Unidad 5

Voor de toets
Unidad 4 en 5 pag. 53 y 65
Woordenschat die op Magister is
1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voor de toets
Unidad 4 en 5 pag. 53 y 65
Woordenschat die op Magister is

Slide 1 - Slide

¿Qué hemos visto?
Unidad 3
Unidad 4 : Gerundio (aan het doen) Om dingen of om een gunst te vragen (tarea 17 diciembre classroom)

Slide 2 - Slide

Unidad 5
Pretérico Perfecto (PP)
Ya/todavia no+ PP
Plannen voor de Nabije Toekomst (ir+a+ ww)
Tijdsaanduidingen  voor PP en Indefinido (unidad 2 als je niet meer weet)

Slide 3 - Slide

¿cómo lo vamos hacer?
Martes 11 de enero: Voltooid deelwoord
Jueves: Plannen voor de nabije toekomst
Viernes: Unidad 5 afmaken
Martes 18 de enero: Repaso

Slide 4 - Slide

Wat is ook alweer de Préterito Perfecto?
A
Toekomst
B
Voltooid deelwoord
C
Verleden tijd
D
Tegenwoordige tijd

Slide 5 - Quiz

Het hulpwerkwoord bij de pretérito perfecto is:
A
Tener
B
Querer
C
Haber
D
Saber

Slide 6 - Quiz

Presente (Pretérito) Perfecto

Slide 7 - Slide

Pretérito perfecto 

Slide 8 - Slide

PRETÉRITO PERFECTO:
EN ESTE PERIODO

Slide 9 - Slide

¿Cuándo se usa el pretérito perfecto?
Ultimamamente
Ya, nunca. alguna vez
Todavia/no

Slide 10 - Slide

Wat is GEEN signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
anoche
B
nunca
C
todavía no
D
siempre

Slide 11 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
ayer
B
en 2011
C
últimamente
D
las vacaciones pasadas

Slide 12 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
de repente
B
un día
C
en verano
D
ya

Slide 13 - Quiz

Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
anoche
B
este año
C
el año pasado
D
hace un año

Slide 14 - Quiz

Wat is geen signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
anoche
B
nunca
C
todavía no
D
siempre

Slide 15 - Quiz

Wat is GEEN signaalwoord van de pretérito perfecto
A
esta semana
B
ayer
C
hoy
D
este mes

Slide 16 - Quiz

Pretérito perfecto:
Juan y María.......... ................ este verano en Ibiza. (casarse)

Slide 17 - Open question

Wat is geen signaalwoord van de pretérito perfecto
A
esta semana
B
ayer
C
hoy
D
este mes

Slide 18 - Quiz

CONJUGA AL PRETÉRITO PERFECTO:
ROMPER (TÚ)

Slide 19 - Open question

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van comer, yo
A
he comido
B
hemos comido
C
has comido
D
habéis comido

Slide 20 - Quiz

CONJUGA AL PRETÉRITO PERFECTO:
LEVANTARSE (NOSOTROS)

Slide 21 - Open question

Pretérito perfecto:
Hoy Juan...... ...............en casa de su tía. (comer)

Slide 22 - Open question

Pretérito perfecto:
yo (escribir)

Slide 23 - Open question

CONJUGA AL PRETÉRITO PERFECTO:
PONER (USTED)

Slide 24 - Open question

Ik heb nooit paella gegeten

Slide 25 - Open question

Ik ben in Sevilla al geweest

Slide 26 - Open question


Ik kan werkwoorden in Pretérito Perfecto (voltooid tegenwoordige tijd) vervoegen.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 27 - Poll