passé composé + bezit vnw

Grammaire chapitre 1 - 2VMH
In deze les kijken we naar de verleden tijd - le passé composé. 
en naar het bezittelijk voornaamwoord! 
mijn/jouw/zijn/haar


1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Grammaire chapitre 1 - 2VMH
In deze les kijken we naar de verleden tijd - le passé composé. 
en naar het bezittelijk voornaamwoord! 
mijn/jouw/zijn/haar


Slide 1 - Slide

Schrijf 3 werkwoorden op die eindigen op -er.

Slide 2 - Open question

Le passé composé :
herhalen
Wat weet je al? 
- Verleden tijd 
- Hulpwerkwoord (avoir) + voltooid deelwoord
- Altijd twee werkwoorden
1+1 = 2

Slide 3 - Slide

Le passé composé met hulpwerkwoord avoir
J'ai visité un musée super!
Tu as été où en vacances?
Nous avons fait du ski pendant les vacances.
Vous avez eu beaucoup de cadeaux de Noël? 
Il a joué les jeux vidéos tous les jours.

Slide 4 - Slide

Traduisez:
Ik heb Netflix gekeken.
A
J'ai regardé du Netflix.
B
Je regarde du Netflix.

Slide 5 - Quiz

Wij hebben een film gekeken.
A
Nous regardons un film.
B
Nous avons regardé un film.

Slide 6 - Quiz

Maak een zin in de passé composé met het hulpwerkwoord 'avoir'

Slide 7 - Open question

Maak nog een zin in de passé composé met het hulpwerkwoord 'avoir'

Slide 8 - Open question

Hoe maak je een passé composé met de ww-er?
vorm van avoir + ww-er wordt é
J'ai  mangé       
Tu as parlé.                 
il/elle/on a habité      
nous avons demandé                     
vous avez aimé                    
ils ont passé            
elles ont invité               

Slide 9 - Slide

Ik ben op vakantie geweest met mijn familie
A
Je suis été en vacances avec ma famille
B
J'ai été en vacances avec ma famille

Slide 10 - Quiz

Jij hebt een film gekeken in het weekend.
A
Tu as regardé un film dans le weekend
B
J'ai regardé un film dans le weekend
C
Nous avons regardé un film dans le weekend

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Hoe maak je een passé composé met de onregelmatige werkwoorden:
Leren! Grammaire A - blauwe pagina's in je boek!
avoir: j'ai eu
être: j'ai été
faire: j'ai fait


Voltooid deelwoord blijft dus altijd hetzelfde.

Slide 13 - Slide

Mettez au passé composé:
il a un chien. (avoir)

Slide 14 - Open question

mettez au passé composé:
Je suis à Marseille (être)

Slide 15 - Open question

Welke leertechnieken gebruiken jullie? Denk aan: laten overhoren, flitskaarten, Slim Stampen etc.

Slide 16 - Open question

Einde van de workshop
Heb je hier wat aan gehad?


Frans leren is vooral veel oefenen, lezen en veel Frans luisteren. 
Een taal leren kost tijd en vraagt om inzet en doorzettingsvermogen. Maak het leuk voor jezelf.

Slide 17 - Slide