsschipper?

Slide 8 - Quiz

"J'ai une réservation
pour 3 nuits"
Wat verwacht je dat
de vrouw gaat vragen?

Slide 9 - Mind map

Wat betekent
'Pouvez-vous m'épeler, s'il vous plaît?'

Slide 10 - Mind map

Beantwoord de vraag:
Quelle est votre date de naissance?
(gebruik een hele zin)

Slide 11 - Open question

Wat kost 'un emplacement pour une personne'?

Slide 12 - Open question

Wat betekent:
Je vais vous montrer où vous pouvez vous installer?
A
Lus jij walvis rauw of gepeld?
B
Zal ik u uw plek laten zien?
C
Hoeveel vierkanten passen er in een cirkel?
D
Ken jij de tante van de binnenvaartsschipper?

Slide 13 - Quiz

"J'ai une réservation
pour 3 nuits"
Wat verwacht je dat
de vrouw gaat vragen?

Slide 14 - Mind map

Wat betekent
'Pouvez-vous m'épeler, s'il vous plaît?'

Slide 15 - Mind map

Beantwoord de vraag:
Quelle est votre date de naissance?
(gebruik een hele zin)

Slide 16 - Open question

Wat kost 'un emplacement pour une personne'?

Slide 17 - Open question

Wat betekent:
Je vais vous montrer où vous pouvez vous installer?
A
Lus jij walvis rauw of gepeld?
B
Zal ik u uw plek laten zien?
C
Hoeveel vierkanten passen er in een cirkel?
D
Ken jij de tante van de binnenvaartsschipper?

Slide 18 - Quiz

"J'ai une réservation
pour 3 nuits"
Wat verwacht je dat
de vrouw gaat vragen?

Slide 19 - Mind map

Wat betekent
'Pouvez-vous m'épeler, s'il vous plaît?'

Slide 20 - Mind map

Beantwoord de vraag:
Quelle est votre date de naissance?
(gebruik een hele zin)

Slide 21 - Open question

Wat kost 'un emplacement pour une personne'?

Slide 22 - Open question

Wat betekent:
Je vais vous montrer où vous pouvez vous installer?
A
Lus jij walvis rauw of gepeld?
B
Zal ik u uw plek laten zien?
C
Hoeveel vierkanten passen er in een cirkel?
D
Ken jij de tante van de binnenvaartsschipper?

Slide 23 - Quiz

taaldorp leerdoelen: le camping
  • Ik kan mijzelf en anderen voorstellen
  • Ik kan op een eenvoudige manier groeten en afscheid nemen.
  • Ik kan de tijd aangeven en begrijpen.
  • Ik kan vragen naar openingstijden, mogelijkheden om iets te huren.
  • Ik kan vragen naar activiteiten, excursies.
  • Ik kan reserveren, bijv. voor de tennisbaan of het campingrestaurant.
  • Ik kan vragen naar een campingplek.
  • Ik kan mijn voorkeuren aangeven, bijv. w.b. de campingplek, schaduw/zon, electriciteit.
.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Taaldorp
Les 2

Slide 26 - Slide

Wat betekent:
Vous avez un emplacement pour une grande tente?
A
Heeft u een grote tent te koop?
B
heeft u een kampeerplaats voor een grote tent?
C
heeft u een mogelijkheden voor grote tenten?
D
Kan ik een plaats reserveren voor een grote tent?

Slide 27 - Quiz

Maar hoe spreek je 'm nu uit (schrijf zoals je het uitspreekt)
Vous avez un emplacement pour une grande tente?

Slide 28 - Open question

wat is de overeenkomst tussen
de volgende woorden (uitspraak!):
avez, beaucoup, court, heures

Slide 29 - Mind map

Wat betekent: louer
A
kopen
B
huren,verhuren
C
meenemen
D
verkopen

Slide 30 - Quiz

Wat betekent
le dépliant
A
de routekaart
B
het tijdschrift
C
de kaart
D
de folder

Slide 31 - Quiz

Wat betekent:
Il faut mieux réserver
A
Ben je reserve
B
Het is beter om te reserveren.
C
De soep kun je serveren
D
Wat wil je reserveren

Slide 32 - Quiz

Beantwoord de vraag:
Quelle est votre date de naissance?
(gebruik een hele zin)

Slide 33 - Open question

Hoe stel je jezelf voor in het Frans?

Slide 34 - Open question

Zeg waar je woont in het Frans.

Slide 35 - Open question

De receptionist stelt jullie allerlei vragen over jullie gegevens, zoals naam,adres, geboortedatum, telefoonnummer etc. Vergeet dat niet in je script!

Slide 36 - Slide

Au revoir!

Slide 37 - Slide